dinsdag 24 juli 2018

Voedingsmythes (Martijn Katan)


Er is in of op allerlei media opvallend veel aandacht voor voeding. In Nederland hoeven we er niet meer over in te zitten of we wel te eten hebben, maar we vragen ons wel af of we het goede te eten krijgen. Overal zijn er voedselgoeroe's die diëten aanprijzen (en er hun boek bij te koop aanbieden). Op Instagram, Facebook, weblogs, in praatprogramma's en levensstijltijdschriften, overal worden er voedingsadviezen gegeven.

Die adviezen zijn zeer modegevoelig. Vijfentwintig jaar geleden hoorde je nogal over het dieet van Montignac. Er zullen best nog een stel Montignacgelovigen zijn, maar je hoort er weinig meer van. En het Atkinsdieet, volgt iemand dat nog? Het brooddieet dan? Het sherrydieet? De sapkuur? Allemaal in de schemering verdwenen.

Een tijdje terug was vet de grote boosdoener, nu zijn het de suikers, geloof ik, of de koolhydraten. En er is op een verjaardag altijd wel iemand die na een lichte por een verhaal wil afsteken over de verderfelijke E-nummers.

Gelukkig is er al tijden het Voedingscentrum, dat ons adviseert om gevarieerd en niet te veel te eten. Het heeft de wetenschap aan zijn kant, al is er altijd wel een complotdenker die beweert dat Unilever achter de Schijf van Vijf zit.

Ik weet van het onderwerp natuurlijk weinig af, al lees ik wel eens wetenschapsbijlage en volg ik wetenschapspodcasts. Wel weet ik wat van taal en voel ik op mijn klompen aan dat de benaming 'superfood' weinig zegt over hoe goed een bepaald voedingsmiddel is, maar meer over hoe je iets kunt positioneren binnen de voedingsmarkt. Slimme benaming, overigens.

Aangezien ik mijn leerlingen het een en ander bij moet brengen over argumenteren en drogredenen, herken ik wel hoe slecht houdbaar de redenering is dat je gerust elke dag een pond vet spek kunt eten, omdat opa Willemsen er negentig mee geworden is of dat je geen chocola moet eten, omdat nichtje Marietje daar puistjes van gekregen heeft.

En gelukkig is er het boek Voedingsmythes van Martijn Katan. Katan, emeritus hoogleraar voedingsleer,  haalt in dat boek allerlei mythen onderuit: dat langzame koolhydraten beter zijn dan snelle; dat biologische melk en kaas gezonder zijn dan gewone melk en kaas; dat E-nummers ongezond zijn; dat antioxidanten kanker en vaatziekten voorkomen; dat tarwe niet gezond is; dat natuurlijk eten altijd het beste is - het is allemaal onzin.

Katan is wetenschapper en hij baseert zich op wat intussen algemeen aanvaard wordt door wetenschappers. Het prettige is, dat hij zich bij al zijn beweringen (dus niet alleen bij zijn conclusies) baseert op wetenschappelijke onderzoeken. Al die onderzoeken zijn opgenomen in de noten; het is een schat aan informatie. Ook verwijst Katan verschillende keren naar de EFSA, de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid

Als Katan afwijkt van de wetenschappelijke inzichten (hij denkt dat het belang van het eten van groente en fruit overschat wordt) vertelt hij dat er netjes bij.

Achter in het boek is een handig register opgenomen zodat je niet lang hoeft te zoeken als je wilt weten of kokosolie of abrikozenpitten gezond zijn..

Over Voedingsmythes ben ik behoorlijk enthousiast. Niet alleen vanwege de betrouwbaarheid, maar ook omdat het zo prettig leest. Katan heeft een heldere manier van schrijven, die bovendien erg beeldend is.

Een voorbeeld, over het slikken van multivitamines:
Vergelijk het met een telefoon. Als die leeg is, kun je niet meer bellen of internetten, dus moet je hem regelmatig voeden met stroom. Als je hem echter twaalf keer per dag oplaadt, wordt YouTube niet sneller. Als je hem oplaadt aan een laadpaal voor een elektrische auto, krijg hij een megadosis stroom en gaat hij kapot. Geen verstandig mens doet dat met zijn telefoon, maar sommige mensen doen het wel met hun lijf; ze slikken megadoses vitaminen met het idee 'hoe meer hoe beter'. Dat is niet zo. 
Ja, ja, zo'n vergelijking kan ook misleidend zijn, ik weet het. Maar Katan legt daarna wel uit hoe het zit met de hoeveelheid vitamine B6 die een capsule multivitamine zit of de hoeveelheid ijzer.

Ik hou van de lichte toon die Katan aanslaat en van de helderheid waarmee hij formuleert. Aan het eind van elk stukje geeft hij een korte conclusie. Bijvoorbeeld over het paleodieet (eten als de oermens):
Het paleodieet heeft een paar goede ideeën maar alles bij elkaar is het niet gezond. Laten we ons ook geen illusies maken over het leven in de oernatuur; dat was 'nasty, brutish, and short'.
Over het drinken van water:
Daarmee hebben we het gehad. Van meer water drinken word je niet slimmer of sneller, als je moe, bang of misselijk bent gaat dat er niet van over en je krijgt er geen strakkere huid van. Helaas, het is niet anders. 
In totaal behandelt Katan maar liefst zeventig voedingsmythes. Dat betekent alle stukjes slechts enkele bladzijden beslaan. Ideale vakantielectuur, lijkt me: aangenaam om te lezen en nog nuttig ook.


Voedingsmythen. Over valse hoop en nodeloze vrees door Prof. dr. Martijn B. Katan. Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam 2016.

Uit de citaten heb ik de verwijzing naar andere pagina's in het boek stilzwijgend verwijderd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten