Net als (bijna) iedereen las ik Knielen op een bed violen van Jan Siebelink. Ik heb daar aardig wat plezier aan beleefd, al is 'plezier' misschien niet het juiste woord. De benauwende, duistere kanten van deze roman waren in ieder geval wel aan mij besteed. In de decennia daarvoor had ik al best wat van Siebelink gelezen en in de jaren daarna las ik nog Oscar en het boek dat aansluit bij het violenboek: De buurjongen.
Dat laatste boek viel mij tegen. Ik schreef er hier over. Iemand adviseerde mij toen om Margje te gaan lezen. Dat stond wel op mijn lijstje 'Te lezen', maar het was er nooit van gekomen. Intussen heb ik het boek toch tot mij genomen.
Zoals De buurjongen niet in de eerste plaats over de buurjongen gaat, gaat Margje niet in de eerste plaats over Margje, al krijgt ze wel een veel grotere rol dan in Knielen op een bed violen. Maar ook in dit boek is Ruben Sievez de spil. Hij is degene die je volgt door de jaren heen en door zijn ogen zie je de gebeurtenissen zich ontrollen. Af en toe is er een apart hoofdstukje over Margje, spelend in een verder verleden, maar je krijgt de indruk dat dat 'moest' vanwege de titel.
De ouderlingen, met hun kraaiachtige verschijning, komen ook in Margje voor, maar ze spelen een marginale rol, ook doordat de rol van de vader, Hans, vrij klein is. Maar omdat Knielen op een bed violen in je hoofd zit, vul je die hele wereld waartoe de bekende personages behoren automatisch in. Als iemand het violenboek niet gelezen heeft, hoe zou die dan Margje lezen? Het is een vraag die ik niet beantwoorden kan. Waarderen lezers Margje omdat het lezen ervan de leeservaring van Knielen op een bed violen terugbrengt? Het kan zijn dat ze mede daardoor positief over Margje oordelen.
Concurrerende broers?
Achter op Margje staat: 'Een verhaal over een heel leven, dat van Margje en haar twee zoons. De jongste is haar lieveling, de oudste voert strijd om die plek in te nemen.' Die tekst vertekent nogal. Weliswaar neemt Margje haar zoon Ruben kwalijk dat er gestolen wordt van de tuinderij, maar dat is aan het eind van haar leven en de vraag is hoe helder Margje dan nog is. Verder blijkt de relatie tussen moeder en de oudste zoon goed te zijn, soms op het kleffe af zelfs.De jongste zoon, Thomas (Tom), wil niet zo deugen, maar moeder blijft loyaal. Ik kreeg tijdens het lezen niet het idee dat dat ten koste gaat van de oudste zoon of dat die twee moesten concurreren om de gunst van moeder.
Wel verpest Thomas de relatie die Ruben heeft met zijn vriendin Johanna. Het lijkt alsof Ruben dat vergeven heeft, maar het zou niet raar zijn, als dat nog is blijven dooretteren, zodat er toch iets in de weg zit tussen de broers. Thomas is blind en je vraagt je wel af hoe dat komt. Een tijd lang verbaasde ik mij over zijn blindheid, omdat hij wel schilder is, maar later in het boek blijkt dat hij dan nog blind moet worden.
Als Ruben op de middelbare school zit, blijkt hij bijzonder goed in gym te zijn. Toen de zeventigste verjaardag van Siebelink in het openbaar gevierd werd in een kerk in Arnhem, vertelde John Jansen van Galen dat de schrijver indertijd zo goed was in gym dat hij bij uitvoeringen de topattractie was. Het publiek keek vol bewondering naar wat hij bijvoorbeeld in de ringen presteerde. Voor zover ik weet heeft Siebelink dat nog niet eerder in zijn boeken verwerkt.
Oom Anton
Een belangrijke figuur in Margje is oom Anton, die niet echt een oom is (maar ik kan zo gauw niet vinden hoe het wel zit). Als kind gaat Ruben met Margje bij de oom op bezoek. In de kelder vindt hij een foto van het tennistoernooi Roland Garros in 1928. Hij is ervan overtuigd dat oom Anton en Margje op de foto staan. Maar later kan hij de foto niet meer vinden.De mysterieuze relatie tussen Margje en Anton werkt goed in het boek. Er kan heel veel aan de hand zijn (geweest); het kan ook zijn dat Ruben het zich alleen maar in zijn hoofd haalt. De lezer wil graag weten hoe het zit en de schrijver onthoudt hem genoeg informatie om de spanning erin te houden. Deze verhaallijn is verrw
Hoe Ruben met zijn moeder en ook met zijn broer omgaat, kwam op mij nogal als klef over: de zoentjes, de strelinkjes, de woordjes ('O, vrijkous'). Het is misschien een kwestie van smaak.
In het boek komt ook travestie voor: Thomas trekt de kleren van Margje aan. Het is nauwelijks van belang en het komt ook een beetje uit de lucht vallen, maar interessanter is dat het ook voorkomt in De buurjongen. Ook daar lukte het de schrijver eigenlijk niet om het goed te integreren in het verhaal.
IJdeltuiterij
Ook net als in De buurjongen wordt Ruben nogal opgehemeld: hoe zorgzaam hij is voor zijn moeder, hoe hij meeleeft met het lot van de tuinderij en dus van zijn vader, hoe vergevingsgezind hij is ten opzichte van zijn broer, hoe goed hij kan leren, hoe knap hij kan gymen. Omdat de schrijver zo dicht op zijn personage zit, vermoed je hier wel enige ijdeltuiterij. Maar misschien is dat geen enkele schrijver vreemd.De verhaallijn met de oom is intrigerend, maar voor de rest viel het boek me nogal tegen. Het kent wel een vrij heftig slot, waarvan je je af kunt vragen in hoeverre dat voortvloeit uit de rest van het boek.
Ik ben geneigd Margje maar een matige roman te vinden, als ik alle plussen en minnen op een rijtje zet. Maar ik heb het toch met een zeker plezier gelezen. Dat ligt niet aan de stijl en zeker niet aan de karaktertekening en de ene geslaagde verhaallijn is daarvoor ook te weinig.
Sfeer
Misschien is het toch de sfeertekening, die Siebelink goed afgaat. Hij doet een beroep op alle zintuigen en weet kleuren en geuren goed over te brengen. Mogelijk nemen we als lezer ook nog wat mee van de sfeer van Knielen op een bed violen, al is Margje veel minder benauwend, lichter van toon.De sfeer neemt ons mee het verhaal in en we leven waarschijnlijk ook gemakkelijk mee met de hoofdpersoon, al is die in deze roman niet bijzonder interessant. Dat komt ook doordat er veel expliciet gemaakt wordt, waar de lezer best naar had willen raden.
Zoals gezegd, de verhaallijn met de mysterieuze oom is het sterkst in Martje. En verder zullen we ons waarschijnlijk blijven herinneren als een spin-off van Knielen op een bed violen.