vrijdag 2 augustus 2024

De horde van de tegenwind 1: De kosmos is mijn slaapplaats (Éric Henninot)



Hoe meer je leest, hoe meer je geconfronteerd wordt met alles wat je niet gelezen hebt. Al eerder heb ik geschreven dat ik weinig weet van sciencefiction en dat blijkt opnieuw nu ik het eerste deel gelezen heb van de strip De horde van de tegenwind (De kosmos is mijn slaapplaats) van Éric Henninot.

De beeldroman is een verstripping van 'de grootste moderne Franse sciencefictionroman', volgens uitgeverij Silvester. Die roman is geschreven door Alain Damasio, maar ik had er nog nooit van gehoord. Damasio schrijft een prijzend voorwoord voor in het album, waarbij hij ervan uitgaat dat wij allemaal de roman kennen, maar ik had zelfs de verstripping nog niet gelezen en dan is de tekst niet te volgen. 

Dat zal wel voor een deel aan de vertaling liggen, die zinsneden oplevert als 'de tekenwoestijn, die hij bemeestert' en 'het laatste punt van de laatste zin', maar Damasio schrijft ook nogal ronkend. Tip voor degenen die de strip nog gaan lezen: sla het voorwoord over. Je mist niets. 

Gure wind

De horde van de tegenwind neemt je mee naar een onbekende wereld. Daar waait altijd een gure wind, die soms tot storm aanwakkert. Er leven drie stammen: een die zich met zeilen bezighoudt, een die in versterkte dorpen leeft en een, 'de krankzinnigste', die de plek probeert te vinden waar de wind zijn oorsprong heeft. 

Nu valt het ook wel weer mee hoe actief die stam daarmee bezig is. Ze doen al 800 jaar hun best, maar nu vertrekt voor de vierendertigste keer een horde op expeditie. Het duurt een tijdje om een horde te trainen en de groep is meer dan twintig jaar onderweg, maar het is wel vreemd dat er maar zo weinig pogingen gedaan worden als het doel zo belangrijk wordt geacht. 

De stam heeft het geloof dat iedereen het geluk zal bereiken als de oorsprong van de wind gevonden zal worden. Dat zou je een religie kunnen noemen, het is niet gebaseerd op enige kennis. Gezien de gebouwen die de stam geproduceerd heeft, lijkt er wel een redelijke technologische ontwikkeling te zijn, maar de expeditie gebeurt te voet. Dat is niet zo logisch, maar in het keizerrijk Trigië werd er ook gevochten met zwaarden terwijl er al vliegtuigen waren. Je moet zoiets accepteren om in het verhaal te komen of te blijven. 

Klerk

De verteller van het verhaal is Sov Strochnis, de klerk, die alles bijhoudt in zijn opschrijfboekje. Mogelijk met het oog op volgende expedities. Hoe die dan aan het boekje komen, is niet helemaal duidelijk. In de loop van het verhaal wordt zijn rol steeds belangrijker. 

Dat verhaal van het eerste deel, De kosmos is mijn slaapplaats, boeit vanaf het begin. De expeditieleden (voornamelijk mannen) lopen in een gesloten formatie tegen de wind in. De kracht van de groep is meer dan de som van de kracht van de individuele leden, dus er moet goed samengewerkt worden. 

Maar niet altijd gaat die samenwerking even soepel, want de groepsleden hebben allemaal hun eigen karakter. En als er iemand zwaar gewond raakt, moet je die dan achterlaten? Dat verdeelt de groep. Het is natuurlijk groots als iemand het belang van de expeditie inziet en zich opoffert voor de groep. 

Je hebt het idee dat de groep in al die jaren al een heel eind gekomen is, maar er volgen nog twee delen. Onderweg hebben ze gevaren moeten trotseren en ze zijn ook aangevallen, maar ze hebben het gered tot nu toe. Dat er in een zo kale wereld steeds genoeg te eten is, is op zich al een wonder. 

In de loop van de strip werd ik wel gegrepen door het verhaal en ik ging de wereld accepteren zoals Henninot die schetst. Wind is eigenlijk niet te tekenen, maar op alle bladzijden blijft die blazen en tijdens het lezen is is hij er altijd. Dat is zonder meer knap. 

Onzinnig ideaal

Het is een onzinnig ideaal dat nagejaagd wordt, maar misschien is dat wel het mooie: mensen die hun leven wagen en zich aan elkaar overleveren, omdat ze ergens in geloven. Dat geloof heeft absurde trekken, zoals waarschijnlijk elk geloof, maar misschien maakt dat het juist wel aantrekkelijker. Misschien ook wordt de mens juist nietiger bij een groot ideaal, dat je ratio overstijgt. Voor zoiets groots wil je je wel inzetten. 

We leven in een wereld waarin het individualisme hoogtij leert. Misschien is het juist nu wel nuttig om je onder te dompelen in een wereld waarin andere wetten gelden en waarin er mensen zijn die beseffen hoe afhankelijk we van elkaar zijn en dat dat niet een zwakte, maar een kracht is. 

Als De horde van de wind zelfs mij kan boeien, hoewel ik altijd wat terughoudend ben bij science fiction, moet het wel een goed verhaal zijn. Ik ben dan ook benieuwd naar de volgende delen. 

Silvester heeft er weer een mooie uitgave van gemaakt, met op de binnenkant van de stofomslag een grote tekening in kleur. Dat begint een mooie gewoonte te worden bij deze uitgeverij. Ook als je het verwacht, lijkt het toch op een cadeautje, een extraatje bij de strip, die ook al goed is. 

Serie: De horde van de tegenwind
Deel 1: De kosmos is mijn slaapplaats
Scenario en tekeningen: Éric Heninot
Inkleuring: Gaétan Georges
Vertaling: Frederik van Wonterghem
Uitgeverij: Silvester
2024, 80 blz. € 29,95 (hardcover, stofomslag)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten