vrijdag 9 mei 2025

Afgestoft: Duivelskermis (Gerrit Krol)

Het verbaast me altijd weer hoe snel het werk van sommige schrijvers vergeten wordt. En soms staat dat werk me nog goed bij, maar lees ik het niet meer. Natuurlijk ook doordat er niets meer bijkomt. Misschien houden dichters het nog het langst uit. Citaten uit gedichten blijven misschien ook gemakkelijker hangen. 

Wat zoekend in mijn oude recensies kwam ik er twee tegen van boeken van Gerrit Krol (1934 - 2013) Ach, wat heb ik altijd van zijn werk gehouden! Ik schreef indertijd ook een stukje toen hij overleden was (link onderaan). 

Het werk van Krol is eigenzinnig en het wijkt af van het werk van andere schrijvers. Je hebt er altijd je hoofd bij nodig en toch is het ook ontroerend en gevoelig. Lees eens wat van hem en je ervaart het. Boeken als Maurits en de feiten of Een Fries huilt niet zijn prima om mee te beginnen. 

In Nederlands Dagblad van 15 mei 2007 besprak ik de korte roman Duivelskermis. Krol was toen al ziek, hij leed aan de ziekte van Parkinson. Maar hij kreeg het wel voor elkaar om daar een roman over te schrijven. Dat vind ik al een prestatie. Maar het is ook een echt Krolboek, met nauwkeurige waarnemingen. 

Of ik de titel zelf verzonnen heb, weet ik niet meer. Ik vermoed van niet, maar ik ben er niet zeker over. Tussenkopjes bedacht ik nooit zelf. Hier staat halverwege 'Hallucineren', wat een beetje vreemd is, want het hallucineren kwam al eerder in mijn stukje ter sprake. 

Of de medische noties over de ziekte van Parkinson nog kloppen, weet ik niet. Ik laat staan wat ik indertijd schreef en waarschijnlijk haalde ik dat uit het boek van Krol. Voor wie meer wil weten: de deskundige op dat gebied is Bas Bloem, verbonden aan de Radboud in Nijmegen.

Met liefde en genoegen denk ik terug aan het werk van Gerrit Krol. De recensie over Laatst met een vrouw en Rondo Veneziano zal ik hier ook nog plaatsen. 

Gerrit Krol overleden


De demonen van een parkinsonpatiënt 

 
Gerrit Krol lijdt aan de ziekte van Parkinson. Bij wie aan deze ziekte lijden, is er iets mis met de zenuwaansluitingen in het gedeelte van de hersenen waar de bewegingen geregeld worden. Via de zenuwstof dopamine worden de prikkels doorgegeven en parkinsonpatiënten hebben een tekort aan deze stof. Dat tekort kan opgevangen worden door het geneesmiddel levodopa, dat van de patiënt weer een bijna normaal mens maakt. 

Maar het gaat wel gepaard met bijwerkingen. Dertig procent van de gebruikers gaat hallucineren, vijftien procent heeft last van angsttoestanden en tien procent krijgt te maken met wanen. Krol schreef een korte roman, Duivelskermis, over de hallucinaties van een parkinsonpatiënt. In de inleiding noemt hij ze zijn demonen. 
Demonen kunnen in vrije staat tamelijk veel schade aanrichten. Ik heb ze 's in volle ijver een kostbaar schilderij in tweeën zien zagen. Maar eenmaal tot de orde geroepen kropen ze snel naar hun oude plaats terug. Tot mijn opluchting zag ik de volgende dag het schilderij in ongeschonden staat aan de muur hangen.
Na de inleiding trekt de schrijver zich terug, zodat de lezer de blik kan richten op de hoofdpersoon, Albert. Die gaat na een paar drukke weken naar Zuid-Limburg om de bloemetjes buiten te zetten. Zegt hij, maar in werkelijkheid is hij op zoek naar zijn vriendin Maria Dageraad, die vier jaar geleden verdween. Ze liet een briefje achter waarin ze schreef dat ze hoopte dat het tijdelijk was en dat het geen zin had om de politie in te schakelen. De zoektocht naar Maria lijkt in de verte wat op die van de drie Afghanen in Elsschots Het dwaallicht, die hun best doen in contact te komen met Maria van Dam. 

Net als bij Elsschot zijn er bij Krol verwijzingen naar de Bijbel. Het hoofdstuk waarin beschreven wordt dat Maria een kind krijgt, heet 'Een kind wordt ons geboren', een duidelijke verwijzing naar Jesaja 9. Toch lijkt het of Krol hier verder geen diepere betekenis aan wil geven. Aangezien Albert aan wanen lijdt, is het trouwens goed denkbaar dat Maria helemaal niet bestaat. In ieder geval is ze met schimmigheid omgeven. Zo is ze al vier jaar zwanger, als Albert haar weer ontmoet. 

Hallucineren 

Maria is ook maar een van de vrouwen die om Albert cirkelen als hij in Zuid-Limburg is. Hij krijgt te maken met een vrouw die hij van vroeger kent, Jozefïna, en met de hospita Irmgard. Verder wemelt het in Maastricht van de vrouwen, in verband met het 'Derde Trophé de Decolleté'. Krol heeft al veel geschreven over vrouwenborsten, onder andere in De ziekte van Middleton, zodat we niet op hoeven te kijken van zo'n decolletéwedstrijd. In Duivelskermis zal het ook te maken hebben met de ziekte van de hoofdpersoon. Een mogelijke bijwerking van levodopa is een verhoogd libido. 

Hoe het allemaal precies verloopt met Albert, Maria en de andere vrouwen is eigenlijk niet zo van belang. Na lezing van dit boek blijft je vooral bij hoe nauwkeurig Krol het hallucineren beschrijft. Toen ik op twee derde was, was ik Albert al zo ongeveer vergeten, en werd de schrijver zelf de hoofdpersoon. Met elke bladzijde groeide mijn bewondering voor hoe Krol, in de toestand die hij beschrijft, een boek kan schrijven dat verwarrend, maar tegelijkertijd ook bijzonder helder is. 

Hij (Albert? Krol?) ziet bijvoorbeeld een demon aan tafel zitten, heel dichtbij. Hij tekent. 
Maar echt tekenen deed hij niet. Hij zat het eenvoudig over te trekken. Met een haarspeld. Hij kon volstaan met een minimum aan beweging, in feite lag zijn hand stil. Toen ik dat ontdekte, dat hij niet bewoog, keek ik naar omhoog, naar zijn hoofd. Maar zijn hoofd, dat was gewoon de lamp, de tafellamp die ons bescheen. Zijn tekenhand lag stil en toen ik die aanraakte, met twee vingertoppen, voelde ik dat het mijn eigen hand was die ik beroerde. Daarmee ging mijn tafelgenoot letterlijk in lucht op, hij verdween. Even later zag ik hem terug, in de hoek bij de bar, op de grond. Zijn hoofd was rood en transpireerde. Hij krabde verwoed achter zijn oor en toen zag ik dat het een hond was.
Onmiskenbaar humoristisch en tegelijkertijd bijzonder ernstig. Typisch Krol. Hij heeft niet alleen de parkinsonlijders, maar ook de literatuur een grote dienst bewezen. Petten af. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten