woensdag 15 januari 2025

De Reynaert. Leven met een middeleeuws meesterwerk (Frits van Oostrom)


Voor de middeleeuwse literatuur is flink wat belangstelling. Twee mensen hebben daar veel aan bijgedragen: Frits van Oostrom, die zich onder meer richtte op de literatuur in de hofcultuur en Herman Pley, die zijn aandacht meer richtte op de literatuur in een stedelijke omgeving. Daar hebben veel mensen plezier van gehad. 

Toen ik leerling was in de derde en later de vierde klas van de mavo had ik een bevlogen docent, Ewout Kouwenhoven, die met zijn klassen de hoogtepunten van de middeleeuwse literatuur doornam: Karel ende Elegast, Van den vos Reynaerde, Floris ende BlancefloerBeatrijs, Elckerlijc en Mariken van Nieumeghen. Hij vertelde de verhalen na en liet ons er aantekeningen over maken. Het blok werd afgesloten met een schoolonderzoek. Ik vermoed dat op geen enkele mavo dat nog gebeurt en ook niet op een havo- of vwo-school. 

Toen ik later de studie Nederlands MO-A en MO-B volgde, kwam de Middeleeuwse literatuur natuurlijk terug. Als ik mij goed herinner waren de docenten Kraan en Bromberg. Van de laatste herinner ik mij dat hij, nadat hij een week ziek was geweest, vertelde dat hij, zoals de Deugd bij Elckerlijc, 'vercrepelt ende al ontset' te bedde lag. 

Gelezen

In die tijd las ik Het Roelandslied, enkele bliscappen van Maria, Moriaen, Ferguut, WaleweinDe wrake van Ragisel, de vier abele spelen, Lanseloet en het herte met den witte voet, Renout van Montalbaen, De borchgravinne van Vergi, verschillende liederen, Hadewijch, het een en ander van Jacob van Maerlant, Ruusbroec en Anthonis de Roovere. En Het zwevende schaakbord van Louis Couperus. Maar De reis van Sinte Brandaen las ik weer niet. Ik weet niet of het daar nog van komen zal. 

In de jaren tachtig verschenen er ook nog deeltjes in de Griffioenreeks, waaronder Hoofsheid is een ernstig spel, Voorbeeldig vertellen en Van schelmen en schavuiten.  Met plezier gelezen, net zoals ik al die deeltjes van Van der Heijden tijdens mijn studie met plezier las. 

Van den vos Reynaerde heb ik altijd een bijzonder werk gevonden en toen in 2023 Frits van Oostrom een dik boek over dat werk uitbracht (De Reynaert. Leven met een middeleeuws meesterwerk), had ik er meteen zin in, maar het duurde even voor ik het kocht en toen duurde het nog weer een tijdje voor ik het ging lezen. Toen ik aan een collega vertelde dat ik het boek las, zei hij: 'Voor ons staat er eigenlijk niets nieuws in.' Dat ben ik niet met hem eens. 

In 1980 begon ik als docent Nederlands, aan een mavo, en toen werd ik ook geacht te vertellen over Van den vos Reynaerde. Daar zat ik intussen wel goed in. Ik weet niet zeker of ik de hervertelling van Jan Frans Willems gelezen heb, maar die van Arjaan van Nimwegen in ieder geval wel. En al gauw kwam er een mooie nieuwe uitgave van de Reynaert, Lulofs (1983). Die heb ik met veel belangstelling gelezen en mij werd nog weer eens duidelijk hoe prachtig Van den vos Reynaerde is. 

Lulofs

Lulofs beweert dat Reynaert moreel schuldig is aan allerlei misdaden, maar dat hem in juridische zin niks te maken valt. Volgens Van Oostrom klopt dat niet helemaal, maar dat laat onverlet dat Lulofs voor mij de Reynaert zeker heeft afgestoft en mijn belangstelling voor het werk heeft aangewakkerd. 

Van Oostrom geeft Lulofs niet zoveel credits, maar hij begint wel met de mensen te noemen die een uitgave van Reynaert, vaak in een versimpelde vorm, op de markt hebben gebracht, onder wie P. de Zeeuw J. Gzn. Die uitgave heb ik nooit gelezen, maar De Zeeuw heeft wel een warm plekje in mijn hart. Hij heeft meer dan tweehonderd jeugdboeken geschreven, waarvan ik er verschillende las, zoals De herberg het IJ en De hooiplukkers van Lochem. Over andere boeken, zoals De kleine Corsicaan, twijfel ik. Heb ik die gelezen? Het zou kunnen. 

P. de Zeeuw schreef veel boeken, waarvan zijn hervertelling van de Reynaert er maar eentje was, maar er zijn mensen die zich een groot deel van hun leven hebben gestort op de studie van het middeleeuwse werk. Van Oostrom laat ze allen de revue passeren, met veel waardering voor de onderwijzers die de literatuur voor kinderen toegankelijk maakten. Daarna gaat hij over op de handschriften die zijn overgeleverd, waarachter een soort oerhandschrift schuil moet gaan, dat via die verschillende teksten te benaderen is. 

Verhaal

En dan gaat Van Oostrom in op het verhaal, waarbij hij verschillende zaken verklaart, die mij altijd onduidelijk zijn gebleven. Wat voor vogel was bijvoorbeeld de Sinte Martinsvoghel die Tybeert voorbij vliegt als hij begint aan zijn tocht naar Reynaert? Van Oostrom maakt aannemelijk dat het een blauwe kiekendief geweest moet zijn. 

Er blijft natuurlijk nog genoeg over dat niet opgehelderd is, zoals wie die Willem nu eigenlijk is die Madoc geschreven heeft. Er is ooit een nepuitgave van dat werk geweest, waarschijnlijk die van Herman Vekeman. Ooit door mij gekocht, nooit helemaal gelezen. Heb ik het boekje nog? Dan zit het in een doos achter het schot op zolder. De roman van Nico Dros, Willem die Madoc maakte, heb ik een paar jaar geleden aan me voorbij laten gaan, al had ik er wel zin in. Komt misschien nog. 

Van Oostrom heeft een prachtig boek over de Reynaert geschreven. Niet alleen is het helder en informatief, maar het getuigt bovenal van liefde en bewondering voor het werk en het is zeer aangenaam om dat tijdens het lezen mee te krijgen. Weer eens werd ik erbij bepaald hoe goed Van den vos Reynaerde is. En het plaatst de mensen in het licht die zoveel gedaan hebben om het dierenepos te doorgronden. 

Het schema dat Van Oostrom toevoegt van 'Reynaerts grote list' verheldert naar mijn mening niet zoveel. Het verhaal lezen is gemakkelijker dan het ingewikkelde schema volgen. Het ziet er mooi uit, maar ik heb niet het idee dat het iemand verder helpt. 

Tekstuitgave

Ten slotte is er ook een nieuwe tekstuitgave van Van den vos Reynaerde opgenomen en dat was een mooie gelegenheid om de complete tekst weer eens in het middelnederlands te lezen. De aantekeningen bij de tekst zijn helder, maar die had ik gelukkig niet heel veel nodig, waarin ik mezelf meeviel. 

Goed register, heldere aantekeningen, een mooie literatuurlijst en dan ook nog een gebonden uitgave met een leeslint. Ik vind De Reynaert van Van Oostrom een heerlijk boek. Over Van den vos Reynaerde was ik al enthousiast en toch vind ik dit boek enthousiasmerend. Je krijgt nog meer zin om weer eens in het middeleeuwse werk te duiken. Heerlijk boek. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten