vrijdag 30 juni 2023

Jij gaat dood (Nina Blom / Margreet de Heer)



Kindermishandeling door Falsificatie is waarschijnlijk beter bekend als Münchausen by Proxy. Het is een vorm van kindermishandeling waarbij lichamelijke of psychische symptomen bij een kind worden gefingeerd, gefalsificeerd of toegebracht door de ouder of verzorger. Dat lezen we achter in Jij gaat dood een strip over de jeugd van Nina Blom die daar als kind mee te maken heeft gehad. 

Ze schreef daarover het boek Je bent een verschrikkelijk kind. Dat boek is nu verstript door Margreet de Heer. Het boek is opgedragen aan Dokter Vrienten, 'zonder wie ik er nu niet meer zou zijn.' 

In 1975 wordt Nina geboren. Al snel daarna gaat moeder geregeld met haar dochtertje geregeld naar de dokter: de kleine Nina huilt veel, volgens moeder, en ze heeft vaak buikpijn. Tenminste dat moet Nina tegen de dokter zeggen. Haar oudere zus Eva zit in eenzelfde situatie: ze mag niet te wild doen bij het spelen, want dan zou ze een aanval van epilepsie kunnen krijgen. 

Afhankelijk

In moeders ogen zijn de kinderen ziek en als een arts dat niet wil bevestigen, gaat ze met hen naar een andere dokter. Tegen Nina zegt ze dat het maar gelukkig is dat haar moeder bij haar is. Het lijkt wel of ze het kind in een afhankelijke positie wil houden. Het kind is ziek, ook al weet het dat zelf niet. Alleen moeder heeft in de gaten hoe het zit en zij zal het kind de verzorging geven die het nodig heeft. 

Het is een benauwende nabijheid en als je moeder steeds zegt dat je ziek bent, is het bijna onmogelijk om te geloven dat het niet zo is. Maar het is niet alleen maar verstikkende zorg waarmee Nina te maken krijgt. Moeder is ook agressief tegenover haar. Ze noemt Nina een ondankbaar kreng. Moeder doet immers alles voor haar, maar Nina ziet dat niet. 

Vader is vaak wat meer op de achtergrond, maar hij kan ook bot zijn en heeft ook woedeaanvallen. Als moeder geopereerd moet worden, geeft hij daar de kinderen de schuld van: 'Hebben jullie nou je zin?' 

Van ziekenhuis naar kliniek

Moeder gaat steeds verder: Nina's armen en benen worden ingezwachteld en ze komt in een rolstoel terecht. Ze gaat van ziekenhuis naar kliniek. Moeder is af en toe ook fysiek agressief tegen haar. In de zorg zijn de meningen verdeeld, waardoor niemand ingrijpt. 

Er is wel belangstelling van een buurvrouw, maar dan verhuist het gezin weer. Eigenlijk is moeder steeds bezig om Nina te isoleren, zodat zij de enige is die Nina nog heeft. Ze schildert de toestand van Nina als steeds hopelozer af. Nina gaat dood, dat is duidelijk. Dat zegt moeder tenminste. Als Nina slaapt, maakt moeder haar wakker: Nina heeft immers te veel pijn om te slapen. En ze dwingt haar ook om medicijnen te slikken. Moeder praat haar zelfs aan dat ze niet meer wil leven. 

Gelukkig is er een arts die in de gaten heeft wat er aan de hand is, maar het is lastig om echt wat te doen. Uiteindelijk wordt Nina thuis weggehaald en onder voogdij gesteld. Maar nog steeds heeft moeder invloed. Uiteindelijk besluit Nina dat ze het bezoek van haar ouders niet meer wil. Moeder reageert heel manipulatief, maar eindelijk kan Nina voor zichzelf kiezen. 

Epiloog

In de epiloog springen we over 34 jaar heen naar het nu. Het gaat gelukkig goed met Nina. In het nawoord geeft Patries Worm (kinderarts en vertrouwensarts bij Veilig Thuis) nog wat feiten en cijfers over deze vorm van kindermishandeling. Bijvoorbeeld dat in de helft van de gevallen de mishandeling in het ziekenhuis gewoon doorgaat en dat een vrij groot deel van de mishandelende ouders werkzaam is in de zorg. 

'Veertien jaar ziek gemaakt door haar eigen moeder' staat als een soort ondertitel op de cover van Jij gaat dood. Daar komt het op neer. Met Nina was niets aan de hand, maar moeder maakte haar zo ziek dat het leven van Nina gevaar liep. Een heftig verhaal dus. 

Ingehouden

Margreet de Heer heeft hier een mooie strip van gemaakt. De verteltoon is ingehouden, bijna zakelijk: alleen laten zien wat er gebeurd is en dan doen de gebeurtenissen het werk wel. Juist doordat de verteller zo op de achtergrond blijft, grijpt het verhaal aan. Het is knap dat De Heer een complexe en gelaagde situatie zo helder heeft verbeeld. Voor iedere lezer is duidelijk wat er aan de hand is en ook dat het steeds erger wordt. 

Op de cover zien we Nina die in een achtbaankarretje naar beneden gaat, de diepte in. Ze is immers op weg naar de dood. Die weg naar beneden wordt getoond in het boek. Gelukkig komt het karretje op tijd tot stilstand. 

De inkleuring, door Ruben Brinkman is sober: hij gebruikt alleen grijzen. Dat past goed bij de ingehouden manier waarop verteld wordt.  En bij de sfeer: er is in een groot deel van het verhaal geen aanleiding voor vrolijke kleurigheid. 

Over Münchausen by Proxy is wel het een en ander bekend, maar door dit persoonlijke verhaal heeft deze vorm van kindermishandeling een gezicht gekregen. Je realiseert je wat  zo'n ouder met iemand kan doen  en hoe je zelf helemaal weg lijkt te raken bij een ouder die zichzelf zo groot maakt. Tot er bijna niets meer van je over is. 

Titel: Jij gaat dood
Tekst: Nina Blom en Margreet de Heer
Inkleuring: Ruben Brinkman
Uitgever: Personalia
2023, 208 blz. 24,99 euro (paperback), 34,99 euro (hardcover)

woensdag 28 juni 2023

Mevrouw Verona daalt de heuvel af (Dimitri Verhulst)



Tussen mij en het werk van Dimitri Verhulst loopt het soms een beetje stroef. Ik erken het talent van Verhulst en in al zijn boeken valt er wel iets te genieten, maar toch heb ik vaak het idee dat hij onder zijn eigen niveau blijft, dat er meer in gezeten had. 

Natuurlijk, ik heb genoten van De helaasheid der dingen (2006) en zijn Boekenweekgeschenk De zomer hou je ook niet tegen (2015) is heel behoorlijk. Maar Godverdomse dagen op een godverdomse bol (2008) is vooral goed als idee en als je halverwege bent, is het verrassende er wel af. Aan De laatkomer (2013) ligt ook een goed idee ten grondslag, maar het slot is niet zo sterk en In weerwil van de woorden (2021) kent goede passages, maar als geheel overtuigde het me niet. 

Verhulst heeft natuurlijk zijn stijl en vaak is er ook een nadrukkelijke verteltoon, die je gemakkelijk meeneemt. Vervelend zijn zijn boeken eigenlijk nooit. Maar heel vaak verwacht ik er meer van dan ze me bieden en dan ben ik toch wat teleurgesteld. 

Over Mevrouw Verona daalt de heuvel af (2006) had ik wel eens wat goeds gelezen, dus ik besloot het een kans te geven. Het is in hetzelfde jaar verschenen als De helaasheid der dingen, zie ik. 

Dorpsgemeenschap

In de korte roman (110 bladzijden) leren we een dorpsgemeenschap kennen, het besloten wereldje van het dorp Oucwègne. Het is maar een klein dorpje. Als er iets mis is met je gezondheid, kun je bijvoorbeeld niet naar een huisarts. Maar gelukkig is er wel een dierenarts.

Door een vreemde omstandigheid zijn er in het dorp nauwelijks meisjes geboren de afgelopen decennia. Wat de oorzaak daarvan is, is niet duidelijk, maar in het dorp heeft men zich verzoend met de theorie dat het zaad van dronkaards de kracht verliest om iets moois voor te brengen. 

Om het dorp liggen drie heuvels en op een ervan woont mevrouw Verona. Aanvankelijk met haar man meneer Pottenbakker, maar die heeft zich opgeknoopt aan een boom. Uit het hout ervan laat mevrouw Verona een cello maken. Ze blijft met liefde aan hem denken. 

Het dorp had verwacht dat mevrouw Verona zou vertrekken na de dood van haar man, maar ze is gebleven. 
Zij bleef, wetende dat de heuvel later haar calvarie zou worden, en ten slotte zelfs haar harde contract met de eenzaamheid. Men moest het haar nageven, voor iemand uit het noorden. En de dag waarop dit nieuws hier door de heuvels trok, Mevrouw Verona blijft!, Mevrouw Verona blijft! hebben de mannen zingend vlokken schuim op de rivier gepist.

Laatste tocht

In de winter is Mevrouw Verona zo goed als geïsoleerd, maar op een februariochtend besluit de ze de heuvel af te dalen. Het moet haar laatste tocht worden. 
Ze weet dat ze niet meer naar boven zal gaan, dat dit het punt is waarop ze louter nog uit verleden bestaat. Best mogelijk dat haar lichaam het haar nog toestaat enkele jaren mee te gaan, ze rekent op de sterkte van de wil om vandaag dood te gaan. 
Het deed me denken aan de afbeeldingen van de levenstrap of de trap des ouderdoms uit de zeventiende en achttiende eeuw, waarin het leven vergeleken wordt met het bestijgen van een trap. Op je vijftigste sta je op de hoogste trede. Daarna gaat het weer naar beneden, naar de dood. Bij mevrouw Verona is het geen trap, maar een heuvel, maar het idee blijft hetzelfde. De letterlijke afdaling krijgt een metaforische lading mee. 

Mevrouw Verona is 82 jaar oud, dus ze is al wat treden op de levenstrap gedaald. Er zijn altijd honden om haar heen geweest en ook nu heeft ze een hond bij zich. Ze is niet somber, maar ze kiest haar weg naar beneden, willend dat het haar laatste tocht zal zijn. 

Het heden is de afdaling, die we in stukjes te lezen krijgen. Tussendoor leren we het dorp en daarmee het verleden kennen. Het zijn veelal scènes, verhalen, schetsen. Veel plot hoeven we niet te verwachten, maar dat stoort helemaal niet. Ook mevrouw Verona weet al waar het allemaal op uit zal lopen. Haar gedachten gaan wat rond, zoals het boek het ook doet. 

Bescheiden

Mevrouw Verona daalt de heuvel af is een boek van bescheiden omvang en er spreekt weinig pretentie uit, maar dat maakt het juist zo aangenaam. Het past  bij Mevrouw Verona, op wie de zin van toepassing lijkt te zijn die Simon Carmiggelt schreef over Juffrouw Nifterink: 'U zong uw liedje zacht, maar 't klonk welluidend.'  De lezer maakt de tocht mee van de heuvel naar de dood. En op de achtergrond is er dat dorpje van niks, waar mensen geboren worden en weer sterven, en in de tussentijd lijkt er weinig te gebeuren. 

Zo heb ik Verhulst graag, zonder al te forse retorische aanzetten, zonder het verzanden in grappenmakerij, maar wel met wat deze vertelling nodig heeft: een stem, een sfeer, een decor, een leven waar we nog even mee op kunnen trekken. Fraai gedaan. 

Een schrijver heeft het recht om beoordeeld te worden op het beste van zijn werk. Voor Verhulst lijken mij dat de twee boeken die in 2006 verschenen: De helaasheid der dingen en Mevrouw Verona daalt de heuvel af. Wat daarna verschenen is, is -in mijn ogen althans- minder. Maar Verhulst kan veel en ik wacht rustig af tot hij dat weer eens laat zien. 

Eerder schreef ik over ander boeken van Dimitri Verhulst:

maandag 26 juni 2023

Rita (Odija / Stefaniec)



Deel 2 van het vierluik over de stad Bardo is er! Eerder besprak ik al Stolp, waarin de rokende en hoestende Stolp zijn weg zoekt door de stad en het leven, op zoek naar het meisje Sava en zijn verdwenen vrouw Rita. In deel 2 volgen we hem verder op zijn tocht. 

De onrust in Bardo groeit. Doctor Maind doet experimenten om de menselijke soort te laten voortbestaan, maar die hebben tot nu toe geen resultaat. Er komt dus verzet en hij dreigt zijn subsidie te verliezen. 

Ook Stolp komt in de problemen. Hij heeft de hulp van Loens, een kameleon met bijzondere krachten, die hij hard nodig zal hebben. Zeker als hij beschuldigd wordt van verkrachting. Loens is het laatste reptiel in Bardo. De planten zijn al verdwenen en de dieren lijken dezelfde weg te gaan. Stolp haalt Loens op bij de kunstenaar Rege.

Trip

Stolp is een jager, maar in dit deel probeert hij vooral te ontkomen aan degenen die op hem jagen. Hij duikt onder in de wijk van de verwijderden, waar hij weer een trip heeft, of misschien een blik aan de andere kant van de dood. Wat hij daar te zien krijgt, is vooral een blik op zichzelf. Wat is er in het verleden gebeurd tussen hem en Rita. En met nu kind? Wordt zijn gedrevenheid verklaard door zijn schuldgevoel?

Ook in dit deel is er de sekte van de Zwarte Zon, die haar eigen agenda lijkt te hebben. En we krijgen een beeld van de grote leider en zijn vrouw. Of Stolp er veel verder mee komt, is de vraag. Maar hij lijkt ook maar het voertuig dat de lezer door de wereld van Bardo laat bewegen. 

Bardo is een wereld die op weg lijkt naar de ondergang. Geweld en genot, desintegratie, verval, vuiligheid. Bardo lijkt onleefbaar, maar iedereen probeert er het beste van te maken. Wie Rita leest moet onontkoombaar die wereld in. 

Niet de gemakkelijke weg

Daniel Odija (scenario) en Wojciech Stefaniec (scenario en tekeningen) hebben met Rita weer een intrigerend deel toegevoegd aan het verhaal van Bardo. Daarvoor hebben ze niet voor de gemakkelijke weg gekozen. Het verhaal springt vaak over van de ene verhaallijn naar de andere, met trouwens heel slimme bruggetjes, zodat het een tekening lang duurt voordat je in de gaten hebt dat je als lezer de sprong hebt meegemaakt. 

De trip van Stolp is, net als in het vorige deel, prachtig gedaan, waarbij de makers heel veel vrijheid hebben genomen. De lettering is heel expressief en de bladzijden lijken kunstwerken op zich. In alles is er de morsigheid en de onordelijkheid. Niet alleen de personages, maar ook de lezer heeft nooit helemaal de controle. 

Intrigerend is een scène waarin drie verhalen door elkaar spelen: een vrijpartij en twee gevechten. Bij alle drie komen er oerkrachten vrij. In een strook krijgen we steeds zicht op de drie situaties, die bijna samen lijken te vallen. 

Niet lieflijk

Waar het verhaal heen gaat, zal uit de volgende delen moeten blijken. Natuurlijk is het decor Bardo en dat decor werkt door in het thema: een samenleving die geen toekomst blijkt te hebben. Daartussendoor blijven mensen op zoek naar genot en zelfs naar liefde, proberen ze loyaal te zijn aan anderen en zichzelf en ook de band tussen ouders en kinderen komt steeds terug. Niet op een zoete en lieflijke manier; de pijn er het hele album door is, zit ook hierin. 

Deze reeks is niet voor lezers die simpel vermaak willen. Ook dit deel, Rita, vraagt veel van de lezer. Niet alleen op verhaalniveau, maar ook in de tekeningen, die de esthetiek niet als uitgangspunt hebben. In die zin sluiten ze aan bij het expressionisme dat ook meer het ware dan het mooie wilde laten zien. Maar wie het avontuur aangaat, krijgt er veel voor terug: een knarsend verhaal, dat je meevoert naar diepten waarop je je niet meer gemakkelijk voelt. Vrolijk is het allemaal niet. Wie vrolijkheid zoekt, moet maar iets anders gaan lezen. 

Serie: Bardo
Deel: Rita
Tekst en tekeningen: Daniel Odija en Wojciech Stfaniec
Vertaling: Charlotte Pothuizen
Uitgever: Scratch Books
2022, 152 blz. 29,95 euro (hardcover)

vrijdag 23 juni 2023

Tsjaikovskistraat 40 (Pieter Waterdrinker)



Met schrijven ben ik een beetje achter geraakt, door de drukte van de afgelopen weken. Het is dan ook al een tijdje geleden dat ik Tsjaikovskistraat 40 van Pieter Waterdrinker las. Twee jaar geleden las ik De rat van Amsterdam en daar genoot ik zeer van. Aan het eind van het jaar plaatste ik het in het lijstje met de beste boeken die ik dat jaar las. 

De ondertitel van Tsjaikovskistraat 40 is Een autobiografische vertelling uit Rusland. Maar er staat ook 'Roman' op de kaft. De ik-figuur in het boek is Pieter Waterdrinker en het gaat inderdaad over de schrijver. Er komt immers een proces in voor dat gevoerd werd naar aanleiding van een van zijn eerdere romans. 

Maar blijkbaar was het nadrukkelijk de bedoeling om geen roman te schrijven. 'Maar ik ben de fictie inmiddels voorbij', schrijft Waterdrinker ergens. Er zitten veel gedeelten in het boek die je als een documentaire of als geschiedenis kunt lezen, maar het geheel maakt wel de indruk van een roman, waarbij het niet uitmaakt of het nu fictie is of niet. 

Revolutionair

De titel verwijst naar het adres waar Waterdrinker in Sint-Petersburg woont. Die straat is niet naar de componist genoemd, maar naar een revolutionair. We krijgen veel te lezen over de revolutie van 1917 en het is niet voor niets dat dit boek honderd jaar later uitkomt. Maar Waterdrinker schrijft ook over bijvoorbeeld de revolutie van 1905 en over, veel later, het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. En steeds weer blijken er belangrijke gebeurtenissen plaats te hebben gevonden in de buurt van het adres. 

Uitgebreid schrijft Waterdrinker over Zinaida Hippius, die na de revolutie van 1905 naar Parijs vertrok, maar na de Oktoberrevolutie weer terugkeerde. Ze moet een interessant figuur geweest zijn. Waterdrinkers en haar verhaal raken elkaar.

Maar Tsjaikovskistraat 40 is niet alleen en misschien wel niet in de eerste plaats een boek over de geschiedenis van Rusland. Het is ook het verhaal van Pieter Waterdrinker, die naar Rusland gaat om Bijbels af te leveren en die later met een compagnon een zaakje opzet. De beide heren lijken goed te verdienen aan hun reisbureautje. Eromheen hangt een Elsschotachtige sfeer. Uiteindelijk blijft Waterdrinker met lege handen achter. 

Geen held

Heel vaak zit het hem tegen en dat komt voor het boek wel goed uit. Waterdrinker heeft stevige meningen en is steeds nadrukkelijk als hoofdpersoon aanwezig, maar een echte held is hij niet, wat hem menselijk houdt. 

Door het vlechtwerk van autobiografische gedeelten en geschiedenisgedeelten is het een boek geworden dat vrij los gecomponeerd lijkt. Het springt soms wat heen en weer in de tijd, maar de eenheid blijft altijd bewaard, door de vertelstem die de hele tijd klinkt. Als Waterdrinker flink op dreef is, gaat hij maar door. Dan verdeelt hij de tekst niet meer in alinea's: die staat dan in massieve blokken verdeeld over de pagina's. 

En als lezer laat je je graag meevoeren door de luid pratende man met zijn grote gebaren. Hij praat het mooi aan elkaar, de revoluties uit het verleden en de hobbels in zijn eigen leven. In dat leven gebeuren spannende zaken en er vallen zelfs doden en de hele tijd is Rusland het decor. Maar dat woord klopt eigenlijk niet. Rusland is ook bijna een personage waartoe Waterdrinker zich moet verhouden. Het boek is met evenveel liefde voor Rusland geschreven als met kritiek op het land. 

Ook humoristisch

Soms is het verhaal spannend, soms gruwelijk, vaak ook humoristisch. Ik heb het maar over me heen laten gaan. Er loopt wel eens een zin wat stroever, maar er zijn genoeg heerlijke zinnen, met veel vaart. De kniesoor in mij zat mij niet in de weg. Uiteindelijk kom je toch in de ban van het vertelde en de vertelstem die je dat allemaal meegeeft. 

De rat van Amsterdam is meer een roman dan dit boek. Goed geconstrueerd, spannend, ook leuk. Maar Tsjaikovskistraat 40 is persoonlijker en met gedeelten met een stevige inhoud. Misschien heeft dat net iets meer mijn voorkeur.  Maar ik hoef gelukkig niet te kiezen. 

Eigenlijk vind ik dat ik nu ook Poubelle nog moet lezen, maar er liggen nog hoge stapels met boeken die ook graag wil lezen. Misschien komt het er toch ooit nog van. 

Laat ik eindigen met een citaat, waaruit blijkt dat Waterdrinker niet vies is van een stevige mening en dat hij die ook heeft over de Nederlandse literatuur. 
Niets en niemand in het leven is wat het lijkt. De oplichters zijn nog altijd om ons heen, de opsnijders, de predikers van de valse liefde, de handelsreizigers in humaniteit. Een maskerade! Een charade! Wat zeggen de Russen ook alweer? Schrijf zoals je ademt en adem zoals je schrijft. Maar schrijven in het land waar ik vandaan kom is een voortdurend stikken. Terwijl de wereld een stankbel is, geuren de letteren daar als een met ochtenddauw bedekte rozenknop. Het gros schrijft met een knikker in de reetu, uit vrees te verraden dat ook zij een aars hebben die kan stinken. Klein geserreerd, met nooit een woord te veel. Wát een literatuur!

dinsdag 20 juni 2023

Worst Case Scenario (Michiel Bonset / Richard Raaphorst / Eron Sheean)

Vraag voetbalkenners naar de finale van het WK voetbal in 1974 en er komt een nationaal trauma aan het licht. Nederland speelde tegen West-Duitsland  en 'wij' waren de beste, is de mythe: we kwamen op voorsprong nog voor de Duitsers aan de bal waren geweest. Maar uiteindelijk verloor Nederland. Op de achtergrond zal voor veel mensen de oorlog meegespeeld hebben: de Duitsers hadden nog wat tegoed. 

Een beladen wedstrijd, die na afloop nog extra lading meekreeg. 'Zijn we er tóch ingetuind', riep Herman Kuiphof. Bij elk volgend treffen met die Mannschaft kwam de frustratie weer boven en misschien voelt een enkele verstokte voetballiefhebber nog af en toe de pijn. 

Aanpassingen

Deze wedstrijd speelt een rol in de strip Worst Case Scenario. Er zijn wel wat aanpassingen gemaakt: zo wordt de wedstrijd niet in München gespeeld, maar in Rotterdam en bij Nederland staat Eddy Treytel op doel. In werkelijkheid zat hij wel bij de selectie, maar alle wedstrijden werden gekeept door Jan Jongbloed. De historie is nadrukkelijk aanwezig, maar de stripmakers gaan er speels mee om. 

Die speelsheid blijkt ook uit andere verwijzingen. De presentator op tv is IJf Blokker, een van de passagiers in een trein is Sjef van Oekel en bij de natuurbeelden is het schilderij De bedreigde zwaan van Jan Asselijn te herkennen. Leuke dingen voor de lezers. Niet erg als je ze mist, maar leuk als je ze vindt. Er zullen er wel meer zijn. 

Bij het begin van de strip is het de dag voor de finale in 1974, op het Hollandse platteland: weilanden, water, molens. Was wappert aan de lijn, kinderen spelen buiten. Die beelden roepen vredigheid en onschuld op. Een boer op een trekker, die een pijp rookt - de nostalgie wordt flink gekieteld. 

Verstoring

Doordat de vredigheid zo benadrukt wordt, is de verstoring ervan des te bruter. Het begint ermee dat twee kinderen een IJzeren Kruis uit de oorlog vinden, een kruis van verdienste zoals sommige Duitse soldaten die wel droegen. In het midden staat een hakenkruis en het zit aan een kettinkje, waarbij ik me afvraag of dat laatste historisch wel klopt. 

De volgende dag loopt de spanning op: op de ene plaats is er het afgeladen stadion met het opgefokte publiek, op het platteland is het de boer (de vader van de kinderen) die zich toegang verschaft tot een ondergrondse bunker. De hond loopt hem na en de kinderen volgen de hond. Een van de kinderen haalt in de bunker een hendel over en daarna komen allerlei duistere machten vrij: zombies, Duitse soldaten met half vergane lichamen en half robot, bedekt met maden, luchtballonnen die zich over het land verspreiden. Al gauw waren dood en verderf rond. Overal is geweld en het groeit uit tot apocalyptische proporties. Ook in het stadion ontkomt men niet aan de invasie van de zombies. 

Steeds als je denkt dat de top bereikt is, doen de stripmakers er nog een schepje bovenop. Dat heeft  wel iets grappigs, maar doordat er keer op keer op dat aambeeld gehamerd wordt, maakt het op den duur toch wat minder indruk. Wat wel goed werkt, zijn de contrasten die steeds terugkomen: de huiselijke was aan de lijn met rode bloedspatten, verdwaasde koeien te midden van de chaos, een onschuldig bloempje terwijl de maden uit de lucht vallen. Maar van de overdaad van geweld en bloed en smerigheid werd ik wat gelaten. Waarschijnlijk ben ik niet de beoogde lezer; anderen zullen ervan genieten.  

Herkomst van het verhaal

Het verhaal is gebaseerd op een screenplay van Bart Oosterhoorn en Miguel Tejada Flores. Een film is dat uiteindelijk niet geworden. Het idee voor de strip is van Richard Raaphorst en Eron Sheean. De naam van de laatste prijkt nadrukkelijk op de cover, maar wat hij precies gedaan heeft, wordt me niet duidelijk. De tekst is van Michel Bonset

Het verhaal heeft vaart en de tekeningen dragen daaraan bij: veel dynamiek, schwung, lekker getekend. Raaphorst wisselt veel van perspectief, wat veel variatie geeft. Bij nadere beschouwing gaat er wel eens wat mis in de details. Het is zomer, maar de koeien zijn pluizig, wat ze alleen zijn als ze hun wintervacht hebben. In de jaren zeventig hadden bovendien bijna alle koeien nog horens, maar niet in de strip. Voor op de brandweerauto staat 'Brandweer' in spiegelbeeld, wat toen ook nog niet het geval was.

De boer heeft een pijp in zijn mond en die was blijkbaar lastig te tekenen. Niet alleen heeft die soms een rechte en soms een gebogen steel, maar het perspectief lijkt verschillende keren net niet te kloppen. Ach, het zijn kleinigheden, die alleen opvallen als je heel nauwkeurig kijkt. Gemiddeld genomen is alles goed getekend, met een enorme souplesse. 

Ook op de tekst is weinig aan te merken. Over het algemeen ondersteunt die het verhaal. Nou ja, toch een detail: geen zeeman zegt dat het anker 'opgelicht' is. Ankers worden gelicht. Maar ook hier: dat opmerken is muggenzifterij. 

Worst Case Scenario is origineel qua gegeven, fijn getekend, met vaart verteld. Maar je moet wel van dit soort verhalen houden. De blubberige bloederigheid wordt verteerbaar gemaakt door de luchtigheid, die er zeker ook is, maar voor mij was het effectbejag te nadrukkelijk en werden hier van te dik hout planken gezaagd. Een ander zal dat wellicht juist waarderen. 

Titel: Worst Case Scenario
Tekst: Michel Bonset
Tekeningen: Richard Raaphorst
Kleur: Robin Raaphorst
Uitgeverij L
144 blz. 29,95 euro (hardcover)

vrijdag 16 juni 2023

Knipperen & ademen (Micky Dirkzwager)


Zoals sommige wijnen een tijdje kelder nodig hebben, moeten ook sommige boeken een tijdje rijpen. Meestal krijgen ze bij mij daar de tijd niet voor. Na het lezen wil ik er graag zo snel mogelijk over schrijven. 

Maar de laatste tijd ging dat niet. Mijn hoofd zat vol en had vaak alleen ruimte voor de dingen van een enkele dag. Correctiewerk van school en van de Staatsexamens, gesprekken in verband met een mogelijke nieuwe baan en dan de dagelijkse dingetjes die je niet mag vergeten en die je dan toch vergeet. Zelfs lijstjes helpen daar niet tegen. 

Tussendoor heb ik wel gelezen, in een wat lager tempo en er was ook wat minder tijd voor. Maar een graphic novel zo af en toe ging nog wel. Zo las ik ook Knipperen & ademen, van Micky Dirkzwager. Van schrijven erover kwam het een paar weken lang niet. 

Herlezing

In mijn herinnering begon deze beeldroman nogal kabbelend, met weinig lijn en kwam er later pas meer richting in. 'Toch wel goed'- dat was wat ik me herinnerde. Maar het geheugen is per definitie onbetrouwbaar, dus ik heb Knipperen & ademen herlezen, nadat het een tijdje op het bureau had gelegen. In de tussentijd is het een beter boek geworden. Of misschien heb ik het nu beter gelezen. 

Micky is de hoofdpersoon van het verhaal, waardoor ik het boek als autobiografisch heb gelezen, wel wetend dat Micky niet alleen de auteur is, maar ook een personage en de auteur mag met het personage doen wat nodig is voor een goed resultaat. Als ik het over Micky heb, bedoel ik het personage. 

Aan het begin van het verhaal maken we kennis met Micky en met haar huisgenoten, Jeroen, Kas en Thijs. Ze zijn wat uitbundiger dan Micky, dollen soms wat met haar, maar ze zijn ook loyaal. 

Kunstacademie

Intussen volgt Micky een opleiding aan de HKU. Ze vindt haar klasgenoten steengoed en ze wil het zelf ook graag goed doen. Volgens een van haar klasgenoten lukt het Micky maar niet om lelijke dingen te maken. Het is niet als compliment bedoeld. 

De scènes over de opleiding zijn grappig: 'Op de bank in ons lokaal altijd wel iemand te slapen of te huilen.' Er hangt binnen de opleiding een wat softe sfeer. Zo zijn er allerlei regeltjes voor het geven van feedback: de critical-responsemethode. Dirkzwager tekent dat scherp, laat het belachelijke ervan zien, maar toont later ook de goede kant ervan. Hetzelfde geldt voor een lerares die haar chakra's wil openen. Micky weet niet of ze daar wel in gelooft, maar de lerares doet het in ieder geval samen met haar en dat is ook veel waard. 

In bijna alles wordt het definitieve oordeel uitgesteld en dat leest heel prettig. Scherpe observaties, waar vaak twee kanten aan zitten en ze blijven allebei overeind. 

Beren

Micky doet heel erg haar best, want ze wil alles graag goed doen. En altijd zijn er beren op de weg. Voor op Knipperen & ademen staat een beer afgebeeld en op het schutblad zijn glas-in-loodramen afgebeeld met Micky en een beer in allerlei posities, bijvoorbeeld in die van De Kus van Gustav Klimt. Soms is de beer bedreigend en op andere momenten heel vertrouwd. Centraal staat een piëta, zoals die van Michelangelo. De beer ligt levenloos bij Micky op schoot. Afscheid nemen van een beer gaat niet vanzelf; je ontkomt niet aan het rouwen.

Op een kwart van het boek komen de eerste beren in het verhaal voor: letterlijk beren op de weg. De beren verhinderen haar om te doen wat ze zou moeten doen, of maken het haar in ieder geval moeilijk. Maar er is ook een andere kant: ze beschermen haar. Ze heeft een heel gevecht te voeren met de beren, die haar ook heel vertrouwd zijn en wil ze die beren eigenlijk wel kwijt?

Knipperen en ademen

Micky krijgt het advies dat ze niet moet vergeten te knipperen en te ademen. Doorgaan met ademhalen, even de spanning laten zakken. Dat is nog niet zo gemakkelijk. Eigenlijk is Micky het hele boek lang bezig om zichzelf de ruimte te geven voor dat knipperen en dat ademen. 

Uiteindelijk gaat ze praten met een psycholoog en al gauw komt ter sprake dat ze anorexia heeft. Dirkzwager laat zien dat het bij Micky niet in de eerste plaats een eetprobleem is, maar een uiting van alles goed willen doen en alles onder controle willen houden. En natuurlijk heeft het te maken met hoe ze naar zichzelf kijkt en in hoeverre ze kan aanvaarden wat ze bij zichzelf waarneemt. 

Als het Micky weer lukt om meer te eten, neemt ze afscheid van de beren, maar ze bedankt hen ook. Een beer zegt: 'We zullen er altijd voor je zijn', waarop Micky 'Helaas' antwoordt. Beren zullen er altijd zijn, maar ze hoeven je niet altijd in de weg te zitten. 

Hoop op een goed einde

Knipperen  & ademen is niet een boek waarin het uiteindelijk allemaal goedkomt. al eindigt het positief. De laatste zinnen van het verhaal zijn: 'U hoopt misschien op een goed einde. Ik ook.' 

Hoe langer ik nadenk over Knipperen & ademen, hoe beter ik het vind. Ergens in het verhaal blijkt dat Micky het plezier in het maken is kwijtgeraakt. Uit dit boek blijkt dat dat plezier helemaal terug is. Ook al is het niet in de eerste plaats een vrolijk boek, het is heel grappig. Het is ook niet zo mooi mogelijk getekend, maar zo treffend mogelijk. Mooi en lelijk zijn onbelangrijke begrippen voor dit werk, al kun je het wel mooi in zijn trefzekerheid noemen. 

Liefdevolle genadeloosheid

Het indrukwekkende van deze beeldroman is voor mij de genadeloosheid waarmee Dirkzwager naar Micky kijkt. Ze heeft Micky scherp waargenomen. Met humor maar ook liefdevol. Ze heeft Micky omarmd, zoals de beer dat doet op een van de tekeningen, maar ze heeft haar ook ruimte gegeven. In delen van Knipperen &ademen is er benauwdheid, opgesloten zijn, geen richting hebben. Maar er komt steeds meer lucht, er komen momenten dat Micky 'vet gelukkig' is. 

Het leven is nog een hele weg, maar dat geeft niet. Micky zal ongetwijfeld nog fouten maken, nog tegen muren aan lopen, zichzelf dwarszitten, maar er is geen enkel leven dat vanzelf gaat. Tante Hofland zei het al tegen Broeder Benjamin in Sara Burgerhart: ''t Is niet altyd het effen wegje'. Maar we mogen hopen en vertrouwen op een goed einde. 

In ieder geval heeft alles geresulteerd in deze strip. Goed om te lezen, om te herlezen, om nog een keer te bekijken, om weg te geven. Ik ben benieuwd naar het volgende project. 

Titel: Knipperen & ademen
Tekst en tekeningen: Micky Dirkzwager
Uitgever: Scratch Books
2023, 208 blz. 29,95 euro (hardcover)



donderdag 15 juni 2023

Saul 3 - De huurlingen van Barkahn (Willem Ritstier /Apri Kusbiantoro)

Van de Odyssee tot middeleeuwse ridderromans - op allerlei plekken kom je de queeste tegen: een mens (of een groep mensen) gaat op pad om een missie te vervullen. Onderweg komt hij (of zij, maar dat komt minder voor) allerlei moeilijkheden tegen, die maar net overwonnen kunnen worden. 

Het is ook de structuur van de stripreeks Saul, waarvan het derde deel verschenen is, De huurlingen van Barkahn. Aan het eind van deel twee was de hoofdpersoon, Saul, overgeleverd aan de jaagster Lea, die hem af wil leveren om de prijs te innen die er op Sauls hoofd staat. Hij wordt namelijk beschuldigd van een misdaad, maar die heeft hij niet begaan. 

Zuivere ziel

In principe deugt de hoofdpersoon altijd. De omgeving is vaak tegen hem, maar ten diepste heeft hij een zuivere ziel. Daarom kun je met hem meeleven. Dat wil niet zeggen dat Saul een lieverdje is: als hij een zwaard heeft, hanteert hij het ook en niet zachtzinnig. Maar altijd om zichzelf of iemand anders te redden en dan kunnen we er gemakkelijk mee leven en er zelfs van genieten. Want als we lezen, zijn we natuurlijk zelf Saul en onderuitgezakt op de bank kunnen we toch de held zijn. 

