donderdag 4 mei 2023

Het huis der onbekenden (Jos Vandeloo)

Toen Jos Vandeloo overleed, schreef ik een stukje ter nagedachtenis. In zo'n in memoriam probeer ik mijn leesgeschiedenis van het werk van de betreffende auteur te reconstrueren. Ik kwam tot vier boeken. Ik schreef toen dat ik Het huis der onbekenden (1963) nog wel eens wilde lezen. Onlangs heb ik dat inderdaad gedaan. 

Mijn voornemen tot lezen dateert dus van acht jaar geleden, maar blijkbaar was ik het wel echt van plan. Toen ik boek het zocht in de stapels, bleek ik er intussen twee exemplaren van te hebben, net als van Onder professoren van Hermans. Dat ga ik dus ook ooit wel lezen. 

Het huis der onbekenden is een bescheiden roman qua inhoud: maar honderdvijftig pagina's telt de Marnixpocket van Manteau. Het kon lezing niet doorstaan en is uit elkaar gevallen. Maar het verhaal staat nog steeds. 

Geen herkenning

Paul Everaert, bijna veertig jaar, verlaat het huis om zijn zoon van de bus te halen. Die is alleen in het weekend thuis. Paul ziet zijn vrouw nog staan voor het raam van de flat, op de tweede verdieping. Bij de bus herkent hij zijn zoon niet, maar er is een jongen die hem wel als zijn vader ziet. Aanvankelijk denkt Paul aan een grap, al weet die jongen wel heel veel van zijn situatie. Als hij thuiskomt, blijkt ook zijn vrouw vervangen te zijn, door een andere vrouw, die hij overigens erg knap vindt. Zij doet echter alsof er niets aan de hand is. 

Paul moet wel erkennen dat er blijkbaar iets met hem aan de hand is, maar het gaat helemaal tegen zijn gevoel in. Hij probeert andere mensen te ontmoeten die hem kennen in de hoop dat hij die tenminste herkent, hij bekijkt foto's, maar het leven wordt steeds raadselachtiger voor hem. 

Hoe die raadselachtigheid vergroot wordt, zou ik graag vertellen, maar dan geef ik wel veel van het boek weg en ik hoop dat lezers van dit stukje ook zelf op zoek gaan naar dit boek, dat voor misschien slechts een euro wel ergens te koop moet zijn, dus ik verklap nog maar niets. 

Magisch realisme

Jos Vandeloo was ooit een populair auteur en dat snap ik wel. Volgens mij kun je Het huis der onbekenden wel rekenen tot het magisch realisme. Bij die stroming schieten mij anders alleen de namen van Hubert Lampo en Johan Daisne te binnen. Vooral het werk van die laatste auteur is trouwens het herlezen meer dan waard. 

Het boek begint realistisch. Paul Everaart denkt dat de wereld niet veranderd is en dat hijzelf niet veranderd is. Er moet een logische verklaring zijn voor het feit dat hij zijn vrouw Ellen en zijn zoon Hans niet herkent, maar die verklaring kan hij niet vinden en zijn omgeving vindt dat hij zich vreemd gedraagt en schakelt de huisarts in.

Zoeken naar een oplossing

Paul praat over zijn toestand met Ellen, maar hij kan niet echt uitleggen wat er met hem aan de hand is. Aan de ene kant probeert hij er het beste van te maken, maar hij legt zich ook niet zomaar bij de toestand neer:

Maar tegelijk is er ook in hem sluimerend iets aanwezig, dat hij niet formeel omschrijven kan. Iets dat hem in dit vreemde bestendig aanlokt, iets intrigerends waarvan een grote, drijvende kracht uitgaat. Misschien een vertwijfelde hunker om alles van deze ongewone toestand te doorvorsen en het raadsel opgelost te zien. Er moet een sleutel bestaan om de deuren weer te openen, het is te abnormaal om blijvend te zijn, ergens ligt de oplossing verscholen.

Het woord 'formeel' doet hier wat vreemd aan. Maar misschien had het zestig jaar geleden een iets andere betekenis. Paul wil erachter komen wat er aan de hand is en als hij weet hoe het zit, kan hij er misschien wat aan doen. De problemen voor hem worden echter alleen maar groter. Hij wordt steeds meer op zichzelf teruggeworpen en de wereld lijkt steeds vreemder voor hem te worden. 

Vervreemding

Het huis der onbekenden is een boek over vervreemding, over de ervaring dat je niet meer aansluit bij de wereld om je heen. In milde mate zal iedereen wel eens zo'n gevoel hebben gehad, maar Paul komt er niet meer uit. De wereld is onbegrijpelijk en ook hijzelf is onbegrijpelijk voor hem, hoe hard hij ook zijn best doet om alles recht te denken. Met de mensen die dicht bij hem staan, zijn vrouw, zijn zoon, kan hij nog het meest delen, maar pas in het later stadium kan zijn zoon wat voor hem betekenen. Dan lijkt het echter al te laat. 

Zestig jaar oud is deze korte roman en dat is ook wel te merken. Er wordt bijvoorbeeld gesproken over de managerziekte, wat nu eerder overspannenheid, stressklachten of burn-out genoemd zou worden. Als hij nog vermoedt dat zijn vrouw een grap met hem uithaalt, denkt hij:

Laat ze terugkomen als ze dat graag wil. Ze mag nu dadelijk komen, hij zal haar vriendelijk ontvangen. Hij is geen wildeman, geen onbeschaafde uit een Afrikaans oerwoud.

Ik kan me niet voorstellen dat dit soort gedachten tegenwoordig nog bij iemand opkomt. Het laat wel zien hoe Everaart dacht en waarschijnlijk dachten velen zo. Een heel continent lijkt hier als onbeschaafd weggezet te worden. 

Cursief

Tussendoor staan er van tijd tot tijd stukjes cursief gedrukt. De functie ervan is me niet altijd duidelijk. In het laatste treffen we bijvoorbeeld de visie van zoon Hans aan. Een van de eerste:  

Soms is er ergens een verre muziek. Het is een vaag bekende melodie zonder vaste oorsprong of bestemming. De woorden komen uit een onverstaanbare dode taal. Slechts weinigen horen de muziek en die het toch kunnen waarnemen, onmerkbaar bijna in hun onderbewustzijn, begrijpen het niet steeds. Het is een verloren gegane oproep, een zoekgeraakte psalm, een onzichtbare aanduiding. Iedereen loopt er onverschillig aan voorbij. Misschien komt er eens een dag of een nacht, dat men het weer zal horen, zwevend in een ijle vrieslucht, trillend in een zeldzaam hete zon. Misschien, het is nog lang niet zeker...

Aan zo'n fragment kun je wel merken dat Vandeloo goed kan schrijven, maar aan het eind laat hij het ook weer een beetje glippen. Hij had in de laatste zin het eerste woord kunnen schrappen. Of de rest van de zin. Af en toe is er in het boek een perspectiefwisseling, vaak maar een alinea lang. Ook dat is jammer. Het is veel spannender om alleen maar opgesloten te zitten in het hoofd van Paul. 

In dit fragment lijkt er sprake van een andere werkelijkheid, waar Paul misschien wel contact mee heeft en de anderen niet. Dat is een gegeven dat we in meer romans van het magisch realisme herkennen. 

Ik zal mij Het huis der onbekenden toch vooral herinneren als een bijzonder intrigerend boek, waarin Vandeloo de spanning steeds laat oplopen. Ondanks de vreemde gebeurtenissen, zegt het boek iets over wat nog steeds actueel is: de broosheid van het gewone. Er hoeft maar weinig te gebeuren en je hele leven staat op zijn kop. En op wie kun je dan rekenen? Op je naasten? Op jezelf? 

Je kunt wel merken dat het boek een tijdje geleden geschreven is, maar daar lees je gemakkelijk doorheen. Ik vermoed dat dit boek nog steeds meekan, ook voor jonge lezers. Ik zal het mijn leerlingen eens aanbevelen. En als ik weer eens door een antiquariaat struin, zal ik zeker gaan letten op de boeken van Vandeloo. Laten we zijn werk niet vergeten; het is nog steeds de moeite waard. 


Een goed jaar geleden liet ik mij verrassen door een ander boek uit 1963:
Een roos van vlees

1 opmerking:

  1. Je hebt zeker mijn nieuwsgierigheid geprikkeld. Het staat op mijn boekenwensenlijstje.

    BeantwoordenVerwijderen