Wie een orthodox-christelijke opvoeding heeft gehad, zal meteen denken aan Psalm 6 als hij de titel leest van de nieuwe roman van Peter van Beek:
O HEER, Gij zijt weldadig;Straf mij niet ongenadigIn uwen toornegloed.Ai, matig Uw kastijden;Sla mij met medelijden,Gelijk een vader doet.
Sla ons met medelijden is de titel van de roman. In de Psalm gaat het over mildheid: een vader zal zijn kastijden matigen. Die straft immers niet ongenadig. Dat is nog maar de vraag, als we afgaan het boek van Van Beek.
In het hervormde gezin waarin de ik-figuur opgroeit, zijn de ouders niet zachtzinnig. Vooral Tweede Broer moet het ontgelden. Hij is zelfs een keer door moeder van de trap geduwd. Maar de kinderen worden ouder en gaan steeds meer hun eigen gang. Over het slaan is er ook wel discussie. Dat is mishandeling, vindt Tweede Broer. Daar is vader het niet mee eens:
'Mishandeling is een verkeerd woord, het is juist góed handelen.' Pa stoot rook uit terwijl hij praat. 'Kastijding is juist liefdevol.'
Benauwend
Als je het allemaal bij elkaar optelt, komt het slaan misschien niet eens zo veel voor, maar de sfeer in het gezin is wel benauwend en de kinderen zijn vaak bang voor hun ouders. Moeder is bijvoorbeeld nogal poetserig en vindt al gauw dat kinderen het huis vervuilen.
Het gezin is christelijk, maar er zijn in de familie gezinnen die het geloof zwaarder nemen. Als Nicht komt logeren, mag ze van Ma best haar kousen uittrekken, maar dat is ze niet gewend. Er zijn ook familieleden die een lichter geloof hebben. Als Neef overlijdt, gaat Tante ervan uit dat hij nu bij Jezus is. Pa onthoudt zich van commentaar, maar in de auto op weg naar huis wil hij zijn mening toch wel even kwijt:
Tante denkt er te gemakkelijk over. Lang niet alle kinderen gaan naar de hemel. Je moet eerst een nieuw hartje krijgen, want het oude is zondig. Alle mensen zijn in zonde ontvangen en geboren, geneigd tot alle kwaad en onnut tot enig goed. Als we niet bekeerd zijn, leven we in ellende, zonder verlossing. Dan zullen we na onze dood voor de rechterstoel van God moeten verschijnen en dan zegt hij: "Ga weg van Mij, Ik heb u nooit gekend." Daarom moet je iedere dag bidden dat de Heere je bekeert.
Van 1966 tot 1976
Sla ons met medelijden begint in 1966 en eindigt in 1976. Die ontwikkeling van het gezin is opgedeeld in drie tijdperken. Tussendoor krijgen we nog een deel 1945 - 1953, waarin we kort het verleden van Pa en Ma krijgen. Aan de ene kant geeft dat wel wat meer achtergrond, maar heel erg nodig was het misschien niet. We hadden ook uit de rest van de roman bijvoorbeeld al begrepen dat opa van vaders kant zich aangesloten had bij de NSB. Het kleine deeltje (maar zo'n pagina of vijftien) hangt er nu een beetje bij.Verder ontbreekt er een plot. De roman is vooral opgebouwd uit losse scènes, die samen een beeld geven van het gezin. Dat is eigenlijk ook het geval bij Dorsvloer vol confetti van Franca Treur, die met Hoor nu mijn stem een roman schreef die veel hechter gecomponeerd was.
Zintuiglijk geschreven
Dat gebrek aan verhaal is wel een minpunt van Sla ons met medelijden. Het betekent ook dat het boek dikker of dunner had kunnen zijn; het houdt gewoon ergens op. Maar als je daaroverheen stapt, valt er nog wel genoeg te genieten. Van Beek is een zorgvuldig stilist en zijn beschrijvingen zijn zo, dat je je heel gemakkelijk kunt voorstellen wat er allemaal gebeurt. Niet alleen schrijft hij visueel, maar hij bedient ook de andere zintuigen.
In het eerste hoofdstuk komt de ik-figuur in de slaapkamer waar de overleden Neef ligt:
In de slaapkamer ruikt het naar zeep. Ik zou voorover willen buigen om erachter te komen waar de geur precies vandaan komt. Zou Neef gewassen zijn? Of geurt tante naar de zeep die ma ook gebruikt om mij en de broers te wassen als we om de beurt in het lavet zitten? Ik mag altijd eerst, ik ben de oudste. Eerste en Tweede broer worden gewassen in mijn vuile water. Ma laat er vaak soda in oplossen. 'Om te weken.'De associatie die de verteller hier heeft geeft meteen een mooi tijdsbeeld waarin nog weinig huizen een badkamer hadden waarin veel kinderen op zaterdag in de teil gewassen werden.
Tijdsbeeld
Dat maakt het lezen van Sla ons met medelijden heel prettig: je kunt je goed voorstellen hoe het was om op te groeien in dit gezin, maar je wordt ook meegevoerd naar de jaren zestig en zeventig. Een enkele keer had ik mijn twijfels. Ik vermoed dat in de jaren zestig iemand nog niet een 'refo' genoemd kon worden. En als er verteld wordt dat Jezus niet op uiterlijkheden let, zal dat indertijd niet verwoord zijn als 'Hij is niet van de buitenkant.' Waarom bij de tweede naam ('des HeereN') de slot-n steeds een hoofdletter is, is mij niet duidelijk.
Het zijn hobbeltjes tijdens het lezen, maar over het algemeen leest de roman gladjes weg. Je leeft mee met de ik-verteller, die vanaf het begin zijn twijfels heeft. Zo vraagt hij zich af of God de dood van Neef heeft gewild. Verderop in het verhaal, als hij meer omgang met meisjes heeft, drijft hij verder af van het gezin. Dat zie je ook bij enkele andere kinderen gebeuren. Hoe strak de ouders de teugels ook proberen te houden, uiteindelijk kunnen ze niet verhinderen dat de kinderen zich op hun eigen wijze ontwikkelen.
Ook tussen vader en moeder gaat het niet altijd even gemakkelijk. Het gezin moet vaak verhuizen, vanwege het werk van vader, maar moeder heeft daar steeds meer moeite mee. Van Beek maakt goed duidelijk hoe het gezin langzaam desintegreert. We lezen het met mededogen.
Peter van Beek, Sla ons met medelijden. Uitg. Ambilicious, Breda/Kalmthout 2022. 280 blz. 28,50 euro, gebonden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten