Literatuur is geen wedstrijd, maar blijkbaar houden we ervan om lijstjes te maken (De Grote Drie!). Wie zijn de grote Vlaamse schrijvers? We kennen uit het verleden natuurlijk Elsschot, Boon en Claus en wie even langer nadenkt zal ook wel Buysse, Walschap en Gilliams noemen. Of iemand anders misschien. Toen ik op de middelbare school zat, waren Lampo, Daisne en Ruyslinck nogal populair en ook Vandeloo werd geregeld gelezen.
Bij de nog levende schrijvers zijn er heel wat te noemen die meedraaien in de top van de literatuur en het hangt van je persoonlijke voorkeur af of je kiest voor Annelies Verbeke, Saskia De Coster en Peter Terrin of voor Herman Brusselmans, Kristien Hemmerechts en Jeroen Olyslaegers. Maar het lijkt me dat je in ieder geval bij het opstellen van de lijstjes Tom Lanoye niet kunt passeren.
Niet alleen is zijn werk gemiddeld van hoog niveau, maar hij is ook nog zeer productief en hij schrijft naast proza poëzie en toneelteksten. Binnen het proza heeft hij zowel romans als verhalen geschreven en ook nog heel wat polemische stukken.
Doordat Lanoye zo veel schrijft, heb ik hem niet helemaal bij kunnen houden. Zo was ik van plan om Gelukkige slaven te lezen, maar het is er niet van gekomen. Het is van 2013, zie ik nu ik het opzoek, terwijl het voor mijn gevoel een recent boek is. Zuivering (2017) is me geheel ontgaan. Maar De draaischijf, dat dit jaar is verschenen, heb ik meteen gekocht.
De dag waarop ik word begraven
Het is een kloek boek (Is het woord 'vuistdik' in deze context verplicht?) van zo'n 475 pagina's en het is heerlijk. In het hele boek is Alex Desmedt aan het woord, die al dood is als het verhaal begint. Het begin van de roman:
Ik had me de dag waarop ik word begraven heel anders voorgesteld. Had ik hem zelf mogen ensceneren, dan liet ik me -zoals onze moedertaal zo treffend verwoordt- 'ter aarde bestellen' onder een staalblauwe hemel, hartje winter. Het is ijskoud maar bizar zonnig. Geen wolk te bespeuren behalve de langzaam verbredende condensstreep van een verloren gevlogen straaljager.
De opkomst is massaal maar zwijgzaam.
In werkelijkheid is die opkomst niet massaal. Alex is al vergeten en door een deel van de mensen ook uitgekotst. Er zijn heel andere tijden geweest, toen iedereen hem kende en dat hij volop applaus kreeg.
Alex was acteur en later leidde hij een toneelgezelschap waarbij hij ook de rol van regisseur had. Nog weer later wordt hij directeur-generaal der Koninklijke Theaters van Antwerpen. Zijn broer Rik is directeur van de Vlaamse Opera, Alex' vrouw Lea Liebermann is actrice, die het nog tot grote hoogte zal schoppen. Lea is voor een deel Joods, tenminste in mijn herinnering, maar ik kan de juiste passage even niet terugvinden. In ieder geval is het haar niet vergund om in een deel van de Tweede Wereldoorlog op het toneel te staan.
Samenwerking met Duitsers
Om de theaters draaiend te houden, moet Alex samenwerken met de Duitsers, in dit geval met de Stadtkommissar. Daarbij lukt het hem niet om schone handen te houden. Het hele boek is een monoloog van Alex en we weten niet in hoeverre we hem op zijn woord moeten geloven, maar hij zegt dat hij altijd beslissingen heeft genomen om erger te voorkomen, maar die beslissingen kwamen hem ook wel vaak goed uit.
Voor een deel is het allemaal, volgens Alex, de schuld van zijn broer Rik, die wel duidelijk fout is. Zo dirigeert hij soms in een uniform van de SS. Alex blijkt lid te zijn geweest van allerlei organisaties die wel erg vriendelijk tegenover de Duitsers stonden, maar hij zegt aangemeld te zijn door zijn broer. Zelf zou hij daar vaak niets van geweten hebben.
