afbeelding: uitgeverij Querido |
Doeschka Meijsing is overleden, ze is 64 jaar oud geworden. Ik hoorde het net op het journaal en merkte dat ik schrok. Waarschijnlijk doordat je er niet op rekent bij iemand van die leeftijd. Maar ook doordat ik haar al zo lang lees, vermoed ik.
Wanneer ben ik begonnen Meijsing te lezen? Eind jaren zeventig, vermoed ik, toen haar boek De kat achterna (1977) bij ECI verscheen in de serie Schrijvers van nu. Volgens mij heb ik toen niet meteen daarna Robinson en De hanen en andere verhalen en ook Tijger, tijger! las ik niet meteen nadat het verscheen.
Maar Utopia of De geschiedenissen van Thomas (1982) heb ik gekocht zodra het in de winkel lag en ik was onder de indruk. Beer en jager (1987) vond ik een schattig boek en De beproeving (1990) heb ik zeker drie keer gelezen.
Dat laatste boek is een soort moderne variant van het bijbelboek Jona. Jona, die maar blijft mokken en rouwen over de liefde die voorbij is. Ik vond het een fascinerend boek, ook omdat ik de hoofdpersoon wel kon navoelen, maar niet helemaal kon begrijpen. Het zal van Meijsings boeken mijn lievelingsboek blijven, vermoed ik, al heb ik ook genoten van Vuur en zijde, 100 % chemie en De weg naar Caviano.
Dat Cavianoboek noemde ik nog toen ik over Stephan Enter schreef. Ik moest er bij het lezen van Grip meteen aan denken.
Over de liefde is ook een prima boek, maar het deed me minder, merkte ik. En soms moest ik mezelf tijdens het lezen echt bij de les houden, maar dat had misschien meer met mijn vermoeidheid dan met het boek te maken.
Eenmaal heb ik Doeschka Meijsing ‘live’ meegemaakt, zo’n twintig jaar geleden. Ze werd geïnterviewd in de bibliotheek van Bennekom en ik weet nog dat ik dat liever zelf had gedaan, maar dat zat er blijkbaar niet in. Of zij die avond boeken gesigneerd heeft, wist ik niet meer, maar in mijn boekenkast blijkt een exemplaar van De beproeving erin te staan, met daarin haar naam. Het blijkt op 5 september 1992 geweest te zijn.
De beproeving blijkt trouwens het enige Meijsingboek dat in mijn boekenkast staat. Over de liefde moet ergens op een stapel liggen en de rest zit in dozen en ik weet niet in welke. Hoeveel sympathie en waardering ik ook heb voor Meijsings oeuvre, de laatste jaren heb ik het niet herlezen, zo blijkt.
Om ik weet niet welke reden heb ik Meijsings roman De tweede man (2000) nooit gelezen. Dat moest ik toch maar eens gaan doen.