In 2017 won Aflred Birney de Libris Literatuur Prijs en werd daarmee bekend. Overal werd het boek genoemd, de schrijver werd verschillende keren geïnterviewd. Het leek me meteen een interessant boek, maar ik kocht het niet. Toen ik het een tijdje terug in een kringloop zag liggen voor € 2,50 kon ik het toch niet laten liggen.
De tolk van Java is een roman die is gebaseerd op het leven van de auteur en vooral ook op dat van zijn vader, een getraumatiseerd man. Getraumatiseerde vaders komen in de literatuur veelvuldig voor, bijvoorbeeld in Indische duinen van Adriaan van Dis en De kleine blonde dood van Boudewijn Büch. Birney doet wel heel erg zijn best die vader beter te leren kennen.
De verteller in De tolk van Java is Alan, zoon van een half Chinese vader uit Nederlands-Indië en een moeder uit Helmond. De vader, Arto Noland, wordt ook wel aangeduid met de kaalkop, Soerabaja Papa of de Arend, moeder met het kamerolifantje. In het begin van het boek vertellen ze om beurten hun verhaal, waarop de ik-figuur, dan weer reageert.
Spoken in zijn kop
Vader is de tolk van Java. Hij deed niet alleen vertaalwerk, maar leidde ook de ondervragingen, waarbij gemarteld werd. Ook nam hij deel aan veel gevechtshandelingen. Als hij in Nederland is, heeft hij nog steeds 'spoken in zijn kop', zoals moeder zegt. Hij is gewelddadig tegen vrouw en kinderen.
Niet alleen de oorlog, ook zijn jeugd werkt door in het leven van Arto. Zijn vader sloeg hem met een rotanstok, zijn moeder met een zweep. Als hij zijn kinderen slaat, geeft hij zijn opvoeding door, maar moeder zegt dat hij tijdens het slaan soms niet meer ziet wie zijn kinderen zijn en dan slaat hij niet als vader, maar als marinier in de oorlog. Niet de kinderen worden dan geslagen, maar de Indonesische vrijheidsstrijders die weigeren te praten als ze verhoord worden door de Hollanders.
Veel getraumatiseerde mensen zwijgen, maar de Arend vertelt zijn verhalen. Bijvoorbeeld hoe hij op een treinstation met zijn karabijn een serie kogels dwars door een moeder met een kindje in haar armen schoot, als die door een Indonesische strijder als schild wordt gebruikt. En verder tikt vader zijn oorlogsherinneringen uit, boven op zijn Remington. Dat verslag komt verderop in het boek terug.
De delen 'Spekkoek' spelen zich af in het heden en gaan over de jeugd van Alan. Het is moeilijk leven met een gewelddadige vader. De kinderen moeten bijvoorbeeld altijd groeten, zoals vader de Japanners moest groeten. Uiteindelijk worden de kinderen door de Kinderbescherming uit huis geplaatst. Alan is dan dertien. Hij komt in een internaat terecht. Dat internaat speelt ook al een rol in Tamara's lunapark.
Geweld
Deel IV, 'De tolk van Soerabaja' bevat de herinneringen van vader. Aan de ene kant is het goed om van zo dichtbij mee te maken hoe een Indische Nederlander (zoals Arto zich noemt) de oorlog meemaakt. Arto is voluit loyaal aan de Nederlanders en het koningshuis, maar hij werkt ook samen met de Japanners, voor zijn veiligheid, maar ook om informatie te verzamelen.
Aan de andere kant gaan de verhalen van Arto ook tegenstaan. Ze staan bol van het geweld. Dat zal in werkelijkheid ook wel zo geweest zijn, maar Arto lijkt ook van dat geweld te genieten. Het vertelt een soort avonturenverhaal, waarin de held het steeds overleeft terwijl de mensen om hem heen bij bosjes vallen. Het geweld is eerder een vanzelfsprekendheid dan een verschrikking.
In het laatste deel blijkt dat de zoon, Alan, daar wel een mening over heeft, maar hij laat in dat vierde deel de vader maar praten en maar razen, zodat je je er als lezer ongemakkelijk bij gaat voelen, maar dat zal ook wel de bedoeling zijn.
In ieder geval wordt de verwarring van de situatie heel goed duidelijk. Het Indonesische verzet was bepaald geen eenheid en na de capitulatie konden niet alle Japanners op tijd terug naar hun vaderland. Zij vochten soms mee aan de kant van de Indonesiërs.
Politionele actie
Als de 'Eerste politionele actie' begint doet Arto volop mee. De gruwelen die de Nederlanders bedreven worden rapporterend beschreven.
Gearresteerde pelopors gebruikten we als pakezels. We zetten ze helmen op hun kop, en omhangen met onze zware wapens lieten we ze voor ons uit lopen als gids en als lokaas. Tegen de tijd dat ze ons in de weg gingen lopen, knalden we ze neer.
Arto vertelt ook over een gevangenentransport dat met opzet gebeurt in treinwagons waarin te weinig lucht kan komen. Er vallen doden bij het transport. Arto probeert nog wel het leven van de gevangenen te verlichten. Bij een volgend transport, waar hij niet bij is, vallen nog veel meer doden. Hij zal zich wel moeten verantwoorden.
Voor Arto is wel duidelijk dat hij niet in Indonesië wil blijven:
Dit land, dit volk, al die oorlogen hier, ik voel me hier niet langer senang. Elke dag, elk uur, elke minuut moet ik hier vechten om in leven te kunnen blijven. Overal zijn vijanden.
Meeleven
Het verwarrende van De tolk van Java is dat je toch met Arto gaat meeleven en dat je toch gaat willen dat hij het redt en overleeft. Ondanks dat hij van het geweld geniet.
Al die lui werden doorzeefd met kogels. Ik was weer in mijn element en ik hoopte dat die schurk van Jan Abas tussen de lijken lag, want die wilde ik te pakken nemen.
Je ziet dat er nog wel iets menselijks in hem is, bijvoorbeeld zoals hij bij het transport de verantwoordelijkheid voor de gevangenen op zich neemt. Daardoor kun je je er weer mee verzoenen dat je met hem meeleeft.
Alan merkt dat hij dingen overneemt van zijn vader. Niet alleen spelen beiden gitaar, maar de manier waarop hij zijn vader ondervraagt heeft ook wel wat weg van een verhoor. Hij komt daardoor wel tot een oordeel: 'hij blijft een massamoordernaar met die Hollandse maten van hem.' Arto heeft er in zijn memoires geen twijfel over laten bestaan: hij stond aan de goede kant. Maar Alan blijft hem ondervragen en dan geeft hij aarzelend toe dat er een mogelijkheid is dat hij toch aan de verkeerde kant heeft gevochten.
Vastgebeten
De zoon heeft zich vastgebeten in het leven van zijn vader, wellicht om iets van hem te begrijpen en zodoende ook iets van zichzelf. De tolk van Java eindigt met: 'Ik vecht niet langer, ik hou ermee op.' Maar dat er niet gevochten wordt, wil nog niet zeggen dat het vrede is.
De zoon van Java is een indrukwekkend boek. Het schetst een deel van de geschiedenis van heel dichtbij. We weten niet of alles gebeurd is zoals Arto het beschrijft, maar de gewelddadigheid en de verwarring van die tijd worden wel duidelijk. Het is ook het verhaal van een zoon die een afschuw heeft van wat zijn vader gedaan heeft en die zich tegelijkertijd aan hem gewijd heeft, door een dik boek over hem te schrijven. Afkeer en loyaliteit zijn tegelijk aanwezig en uiteindelijk laat Birney ze allebei bestaan.
Een mooie bespreking.
BeantwoordenVerwijderenDank!
BeantwoordenVerwijderen