Na de oorlog komen er natuurlijk processen. Alex ontkent niet wat er gebeurd is, maar hij betoogt dat het zijn beste keus was:
Ja, de verjaardag van Hitler is gevierd - tegen mijn zin!- in een operagebouw waarover ik de leiding had. En ja, ook de heldenhommage aan Reimond Tollenaere, idool van mijn broer, heb ik laten passeren. Wat hadden anderen gedaan in mijn plaats? Wat voor goeds had weigeren opgeleverd voor de talloze onschuldigen onder mij? Waren die beter af geweest als ik de woede van de Militärverwaltung had afgeroepen over ons allemaal?
Razzia
Alex heeft zich in veel situaties verdacht gemaakt. Zo is er een grootscheepse razzia, waarbij ook Alex en Rik (weer in zijn Duitse uniform) rondlopen. Het is een aangrijpende scène, die een van de hoogtepunten van het boek vormt: Alex hoort van de razzia en weet dat Lea op dat moment buitenshuis is en dus gevaar loopt. Samen met Rik probeert hij haar te vinden. Ik vermoed dat het hier over dezelfde razzia gaat die ook Jeroen Olyslaegers beschrijft in Wil.
Andere heftige oorlogsgebeurtenissen zijn de Antwerpse Kristallnacht, waarvan ik niet wist dat die er geweest was, het bombardement, door de geallieerden, op Mortsel Oude God en het neerkomen van een V2 op Cinema Rex.
Het is Lanoye gelukt om die geschiedenisfeiten persoonlijk te maken: Alex is getuige van de gevolgen en probeert te helpen. Daardoor wordt hij sympathiek. Je moet wel met hem meeleven, terwijl je tegelijkertijd weet dat het allemaal niet helemaal deugt, zodat je jezelf ook steeds vragen moet blijven stellen. Dat maakt Alex tot een intrigerende figuur.
Lea
Lea is dat zeker ook. Ze is loyaal aan hem en bij een van de processen is haar getuigenis medebepalend voor de uitkomst. Als Alex het land uit vlucht, blijft ze hem brieven schrijven. Maar als de rust weergekeerd is, overlaadt ze hem met verwijten:
Ik had nooit voor jou mogen pleiten in de rechtszaal. Als iemand een verdict verdiende, dan jij wel. Jij slikte alles net zo goed als iedereen, maar jij speelde ook nog eens mee, jij werkte mee, jij was een rat. Een rat die nooit eens tegendraads durfde te piepen. Een rat die nooit durfde te knagen aan de kabels van de macht.
De monoloog van Lea is een krachtige tekst, die zo op het toneel uitgesproken had kunnen worden. Sommige gesprekken zijn in de loop van het boek weergegeven als toneeltekst en dat is niet zo gek, want behalve een boek over Antwerpen in de Tweede Wereldoorlog en over collaboratie is De draaischijf een boek over toneel.
Er komen heel wat toneelstukken voorbij en allemaal krijgen ze context in de gebeurtenissen van dat moment. Na het bombardement op Mortsel Oude God verzorgt Alex sobere voorstellingen waarin Antigone gelezen wordt en je snapt waarom dat gebeurt. Alex vertelt ook steeds welke stukken hij brengt en wat voor hem daarvan de kern is.
Aktie Tomaat
Na de oorlog is Alex in Nederland, waar hij met zijn gezelschap mikpunt wordt van de Aktie Tomaat (1969), een vrij rigoureuze actie, die een aanval was op het traditionele toneel. Mijn beeld is (maar ik weet niet in hoeverre dat klopt) dat aanvankelijk in de geschiedschrijving het perspectief bij de jongeren lag. Zij stonden voor de vernieuwing, die ook daadwerkelijk gekomen is. Intussen zal er ook wel ruim aandacht besteed zijn aan de slachtoffers, maar dat heeft mij niet zo bereikt. Daarom vind ik het verfrissend dat Lanoye ons de andere kant van de actie laat zien.
