donderdag 20 oktober 2016

Razende Roeltje (Diet Kramer)


'Kan niks zijn,' zei mijn zoon, terwijl hij Razende Roeltje van Diet Kramer van de tafel pakte. 'De titel klopt al niet. Dat moet toch Razend Roeltje zijn?' Daar had ik nooit bij stilgestaan, maar ik moest hem gelijkgeven. Nu ik het boek gelezen heb, moet ik me voor een groot deel ook aansluiten bij zijn premature oordeel.

Ik denk dat ik voor het eerst over Razende Roeltje hoorde tijdens de les Nederlands op de middelbare school. Op de mavo mocht het niet voor de lijst gelezen worden, maar het vervolg, Roeland Westwoud (1937) wel. Ik las geen van beide. Uit die tijd herinner ik me boeken als Peelwerkers van Antoon Coolen, Mensen zonder geld van Jan Mens en een jeugdboek als De adelaar van het negende van Rosemary Sutcliff. 

Omslagtekeningen G. Wildschut
Intussen heb ik Razende Roeltje (1931) gelezen. Roel Westwout groeit op in Australië. Zijn moeder is overleden en hij woont ver van anderen af. Zijn lessen krijgt hij van een privé-leraar. Roel is behoorlijk driftig en daarom lijkt het zijn vader beter dat hij wat meer onder de mensen komt. Dan kan hij beter leren omgaan met zijn drift. 

Vader zet Roel op de boot naar Nederland, waar hij in huis zal komen bij vaders broer. Die heeft twee zoons (Vic en Ab) van dezelfde leeftijd. Er is nog een jongen in huis (Timo), die uit Nederlands-Indië komt. 

De vier jongens zitten in de eerste klas van de HBS. Vic is altijd de beste geweest in gym, maar Roel overtroeft hem, wat Vic maar moeilijk kan verkroppen. Daar heeft hij zoveel moeite mee, dat hij Roel een lelijke streek levert, maar natuurlijk heeft Vic daar spijt van, want uiteindelijk deugen de vier jongens. Ze deugen verschrikkelijk en ze zijn heldhaftig (als ze hun hond moeten redden die te pakken genomen is door een stroper). 

Dergelijke personages zijn tegenwoordig niet meer te verteren. De karakters zijn al te ongeloofwaardig. Indertijd zal dat minder opgevallen zijn. Er zullen meer boeken geweest zijn met een duidelijke scheidslijn tussen helden en schurken. De lezers zullen zich comfortabel hebben kunnen identificeren met de hoofdpersonen. 

De ouders zullen ook blij geweest zijn met het brave boek. Het roept de kinderen op eerlijk te zijn, rechtvaardig, moedig en trouw aan elkaar. Het gezin waarin Roel terechtkomt, is duidelijk christelijk, maar dat krijgt niet overdreven veel aandacht. 

Roel krijgt vrienden door zijn goede karakter:
Ja, als een jongen recht en eerlijk uit zijn doppen kijkt, zó dat je zien kunt dat hij niets voor je te verbergen heeft, als hij een gulle kameraad is en nooit een ander de hete kastanjes uit het vuur laat halen... dan heeft iedere jongen vrienden, véél vrienden.
Timo krijgt het nog met iemand aan de stok omdat die hem niet alleen een 'stadse opschepper' noemt, maar ook een 'liplap-uit-de-oost'. Het komt tot een vechtpartij, die uiteindelijk in vriendschap uitloopt. De schelder komt uit een sociaal lager milieu, wat ook te zien is aan zijn uiterlijk (afgezakte kous, lap op zijn broek). Als de vrede getekend is, wil Timo toch nog even wat rechtzetten:
'Een liplap... een liplap da's een neger,' verkondigde Timo aan Gerbrand, terwijl hij hem aan de slip van zijn jas greep. Dát moest toch nog eens even van Timo's hart. Goede vrienden zijn vond hij uitstekend, maar die liplap moest de wereld uit. Dat mocht zijn bijnaam niet worden. 
De verhouding tussen mannen en vrouwen is in Razende Roeltje duidelijk: het huishoudelijke werk is niets voor een man. Als de meid Aal ziek is, kan die niet voor het huishouden zorgen als moeder muziekles geeft. 'En vader moest zélf voor zijn thee zorgen... en daar heeft hij zo'n hekel aan.' Het accent op 'zelf' zegt genoeg. 

De jongens springen bij en helpen met de afwas. 'Kon moeder het helpen, dat ze geen dochters had?' Als er een meisje in huis was geweest, hadden de jongens het natuurlijk mooi door haar laten opknappen. 

Er komen maar twee meisjes voor in het boek. De 'branieachtige Mies van Loon' en 'de spichtige, brutale Bertie Wijkstra'. Bij het sneeuwballengevecht mag Bertie in de voorste linie meevechten:
'Nee, Bertie, ga jij maar mee, jij mikt zo verdraaid goed.' Trots als een pauw keek Bertie de anderen aan. Alsjeblieft! Róél zei het: ze mikte zo goed. En nou jullie!
Meisjes zijn alleen wat waard als ze jongensachtige kwaliteiten hebben en hun eigenwaarde ontlenen ze aan de waardering door jongens.


Razende Roeltje is geïllustreerd met fraaie tekeningen van Henk Poeder, die overigens geen enkele keer genoemd wordt in De verbeelders (zie hier), het kloeke werk van Saskia de Bodt over Nederlandse illustratoren. 

In mijn bezit is de elfde druk van het boek. In vroegere drukken was Poeder blijkbaar nog niet de illustrator. In de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 7 december wordt de derde druk aangekondigd van Razende Roeltje. De illustrator is dan G. Wildschut. Waarschijnlijk werd Poeder pas gevraagd toen het boek al een succes was.

Ik kan me ook voorstellen dat de illustraties van Poeder wat moderner aandeden. De voorkant van de eerste druk, met een illustratie van Wildschut (zie boven), oogt wat meer belegen dan de tekeningen van Poeder. 

Toch heeft het nog wel even geduurd voordat Razende Roeltje goed ging verkopen: de vijfde druk is twaalf jaar later dan de derde. Het Friesch Dagblad adviseert ouders op 11 oktober 1947 in het artikel 'Geef een goed boek. Ook aan uw kinderen.' Het oordeel over Razende Roeltje is positief. Volgens de anonieme scribent ademt het boek 'een goede sportieve geest'. 

Razende Roeltje is wel een van de bekendste boeken van Diet Kramer gebleven. Bij de artikelen die verschijnen naar aanleiding van haar overlijden (1965) wordt altijd dit boek genoemd. Bijvoorbeeld in De Telegraaf van 17 augustus 1965.

De benaming 'razende Roeltje' voor een onstuimig persoon komt van tijd tot tijd nog voor. Ik kwam hem zelfs tegen op de site van de PVV: 'Mijn voorstel aan u is dan ook dat u als een Razende Roeltje terugkeert naar de overlegtafel van Bos minister Vogelaar die wel het lef heeft om nog meer geld te vragen voor haar totaal mislukte wijkaanpak een zetje geeft, nog eens een kopje koffie intapt en de sluwe vos eens fijntjes meedeelt dat hij het miljard dat u nodig heeft weghaalt bij de minister die net de tafel verlaten heeft.'

Aan de namen Bos en Vogelaar is te zien dat het citaat stamt uit een tijd van voor dit kabinet, maar het is opmerkelijk dat Wilders er blijkbaar op vertrouwt dat mensen nog iets weten over Razende Roeltje. In zijn tekst lijkt het 'razende' overigens alleen te verwijzen naar snelheid. 

Er zijn meer van dit soort citaten te geven. Bijvoorbeeld: 'Pak de kookwekker, zet hem op 15 minuten en vlieg, ga als een razende roeltje door je huis en do what needs to be done. Weet je wat? Je hebt vast tijd over. Schrob nog even de gootsteen met jif.' Dat is hier te vinden. Ook in dit citaat ligt de nadruk op de snelheid, terwijl in het boek de nadruk ligt op de onbeheerstheid. Roel heeft net een vechtpartij achter de rug, als een docent zegt:
'En jij, mijnheer Westwout... geen stoeipartijtjes meer, begrepen? Dat loopt toch op menes uit. Vooral als je zo'n onbehouwen driftkop bent, als jij schijnt te zijn. Kijk me dat hoofd eens. Een mooie vertegenwoordiger van je land, ben je, hoor. Ik zou me dood schamen. Het lijkt wel of je uit de binnenlanden komt. Hoe heet je ook al weer? Roel? Roeland? Nou maar, een rázende Roeland dan!'
'Razende Roeltje... Hoera voor Razende Roeltje!' riep Mies, terwijl haar kousenbenen op en neer huppelden.
De roep werd overgenomen.
'Hoera voor Razende Roeltje uit Australië!'
De benaming 'een razende Roeltje' zal het wel langer houden dan het boek. Rudy Kousbroek heeft in de jaren tachtig (in 'De troost der pornografie') nog eens verwezen naar het jeugdboek, maar dat kwam doordat het een jeugdherinnering betrof.  Verder hoor je er toch weinig mensen meer over. Dat is begrijpelijk. Voor lezers van nu heeft het weinig meer te zeggen. 

1 opmerking:

  1. "Vader zet Roel op de boot naar Nederland, waar hij in huis zal komen bij vaders broer. Die heeft twee zoons (Vic en Ab) van dezelfde leeftijd. Er is nog een jongen in huis (Timo), die uit Nederlands-Indië komt." Het wordt voor kennisgeving aangenomen dat een vader, die een boerderij runt in Australie, zijn zoon voor zijn scholing/opvoeding naar Nederland stuurt. Bij de ouders van Timo kan ik me dat voorstellen, als Indische jongen. Hier kan ik over doorgaan, maar dit is eerst wel genoeg.

    BeantwoordenVerwijderen