vrijdag 23 april 2021

KliFi (Adriaan van Dis)


De roman KliFi van Adriaan van Dis ziet er bijzonder uit. De tekst is gezet in verschillende lettertypes, vrij groot, en sommige passages zijn in het rood afgedrukt, net als de bladzijnummers. Elk hoofdstuk begint met een rode bladzijde. Soms is er iets in de tekst doorgestreept of zwartgelakt. 

De ondertitel is 'Woede in de republiek Nederland'. Daaruit blijkt al dat het verhaal zich niet afspeelt in het Nederland van nu. We starten wel in het heden. De verteller, eigenlijk de samensteller van de roman, zegt dat hij ons 'een waarheidsgetrouw beeld' gaat geven 'van gebeurtenissen die nog zullen plaatsvinden' en springt daarna naar de toekomst.

Orkaan

In die toekomst heeft er een orkaan gewoed, waardoor een deel van Nederland onder water is komen te staan. Een dorp, De Kuil genoemd, is daardoor verdwenen. De hoofdpersoon, Jákob Hemmelbahn, woont hoog (op een terp). Er komen vluchtelingen naar zijn huis, maar ook militairen die orde op zaken moeten stellen. Van overheidswege wordt de ramp ontkend en Jákob, ooit Vluchteling uit Hongarije, gaat er een boek over schrijven. 

Jákob is al over de tachtig. Zijn vrouw Agnes is overleden en hij is daarna in contact gekomen met een nieuwe vrouw, Talétha, maar die is na de orkaan en het stijgende water verdwenen. Jákob wil de waarheid over de ramp opschrijven, maar dat is in een onvrije samenleving nauwelijks mogelijk. Er is censuur en dat niet alleen: er is ook innerlijke censuur. Er is een stem in het hoofd van Jákob, die hij Poema noemt, die met hem een innerlijke dialoog aangaat. 

Zo'n stem is er misschien altijd wel bij het schrijven. Wellicht heb je als schrijver vaak de neiging om concessies te doen, om je te laten leiden door angst of goede smaak of afkeer van gedoe. KliFi (klimaatfictie) gaat dan ook over verschillende dingen tegelijk: over wat ons land bedreigt als we niets doen om de klimaatverandering tegen te gaan; over wat leven in een dictatuur doet met je innerlijke vrijheid; over hoe je jezelf trouw blijft tijdens het schrijven. 

Dreigend toekomstbeeld

Over zo'n dreigend toekomstbeeld is al meer geschreven, bijvoorbeeld door Renate Dorrestein, in de roman Weerwater (2015). Ik heb dat boek niet gelezen, maar ik denk steeds vaker dat ik dat toch eens moet doen. Zo'n toekomstbeeld zegt waarschijnlijk meer over vandaag dan over morgen. Van Dis zal bezorgd (of boos) zijn over de uitblijvende klimaatmaatregelen en dat vindt zijn neerslag in zijn roman. 

Wat een dictatuur met je doet, behandelt Van Dis op een interessante manier: het zijn niet zozeer de maatregelen van buitenaf die het schrijven lastig maken, maar Jákob ontwikkelt een innerlijke censor, die hem andere woorden laat kiezen, die hem bij voorbaat zaken laat aanpassen. 'De nieuwe orde was geen dwangbuis, maar een huid, je wende eraan, je groeide erin.'

Zo'n dictatuur is een verheviging van wat er gewoonlijk gebeurt bij het schrijfproces. Er zal altijd een innerlijke dialoog zijn, altijd zal er twijfel zijn over hoe dicht de schrijver bij zijn schaamte durft te komen bijvoorbeeld. 

Experiment

Van Dis is intussen vierenzeventig jaar en heeft een respectabel aantal titels op zijn naam. Hij had gemakkelijk een traditionele, goed gecomponeerde roman kunnen schrijven, maar dat heeft hij niet gedaan. KliFi is een speelse bundeling van fragmenten, van verschillende genres, van verschillende stemmen. Van Dis heeft duidelijk iets nieuws gedaan. Dat experiment waardeer ik zeer. Misschien is dat zelfs (voor mij) belangrijker dan of het gelukt is. KliFi is een fris boek, dat tintelt van het vertelplezier. 

De lol in het vertellen zie je ook in de verwijzingen naar de literatuur die her en der opduiken. Iemand die wel eens wat gelezen heeft, ziet de citaten uit bijvoorbeeld Achterberg en Nijhoff. Maar er is ook een knipoog naar Kousbroek (Een kuil om snikkend in te vallen) en misschien Koolhaas (Een schot in de lucht).  

Worstelen 

De naam Jákob verwijst naar de figuur uit de Bijbel. Die Jakob worstelde met de engel, die wel gelijkgesteld wordt met God. Ze strijden de hele nacht. Tegen de ochtend geeft de engel op, maar Jakob laat hem pas gaan als de engel hem zegent. Jakob komt niet ongeschonden uit de strijd: zijn heup is aangetast. 

Ook de Jákob van Van Dis loopt moeilijk en ook hij worstelt, waarbij hij niet opgeeft:

Jákob vocht tot in de ochtend. Hij was gehavend en verwond, maar hij had gewonnen. Zijn vader had hem bijgestaan. Het was afgelopen met sjoemelen en sussen. Hard moest hij zijn, vooral voor zichzelf. Hij zette zich met hervonden trots achter zijn schrijftafel en wiste alle foutverbeteringen.

Of KliFi een gave roman geworden is, weet ik niet helemaal. Misschien staat het verhaal net te veel in dienst van het experiment en van de boodschap. Er komen veel personages in voor, die soms niet veel meer dan passanten zijn en bij niet iedereen voelde ik me even betrokken. Maar eigenlijk vind ik dat allemaal niet zo belangrijk. Ik heb dit boek van Van Dis als heel aangenaam ervaren. Het vertelplezier en de frisse aanpak lijken te beloven dat we nog meer kunnen verwachten van deze productieve schrijver. 

Achterplat van KliFi, met een portret door Floor Rieder

Geen opmerkingen:

Een reactie posten