maandag 12 mei 2014

Leest (Woorden die je weinig hoort 3)


Bijna elke dag luister ik een tijdje naar 'oude' muziek, meestal uit de jaren zestig, zeventig of tachtig. Onlangs zat daar een nummer van Boudewijn de Groot tussen, het eerste van hem dat op single verscheen: 'Strand' (1964), geschreven door Lennaert Nijgh. Het is een vrolijk lied, met een heel aardige tekst. Het begint als volgt:
Waar kan je liggen in het zand
totdat je hele lijf verbrandt?
Waar kan je zuipen als een beest,
waar vind je vrienden voor elk feest?
Waar kan je zwemmen als een rat,
waar word je zelfs van binnen nat?
Dat is aan de rand van Nederland,
dat is aan ons onvolprezen strand.
Waar kan je vrijen met je vrouw
wat nergens ander mogen zou?
Terwijl je kalm je krantje leest
je handen strelend om haar leest.
Dan speel je poker met een vriend
totdat hij van ellende grient.
Dan springt de randstad uit de band,
dat is aan ons onvolprezen strand.

Het valt me op dat Nijgh toen al 'kan je' schrijft in plaats van 'kun je'. Ik dacht dat dat pas later wat meer gangbaar werd. Verder zit er in het tweede couplet zit een wel erg lelijk rijm:
Terwijl je kalm je krantje leest
je handen strelend om haar leest.
Als je twee keer hetzelfde woord gebruikt, lukt rijmen natuurlijk altijd. We noemen dat rijk rijm (rime riche), hoewel het eigenlijk een nogal armzalige vorm van rijm is. (Voor andere vormen van arm rijm: zie een eerdere bijdrage). Bij het terughoren ergerde ik me opnieuw aan deze regels in een verder goede tekst. Niet alleen vanwege het rijm, maar ook om de inhoud: Het lijkt me niet waarschijnlijk dat iemand aan het strand zijn krantje leest terwijl hij iemand omarmt.

Het woord 'leest' in 'om haar leest' hoor of lees je tegenwoordig niet meer zoveel, lijkt me. Tijd om ernaar op zoek te gaan. Het gaat mij natuurlijk niet om een vervoeging van het werkwoord 'lezen' en ook niet om iets wat met schoenen te maken heeft. We kennen de uitdrukking 'schoenmaker, blijf bij je leest', waarbij een leest het ijzeren geval is waarover de schoenmaker de schoen schuift. Ook van schoenen wordt wel gezegd dat ze een slanke leest hebben. De uitdrukking 'op dezelfde leest geschoeid zijn' hoor ik minder vaak, maar ik vermoed dat die nog wel bekend is. Hoe dan ook, alles wat met schoenen te maken heeft, laat ik verder in dit stukje onbesproken.

Bij 'je handen strelend om haar leest' denk ik in de eerste plaats aan de betekenis 'middel, taille'. Voor mijn gevoel wordt het woord meer gebruikt voor de vrouwelijk taille dan voor de mannelijke. Het komt nog weinig voor. Dat zijn tenminste mijn veronderstellingen. Tijd om te controleren of dat klopt.

Ik start mijn zoektocht in het WNT over 'leest' te melden heeft. Dat begint de uitleg met:
Uitwendige vorm, gedaante van het lichaam van mensch of dier, inzonderheid met betrekking tot zijne lengte; gestalte. Dikwijls, vooral in jongere taal, bepaaldelijk in toepassing op een welgevormde gestalte.
Hm, niet alleen de taille dus, maar de hele gestalte. Dat blijkt ook uit de voorbeelden. Vondel schrijft in 1660: 'Een muylpaert, uitgelezen van leest' en in 1664: Eerwe ons in de leest van draeck of slang versteecken.

Bij mensen verwijst 'leest' niet alleen naar vrouwen. Ene Van Halmael schrijft: Kost ik myn dochter wel een beter bruigom aan pryzen? … Wat dunkt u van zyn gang, persoon en zyn leest? En bij Staring is te lezen: 'Wie  is die grijsaard, kloek van leest?' Allemaal te vinden in de citaten die het WNT geeft.

De betekenis van 'leest' als gestalte was mij onbekend. Ik heb geen recente voorbeelden gevonden. Het WNT geeft aan dat 'oudtijds' het woord 'leest' ook wel toegepast werd 'op de gedaante van een afzonderlijk lichaamsdeel'. Daarbij krijgen we een citaat van Huygens uit 1655:
Haer' oogen zijn schoon rood …, Haer voorhoofd kort van leest, haer' ooren langh van lidt.
Ook die betekenis is intussen historie. Ik vind hem in ieder geval niet terug. Ik ga op zoek naar meer citaten en vind nogal wat verwijzingen naar wat oudere teksten. In de negentiende eeuw komt het woord nog veel voor.

In De recensent, ook der recensenten (1821) is het gedicht Klagt aan Chloë opgenomen. met daarin de regels:
Dan baadt mijn oog zich in haar schoon,
‘k Aanbid haar leest, haar’ dos.
Hier zou ik 'leest' meer als 'gestalte' dan als 'taille' lezen. En ook Potgieter, in 1840 (Het noorden in omtrekken en tafereelen, Tweede deel, in 'Eene zamenspraak op het slot Wersterås, 1573') duidt waarschijnlijk vooral op een gestalte:
Haar leest was rank, haar nijdig opperkleed verborg de netste voetjes ter helft, de veerkracht der jeugd gaf haren bewegingen iets slangachtig-sierlijks. 
Maar bij de arm 'om iemands leest' slaan, zal het waarschijnlijk niet om de gestalte gaan, maar om de taille, het middel. Het WNT geeft ook hierbij verschillende citaten. Uit Akbar van Van Limburg Brouwer (1871): 'Een krachtvol man … met den regterarm om de leest eener beeldschoone … vrouw.'

Bij 'om haar leest' geeft Koekel genoeg resultaten. Uit 1894 komt het boek Levensdoel van J. van Dorp. In het tweede deel staan 'Een ontgoocheling. - Een winterfeest. Daar lees ik:
Klappertandende van koû drong zij zich tegen hem aan. Hij sloeg den linkerarm krachtiger om haar leest en reikte haar een fleschje over, ten halve door hem van den inhoud beroofd; zij ledigde het zonder spreken, waarna zij het zorgvuldig in de jas wegborg.
In 1947 schrijft A.M. de Jong: Onverwacht lei hij een arm om haar leest en trok haar tegen zich aan. (De dolle vaandrig. Tweede deel: Breero) en Simon Vestdijk laat in De koperen tuin (1950) hetzelfde gebeuren: 'de arm om haar leest geslagen'. 1964, het jaar dat 'Strand' van Boudewijn de Groot te horen was, is wel veertien jaar later, maar blijkbaar vond men 'je handen strelend om haar leest' nog niet heel vreemd. De laatste decennia heb ik nooit meer iemand horen zeggen dat hij zijn arm nog wel eens om de leest van iemand anders slaat. Maar in het schriftelijk taalgebruik komt het toch hier en daar nog voor.

In 1996 gebruikt Willem Kuipers 'leest' prominent, namelijk in een titel van een recensie van verzen van de Chinese dichter Bai Xingjian (775 - 826): 'Haar leest is als een rol zijde'. De titel van de recensie ontleent Kuipers aan een fragment van een gedicht. Hij citeert het en voegt wat aan toe:
'De schoonheid/ Trekt haar dungazen rok uit, knoopt haar bestikte broek los./ Haar voorhoofd lijkt een bloemenkrans,/ haar leest is als een rol zijde.' En dan zuigen kussende monden op elkaars tongen, trillen de zijden, schokt woedend de jade steel en stroomt het zaad uiteindelijk naar de vijver van het cinnabergat.
Het kan zijn dat de vertaler hier 'leest' gebruikt, omdat de oorspronkelijke tekst al oud is. Misschien ook acht hij 'leest' en plechtiger of dichterlijker woord.

Ook Leo Vroman, gebruikt het woord 'leest'. Het komt voor in de bundel Daar (2011), in het gedicht 'Vervagende vriendinnen' dat begint met:
Natuurlijk heb ik elk van hen
nog net zo lief als toen,
en zal ook nu niets met ze doen
hoewel ik ze nog zo ken,
Annie met haar wimpers, en
Els om haar hete geest,
Lida om haar zoet geheel
en Bea om haar leest,
die nu krommen, wie weet senielen,
al die doden en hun zielen,
zo lief, zo jong geweest. 
Vroman zal vooral op het woord 'leest' gekomen zijn doordat hij een rijmklank op -eest nodig ha, vermoed ik. Een kwaadwillige zou kunnen zeggen dat Vroman in 2011 al oud was en dat hij al jaren buiten Nederland woonde, maar Vroman heeft zijn hele, lange leven een levendig, hedendaags Nederlands geschreven. (Voor wie meer over Vroman wil lezen: ik heb hem hier herdacht en hier heb ik zijn laatste bundel gerecenseerd).

Wel kan ik me voorstellen dat voor Vroman 'leest' een gewoner woord is dan voor mensen die jonger of veel jonger zijn, zodat het zich als rijmwoord gemakkelijker aandient.

Zou in Vlaanderen 'leest' gebruikelijker zijn dan in Nederland? Ik vond enkele Vlaamse citaten, waarvan ik aanneem dat ze vrij recent zijn.

Op de website van Eveline Vanhemel lees ik over de vrouwelijke Ram (niet een ooi, maar een vrouw die onder het teken Ram geboren is):
Bij de vrouwelijke Rammen kan men van alle dierenriemtekens er het meest op rekenen dat zij het huwelijksaanzoek doen, vooral als de man er te lang mee wacht. Dat is overigens ook het vroegste tijdstip waarop u van uw gevoelens blijk moogt geven. Doet u het daarvóór, dan loopt u risico's. Verzeker u ervan dat u haar hart in uw zak heeft aleer u uw arm om haar leest strengelt en haar naar u toetrekt, anders loopt u kans op een oorvijg en dat zij als een opgeschrikte hinde verdwijnt.
De tekst van Vanhemel heeft een ironische toonzetting. Ze valt meer terug op oudere woorden (moogt, oorvijg). De keuze van 'leest' zou ingegeven kunnen zijn door het register waarin Vanhemel schrijft.

Guido Vanhee, ook een Vlaming, neem ik aan, gebruikt 'leest' in een gedicht, 'Moordend lief':
(...)
Je zachte handen om mijn leest,
je huid, je haar,
bracht glorie en verraad,
je hartstocht was mijn zekerheid:
verlaat haar maar.
(...)
Het gedicht ronkt nogal. Ook in dit geval lijkt me het woord vooral opgeroepen door de context en het register. Maar misschien gebruiken Vanhee en Vanhemel 'leest' ook in hun dagelijks taalgebruik. Wellicht is 'leest' voor meer Vlamingen gebruikelijk. Ik vermoed overigens dat dat niet het geval is; anders was ik het wel vaker tegengekomen.

Het lijkt erop dat 'leest' alleen in uitzonderlijke gevallen nog gebruikt wordt. Tijdens het googleloeren kwam echter ook terecht op sites met seksverhalen. Die sites dragen namen als: Oops, Opwindend, Spannend Verhaaltje, Sexverhalen.

Daar schrikt men niet terug voor een 'leest':
In de deuropening gleed ik met mijn armen om haar leest, en trok haar tegen me aan. 
(Uit: De nachtzuster)

Ze sloeg haar armen om mijn nek, haar benen om mijn leest, en wilde zo gedragen worden. Maar ik stapte mis of zo, kon haar niet houden, en we rolden over de grond.
(Uit: Bloot2)
Toen ze onder de spoorbrug door waren gelopen kwamen ze bij de huizen tegenover het station, en sloeg hij zijn arm om haar middel. Ellen smolt door de zelfverzekerdheid die hij uitstraalde, en kreeg zowaar blosjes op haar wangen. Bij het laatste portiekje schoof hij haar handig het hoekje om, en stonden ze uit het zicht van voorbijgangers. Zijn handen gleden om haar leest, en trok haar naar zich toe. Ellen voelde zich week worden in haar knieën en sloeg haar armen om zijn hals, en kroop tegen hem aan. Lang en teder kuste hij haar, en zij kuste hem terug.
 (Uit: Ellen's tennistoernooi)
Ik houd hem stevig vast als Keesje me nu compleet aan zijn paal rijgt en druk hem tegen me aan en ik voel zijn stotende lichaam over me heen raggen en zijn handen grijpen mij vast aan mijn billen en mijn benen sla ik om zijn leest.
(Uit: Rampetampen met Keesje)

Van porno of van erotische verhalen weet ik niets. Ik heb zelfs geen enkele tint grijs gelezen. Hoe representatief deze voorbeelden zijn, weet ik dan ook niet. Mijn indruk is dat 'leest' in dit soort verhalen meer voorkomt dan daarbuiten. Of laten deze verhalen zich op internet makkelijker vinden dan andere teksten? En waarom wordt 'leest' in deze verhalen meer gebruikt? Wordt 'leest' als een poëtischer of plechtiger woord ervaren? Bij het laatste voorbeeld zal dat geen reden geweest zijn om voor 'leest' te kiezen.

Het wordt tijd dat voor de conclusies. Het woord 'leest' is niet verdwenen, maar het komt nog maar weinig voor. Het is nog het meest te vinden in teksten die in een afwijkend register geschreven zijn. Het zou kunnen zijn dat bij Vlamingen het woord 'leest' wat minder onder het stof verdwenen dan bij Nederlanders, maar daar zijn geen duidelijke aanwijzingen voor. In erotische verhalen lijkt 'leest' wat vaker voor te komen dan daarbuiten. Of zouden de seksverhalen vooral door Vlamingen geschreven zijn?

Ten slotte wil ik nog een voorbeeld noemen uit 1979. Toen publiceerde Gerd de Ley het boekje Schoenmaker, blijf van haar leest. De omslag liet aan duidelijk niets te wensen over: een wat bedremmelde schoenmaker (herkenbaar aan zijn leren schort) en een naakte vrouw. Vijfendertig jaar geleden moet de uitgever ingeschat hebben dat iedereen nog wist wat een 'leest' was, ook als het niet om een schoenmaker ging. Het heeft niet tot een algemeen (her)gebruik van 'leest' geleid.

Met excuus voor de kwaliteit van de afbeelding, die ik van Catawiki stal. 

2 opmerkingen:

  1. Het woord 'leest' in de betekenis van 'middel, taille' behoort zeker niet tot mijn dagelijkse woordenschat. Ik vermoed dat mijn dochter Sielke, 31 jaar, wiens googleaccount ik hier gebruik, het woord in die betekenis niet kent. Als letterkundige heb ik allicht een iets bredere passieve woordenschat en het lied van Boudewijn is me uiteraard bekend. Ik had in mijn gedicht het woord niet nodig voor het rijm. Het moet ergens vanuit mijn onderbewuste bij mij opgekomen zijn. Ik ben inderdaad Vlaming, maar ik betwijfel sterk of mijn landgenoten het woord nog gebruiken. Zeker niet meer dan onze noorderburen. Wilt u mij een plezier doen en mij uitleggen wat u verstaat onder een 'ronkend' gedicht? Met vriendelijke groeten, Guido Vanhee guidovanhee@gmail.com

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank voor uw reactie. Met 'ronkend' bedoel ik de (naar mijn smaak) te grote gebaren die in het gedicht gemaakt worden, de te nadrukkelijk poëtische woorden.

    Vriendelijks,
    Teunis

    BeantwoordenVerwijderen