In De huurlingen van Barkahn is er wel een doorgaande lijn, maar er gebeuren steeds dingen die de aandacht vragen van Saul en Lea. Deze zaken moeten eerst opgelost worden. Die gebeurtenissen hebben iets toevalligs, maar dat stoort niet zo erg. Dit soort avonturen moet het niet hebben van een strakke compositie, maar van een aaneenschakeling van op te lossen problemen. 

Je rolt dus ook van het ene probleem in het andere: Lea wordt opgepakt door een roofvogel, Saul en Lea komen aan boord bij Landoo Barkahn, die ook al gezocht wordt. Hij sluit een deal met Lea, maar ze moet hem wel helpen met een klus. Daarvoor zijn turtouls nodig, een soort vliegende schildpadden, die nog getemd moeten worden, zodat ze bereden kunnen worden. De klus is natuurlijk pittig en het verloop is spannend. Uiteindelijk blijken de zaken anders in elkaar te zitten dan is voorgespiegeld. Natuurlijk wordt alles opgelost, waarbij onze helden een nobele rol vervullen.  

Deugen

Wij die ons met Saul en Lea hebben geïdentificeerd, kunnen opgelucht ademhalen: uiteindelijk bleken ook wij aan de goede kant te staan. Juist dat kan een wat mindere kant zijn. In al hun ruwheid deugen de hoofdpersonages in deze strip misschien toch net te veel, wat ze een zekere eenzijdigheid geeft. Tijdens het lezen zat het me niet zo in de weg, trouwens, en het geeft ook duidelijkheid. 

De verhouding tussen Saul en Lea is interessant: hij is haar gevangene (en probeert ook wel te ontsnappen), maar er is daarnaast loyaliteit tussen hen. In zeker opzicht zijn ze elkaars tegenstanders, maar vaker moeten ze het voor elkaar opnemen. De menselijkheid blijkt sterker dan de tegengestelde belangen.

Scenario, tekeningen

De scenarist, Willem Ritstier, is er weer in geslaagd een wonderlijke, maar geloofwaardige wereld op te roepen, met verrassende elementen. Het verhaal heeft een behoorlijk tempo en zakt niet in. De ideeën van Ritstier zijn vormgegeven door Apri Kusbiantoro, die tekent in de stijl van Don Lawrence. Heerlijke tekeningen, die prachtig ingekleurd zijn. Een enkele keer komt er net niet genoeg vaart in de bewegingen in actiepassages. En als je bijvoorbeeld op Lea let, zie je dat ze wel altijd haar nadrukkelijke wenkbrauwen heeft, maar dat haar haar soms blond is en soms bruin en dat dat niet altijd afhankelijk is van het licht. Ook de scheiding in het haar kan per plaatje verschillen. 

Maar dat zijn details die alleen bij nadere beschouwing opvallen. Als je aan het lezen bent, brengen de tekeningen en het verhaal je in een wereld, die je volledig accepteert en die je pas weer verlaat als je het album dichtslaat. In het volgende album gaat de queeste verder. 

Serie: Saul
Deel 3: De huurlingen van Barkahn
Scenario: Willem Ritstier
Tekeningen: Apri Kusbiantoro
Uitgever: Personalia
48 blz. softcover 9,95 euro



vrijdag 9 juni 2023

Het eind van de tunnel

De stervende schrijver stelde

Houd hoop en moed,
mijn vrienden.

Er is licht
aan het einde 
van de tunnel.

Niet veel,
maar 
je kan
er bij 
lezen.

Gisteravond las ik het boek Tsjaikovskistraat 40 van Pieter Waterdrinker uit. Eindelijk! 

Dat het lezen zo lang duurde, lag niet aan het boek. Daar zal ik nog heel positief over schrijven. Het lag aan de drukte, waarover ik in de vorige bijdrage al schreef. Veel correctiewerk, van de school waar ik werk, van een andere school waarvoor je als docent altijd de tweede correctie doet en voor de staatsexamens. 

En nu is dat bijna allemaal voorbij. Morgen nog een zogeheten centrale correctiedag en dan zit de extra drukte er zo ongeveer op. Corrigeren is overigens geen vervelend werk, maar er gaat wel veel tijd in zitten. 

Tussendoor heb ik wel strips gelezen. Die zal ik voor een deel moeten herlezen, denk ik, maar dat is geen straf. Volgende week ga ik erover schrijven. Mijn streven is drie bijdragen in de week, maar als ik dat niet haal, is het ook niet erg. 

In ieder geval is er weer ruimte in mijn hoofd voor lezen en schrijven en dat voelt goed. Er liggen nog heerlijke boeken op lezing te wachten, waaronder het intussen dubbel bekroonde boek van Anjet Daanje en De beesten van Gijs Wilbrink. Met wat ik daarvan vind, val ik je dan wel weer lastig. 

Het gedicht hierboven is overigens van Argibald, die ik beter ken als tekenaar. Ik zal hieronder nog een tekening van hem plaatsen. Je kunt op zijn site overigens ansichtkaarten kopen. Hij verkoopt ook tassen, shirts en meer. Daar zou ik maar gebruik van maken. Zeker nu we weten (zie hier) dat stripmakers zo weinig verdienen. 

En binnenkort op Bunt Blogt dus weer besprekingen van strips die je kunt gaan kopen.