Als ik het goed onthouden heb, zijn er in Nederland net zoveel mensen die 'reformatorisch' zijn als mensen die moslim zijn. Maar als je niet in de bijbelgordel woont, merk je niet veel van het orthodoxe christendom. Woon je er wel, dan weet je dat er kerken gebouwd zijn of worden voor meer dan tweeduizend bezoekers, dat er reformatorische scholen, een Reformatorisch Dagblad en een reformatorische omroep zijn. Misschien is reformatorische zuil nog de enige die nog een beetje standhoudt.
Wat er binnen zo'n zuil leeft, kunnen velen zich wel een beetje voorstellen. Er zijn mensen die zich nog goed kunnen herinneren dat ze elke maandag op school een psalm moesten opzeggen. Versje: 10, kwam er dan op het rapport te staan. We zijn intussen een paar vertalingen verder, maar men kent de Statenvertaling nog wel en er zullen nog genoeg mensen zijn die psalmen kennen in de berijming van 1773. Niet de moede hinde dus, maar 't hijgend hert.
Vanochtend werden we in de Vluchtheuvelkerk in Zetten weer even bepaald bij dat verleden. We mochten de geur van het nest weer ruiken en wisten bij de psalmen in de oude berijming dat we behoorden bij het volk dat het geklank kent. Het groepje toehoorders was beperkt, een klein kuddeke, maar de bijeenkomst was goed: een betrokken spreekster, een nieuwsgierig publiek, een intieme sfeer.
De spreekster was Liesbeth Labeur. Hier schreef ik over haar installatie Een nachthutje in de komkommerhof. Zij groeide op binnen het gedachtegoed van de Gereformeerde Gemeente, maar pas na haar elfde, toen het gezin teruggekeerd was van Curaçao naar Zeeland. De Caribische wereld was natuurlijk heel anders dan de wereld van klei en calvinisme. Later, toen Labeur kunstenaar was, zou ze proberen een evenwicht te vinden tussen die werelden. Zo maakte ze samples van de stem van Nel Benschop en die van dominees met muziek. In een van die 'nummers' is duidelijk Caribische muziek te herkennen.
Labeur brengt het publiek goed in de stemming. Er worden psalmen gezongen in de 'oude' berijming. Niet op hele noten; dat gaat de organist te ver, maar de oude teksten herkennen we:
Laat ons den rustdag wijdenEr blijkt nog steeds een radioprogramma te bestaan dat 'Laat ons de rustdag wijden' heet. Liesbeth Labeur herinnert het zich uit haar jeugd. Daar werd op zaterdagavond naar geluisterd. De zondagse schoenen waren dan al gepoetst, de soep voor zondag (op de dag des Heren mocht niet gekookt worden) stond al te trekken, alles maakte zich klaar voor de sabbat.
Met psalmen tot Gods eer.
't Is goed, o Opperheer,
Dat w' ons in U verblijden;
't Zij d' ochtendstond, vol zoetheid,
Ons stelt Uw gunst in 't licht,
't Zij ons de nacht bericht
Van Uwe trouw en goedheid.
Het zijn allemaal ingrediënten voor de soep van de herinnering. Daar maakte Labeur ooit een filmpje over:
Van woorden woorden maken, hebben al veel schrijvers gedaan. De bijbeltaal werd de taal die terugkwam in hun boeken: Jan Wolkers, Maarten 't Hart, Jan Siebelink, Franca Treur, noem ze maar op. Maar Liesbeth Labeur is beeldend kunstenaar; zij antwoordt in beelden. En in muziek. Want bij de woorden van de psalmen hoort natuurlijk de gedragen muziek.
Beroemd werd een poster over de brede en de smalle weg. De brede weg (links) leidt naar het verderf en voor je daar bent, kom je langs allerlei bedenkelijke stations: het speelhuis bijvoorbeeld met daarbij de bank van lening, maar ook de trein (die ook op zondag reed). Rechts is de smalle weg die ten leven leidt. Langs de zondagsschool en het diaconessenhuis.
Het inspireerde Liesbeth Labeur tot een installatie, waarbij je over de rode loper de brede weg kon bewandelen. Je kwam terecht in een ballenbak, met rode en gele (vuurkleurige dus) ballen. Maar er was ook een smalle weg. Moeilijker te vinden, maar uiteindelijk ook met een beloning. Niet voor eeuwig, maar dat gold ook voor de ballenbak, waar mensen weer uit konden klimmen.
Het is ondoenlijk om de hele lezing van Liesbeth Labeur weer te geven. In ieder geval maakt ze duidelijk dat de teksten uit haar jeugd een rijke bron zijn voor nieuwe beelden. Daarbij laat ze zien en ervaren dat ook de teksten uit onze jeugd nog steeds in ons verzonken zijn. Verschillende mensen gaven aan geraakt te zijn door verhaal.
Bij de gedachtewisseling kwamen er heel wat vragen en opmerkingen en tijdens de koffie na afloop werden er veel anekdotes uit de jeugd uitgewisseld. Met de blaaspijpjes die Liesbeth Labeur meegebracht had, werden er schietgebedjes naar het plafond geblazen. Dat gaf vrolijkheid, ondanks dat alle gebedjes weer neerstortten op de aarde.
Eigenlijk had ik foto's willen maken tijdens de lezing. Maar ik was zo aandachtig aan het luisteren, dat ik het fototoestel in mijn tas vergat. De plaatjes moet ik u dus onthouden. Dat is jammer, maar niet onoverkomelijk. De mens leeft niet bij beeld alleen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten