Over het lezen van Lot, de roman van Chrétien Breukers, heb ik vrij lang gedaan. Dat ligt niet aan het boek, dat leest vlot en prettig genoeg, maar aan de omstandigheden; de examendrukte bijvoorbeeld. Het is altijd lastig om in te schatten in hoeverre dat je beeld van een boek beïnvloedt. Na een paar dagen niet lezen, pakte ik de draad wel gemakkelijk weer op.
De hoofdpersoon in het boek van Breukers is de schrijver Chrétien Breukers, die in één klap uitzonderlijk rijk wordt. Op het lot dat hij gekocht heeft valt een prijs van 26,6 miljoen. Hij besluit het geld te incasseren, maar zich er daarna van te ontdoen. Weggeven, aan bijvoorbeeld een goed doel, mag niet. Waarom CB (zo noem ik het personage maar even, om het van de schrijver te kunnen onderscheiden) zo streng is voor zichzelf is niet helemaal duidelijk, maar dat geeft niet. Je gaat als lezer wel mee met zijn gedachten.
CB gaat in een hotel wonen en spendeert af en toe geld aan vrouwen. Uiteindelijk koopt hij een huis in Lochem en start een correspondentie met de vrouw uit de plaatselijke boekhandel. Hij ontmoet haar ook, als ze de door hem bestelde Russische bibliotheek komt bezorgen. Verder komt zijn vriend van tijd tot tijd langs.
Wat moet je met je leven als het bepaald lijkt te worden door stom toeval? CB moet er een weg in zien te vinden. Daarnaast zit hij met zijn verleden. Zijn lief werd ziek en overleed en hij torst ook nog een dominante moeder mee op zijn rug.
Lot is niet een gladjes verteld verhaal. Dat geeft CB al aan als hij het over zijn eigen werk heeft:
Ik schrijf boeken die er als een lappendeken uitzien. Verhalen die over elkaar heen buitelen en elkaar tegenspreken. De gemiddelde lezer wordt er een beetje zenuwachtig van, vrees ik. Ik ook.Zenuwachtig ben ik er niet van geworden, maar die lappendeken herken ik wel en de ene lap is veel groter dan de andere. Zo vertelt CB soms over wat hij leest, bijvoorbeeld Een vinger op de lippen van Pierre H. Dubois. Het wordt genoemd omdat dat handig is in verband met de thematiek van het boek. Maar wat CB verder leest, vernemen we weer niet, terwijl we er toch van mogen uitgaan dat CB veel leest. Hij zal toch wel iets uit die Russische bibliotheek gelezen hebben in de loop van het verhaal? Van wat hij ooit eerder gelezen heeft, worden we wel af en toe op de hoogte gehouden.
In het boek duiken twee sessies met een psycholoog op. Zelfs binnen de fictie van het boek zijn die waarschijnlijk imaginair. In de eerste sessie staat de moeder centraal in de tweede de overleden vriendin. Door de eerste sessie heb ik me heen moeten worstelen: het wilde maar niet interessant worden, al deed de verteller wel zijn best om het luchtig te houden met hier en daar een grapje. De tweede sessie behoort juist tot de beter geschreven gedeelten van het boek.
Uiteindelijk komt CB tot de conclusie dat het leven geen zin heeft. Hij wil niet meer vluchten, maar het leven onder ogen zien. Er is geen hogere, zingevende instantie. CB zegt Barnes na: Ik geloof niet in God, maar ik mis hem wel. Over God wordt wel meer aardigs gezegd. God als imaginaire vriend bijvoorbeeld en God als tekst.
CB gaat niet langer op zoek naar het geluk (of het ongeluk), hij gaat de weg van de onverschilligheid. 'De weg die je kon inslaan als je wist dat het er allemaal niets toe deed.' Het enige wat hem overblijft is schrijven, zijn boek afmaken en dat gaat hij doen. Dat zal het boek wel zijn dat we in handen houden, want daarin is CB immers de verteller.
Lot is een aardig boek. Niet evenwichtig, maar daar heeft de verteller zich bij voorbaat voor geëxcuseerd. Wat me minder bevalt is dat we niet uit de loop van de gebeurtenissen moeten concluderen wat het verhaal ons wil zeggen, maar dat het expliciet gemaakt is. Er is precies benoemd waar de schrijver mee zat, hoe hij geprobeerd heeft het aan te pakken en tot welke conclusie hij gekomen is. Dat had wellicht allemaal wat subtieler gekund.
Het slot is speels: CB koopt opnieuw een lot bij de Primera. Je zou kunnen zeggen dat het verhaal opnieuw kan beginnen. Maar het zou ook kunnen zijn dat nu de andere mogelijkheid verkend wordt: wat gebeurt er als je niet wint. Als er geen zin is, maakt niet maakt het dus ook niet uit of je wint of niet en ook niet hoe het verhaal verloopt. Het is er en daar moeten we het mee doen.
Aardig, aardig - dat is het woord dat het boek voor mij het best karakteriseert. Geen meesterwerk, maar aangenaam om te lezen en dat is al meer dan je van veel andere boeken kunt zeggen.
Titel: Lot
Auteur: Chrétien Breukers
Uitgever: Marmer
Baarn 2015; 200 blz. € 17,95
Geen opmerkingen:
Een reactie posten