En dan de titel. De draaischijf die bedoeld wordt, bestaat nog steeds, in de Haagse schouwburg, die zich intussen Koninklijk mag noemen. Het mechanisme is onder het toneel nog te zien en bij het boek is er een afbeelding van te zien aan de binnenkant van de stofomslag. In de roman legt Lanoye het principe van de draaischijf als volgt uit:
Bij een draaitoneel zit de schijf verwerkt in het podium. Ze loopt er zodanig mee gelijk dat de argeloze toeschouwer ze eerst niet opmerkt. Des te groter is zijn verbazing als een deel van de bühne opeens begint rond te wentelen. Zijn verbazing neemt nog toe als de schijf, draaiend en wel, ook nog eens begint weg te zakken, et acteurs en decorstukken er nog op.
Die beweging van letterlijke neergang kan een veelheid aan symbolische betekenissen oproepen. Verdwijning, toedekking, verbanning, gevangenzetting, uitroeiing vagevuur- en hellevaart, tot en met een algehele godendeemstering - het einde van de beschaving zoals we die kennen. De omgekeerde beweging roept uiteraard tegenovergestelde connotaties op.
In de Bourla in Antwerpen had Alex al eens geëxperimenteerd met een provisorische draaischijf. Later wordt hij met zijn crew naar Den Haag gehaald om een draaischijf aan de praat te krijgen. Die bevindt zich in wat het Deutsches Theater in den Niederlanden moet worden. Zijn werk daaraan zal Alex compromitteren. Bij de opening van het theater zijn Göring, Goebbels en Seys-Inquart aanwezig. Alex ziet daar ook de acteur Kurt Köpler, die duidelijk aan de kant van de machthebbers staat, maar ook geweldig goed speelt.
Alex op de draaischijf
In overdrachtelijke zin, heeft Alex steeds op de draaischijf gestaan. Als de schijf draait, sta je ineens niet meer aan de goede, maar aan de foute kant. De schijf kan stijgen en naar beneden gaan en Alex lijkt daar niet altijd invloed op te hebben. Je zou kunnen zeggen dat zijn leven de hele tijd toneel is geweest. Hij heeft zijn rol gespeeld totdat die uitgespeeld was.
In De draaischijf vermeldt hij dat hij ooit aan zijn memoires is begonnen, maar dat hij daarmee gestopt is, omdat hij zich verloor in details. Met deze roman hebben we die memoires eigenlijk alsnog. We krijgen een beeld van een man die zelf het idee heeft dat hij heel erg zijn best heeft gedaan en die in ieder geval leefde voor het toneel. In haar monoloog tot Alex zegt Lea dat het uiteindelijk niets heeft opgeleverd:
Jij en ik, Alex - wat hebben we nu eigenlijk gepresteerd, de afgelopen halve eeuw? We hebben allebei ons leven vergooid. Aan elkaar en aan het rampgebied genaamd de podiumkunst. En we hebben er geen bal voor in ruil gekregen.
Lea is duidelijk teleurgesteld en ook Alex heeft zijn teleurstellingen. Na zijn dood blikt hij terug en hij moet constateren dat er bij zijn overlijden geen ronkende stukken in de kranten zijn verschenen. Voor veel mensen bestond hij al niet meer.
Grote roman
In ieder geval hebben de levens van deze personages wel een geweldig boek opgeleverd, dat in mijn ogen staat als een huis. Sprakeloos vond ik tot nu toe de beste roman van Lanoye. Het is een boek over zijn moeder. De draaischijf heeft een andere ambitie, de gebaren en het bereik zijn groter: een grote Antwerpse roman, een roman over oorlog en collaboratie en over het toneel en al die thema's stevig verknoopt.
Soms moet een boek een paar jaar hebben, voordat je beseft hoe goed het werkelijk is. Het zou mij niet verbazen als we De draaischijf in de toekomst gaan opnemen in het rijtje met bijvoorbeeld De Kapellekensbaan en Het verdriet van België.
Eerder schreef ik over andere boeken van Tom Lanoye: