dinsdag 2 januari 2024

Wraak in de Hel 1: Parijse Apaches (Philippe Pelaez / Tiburce Oger)

Parijs heeft twee revolutionaire regeringen gekend die de Commune genoemd werden: pal na de bestorming van de Bastille, tijdens de Franse Revolutie, en na de capitulatie aan het eind van de Frans-Duitse Oorlog, in 1871. 

Over die capitulatie waren Parijzenaars woedend. Parijs had een belegering van vier maanden doorstaan en dat er nu alsnog gecapituleerd werd, werd als verraad gezien. Met behulp van de Nationale Garde kwam er een revolutionaire regering, die maar kort standhield van 18 maart 1871 tot 28 mei 1871. Degenen die de Commune vormden, de communisten dus, kwamen uit uiteenlopende groepen: anarchisten, socialisten, jacobijnen, blanquisten, feministen en republikeinen. 

Bloederig einde

Het eind van de Commune was bloederig. De revolutionaire regering werd omvergeworpen waarbij velen werden gefusilleerd. In totaal zijn er 30.000 mensen gedood en 40.000 gearresteerd. In 1879 kregen de revolutionairen collectief amnestie.

Veel beleidspunten  van de Commune zouden we nu niet zo slecht noemen: afschaffing van kinderarbeid, scheiding van kerk en staat, het verlenen van pensioenen aan ongehuwde partners en kinderen van leden van de Nationale Garde, het recht van arbeiders om zichzelf te besturen als de eigenaar van hun bedrijf gevlucht was. 

Deze informatie is handig als je de strip Wraak in de Hel gaat lezen. Deel 1 heet Parijse Apaches. Het verhaal speelt zich later af, in 1903, maar op de achtergrond speelt de tijd van de Commune een belangrijke rol. 

Apachen

Aan het begin van de twintigste eeuw zijn er in Parijs verschillende benden actief, die zich de Apachen noemden. In de strip is gekozen voor het meervoud 'Apaches', maar zo werden ze in die tijd in Nederlandse kranten niet genoemd. 

Het betreft hier een geuzennaam. De benden presenteren zich min of meer als de wilden van Parijs. Ze lopen rond met openhangende jasjes, maar met glimmend gepoetste laarzen. In 1902 vechten twee benden om een vrouw, Casque d'Or. Later wordt er een moordaanslag op haar gepleegd. Daarover werd bijvoorbeeld bericht in de Nieuwe Tilburgsche Courant van 8 januari 1903. 

Nieuwe Tilburgsche Courant











Antiklerikaal

De Apachen hielden zich bezig met straatroof en inbraak, maar ook met moord, brandstichting en verkrachting. Ze ageerden tegen het establishment en waren antiklerikaal. Religieuze activiteiten werden verstoord en geestelijken werden aangevallen. Er kwam dan ook een oproep aan katholieken om zich te verdedigen. Daarover bericht onder anderen De vrije socialist

De vrije socialist, 25 mei 1903

Aan de ene kant zijn de benden bondgenoten, maar het zijn ook concurrenten. Ze vallen dus ook elkaar aan, Over zo'n clash tussen de benden bericht het Nieuws van den dag, 26 juni 1903:

De Zone

Dit is het decor van Parijse Apaches. Er is onrust in de stad. Buiten muren vestigen zich allerlei mensen en het gezag kan zich daar nauwelijks vertonen. We zouden ze de banlieus kunnen noemen. Achter in het album zijn stukjes uit Franse kranten opgenomen. Het gebied, dat de Zone genoemd wordt, wordt als volgt in een van die kranten beschreven:

Tegenwoordig baart de fauna die in die 'Zone' leeft de Parijzenaren echter zware zorgen. Het is immers een plaats van wetteloosheid en bovendien quasi ontoegankelijk voor onze gezagsdragers. Het is een wirwar van planken en textiel die een gigantische criminele maatschappij herbergt, met haar eigen codes, haar eigen wetten en haar eigen taal. De 'Zone' is het koninkrijk van de Apaches die, onder de bescherming van de nacht de deuren van de wijken Pantin, Aubervilliers of La Villette zullen komen intrappen om de eerlijke arbeider te beroven of te vermoorden. 

De gezagsdragers die de strijd met de Apachen aanbinden mompelen nog wel eens dat ze in 1871 alle communisten hadden moeten afmaken. Er wordt dus een rechtstreeks verband gelegd met de Commune. 

In de strip is er een vreemdeling die in zijn eentje opereert en aanslagen uitvoert op bijvoorbeeld de metro die zal gaan rijden op de nieuwe Noord-Zuidlijn. Hij is verbazend behendig en zijn gezicht gaat verborgen achter een rode sjaal. Er zijn mensen die suggereren dat we hier te doen hebben met een vrouw. 

Gosselin

Inspecteur Gosselin probeert uit te vinden wie er achter de aanslagen zit. Hij heeft een hulpje, Eugène Flacquier, die uit een verdachte wijk komt en dus dichter bij de Apachen staat. Dat kan hem helpen. Maar hij kampt ook met zijn gezondheid. Het geneesmiddel dat hij van een arts wil hebben, wil die hem eigenlijk niet verstrekken: het helpt maar kort en het is verslavend. Maar Gosselin kan met een goudstuk betalen. 

De slachtoffers worden door de mysterieuze misdadiger namelijk achtergelaten met een Louis d'Or in hun mond, onder het motto 'Geld voor deugd'. Op die manier zet de misdadiger zijn (of haar?) handtekening. En hebben we hier eigenlijk wel met een misdadiger van doen of is het een vrijheidsstrijder? Gosselin heeft het er maar moeilijk mee. 

Acrobate

De naspeuringen leiden naar een circus, wat gezien de acrobatische toeren van de achtervolgde, niet onlogisch is. Het album heeft een open einde. Een roodharige acrobate denkt terug aan de tijd van de Commune waarin haar vader actief was. Zij heeft mogelijk nog iets recht te zetten. 

Het complete verhaal zal twee albums beslaan. Aan de ene kant is het jammer dat deel 1 maar een half verhaal bevat, maar het is wel een intrigerend verhaal, dat de lezer terugvoert naar een situatie die bij velen niet bekend zal zijn. En in dit eerste deel is al heel wat te genieten. 

Tekeningen

Parijse Apaches is duidelijk een historisch verhaal. Dat blijkt uit de setting. De decors roepen meteen de sfeer van ruim honderd jaar geleden op. Dat wordt versterkt door de inkleuring. Die ziet eruit alsof die gedaan is met gewassen inkt, wat een grijze kleur geeft die naar sepia neigt. Met rood zijn er accenten aangebracht, bijvoorbeeld de sjaal van de mysterieuze aanslagpleger en het rode haar van de acrobate. Dat is subtiel gedaan. Met dat rood zou je ook op vet effect kunnen jagen, maar dat gebeurt niet. 

Tussen de hoofdstukken in staat er een plaat in de vorm van de voorpagina van Le Petit Journal, met een paginagrote illustratie van de overval, brand, aanslag waarover het hoofdstuk gaat. Le Petit Journal was een bestaande krant. De illustratie is wel gedaan door de tekenaar van het album, Tiburce Oger, van wie overigens ook de inkleuring is. Achter in het album zijn nog enkele krantenstukken opgenomen, met de originele afbeeldingen. Verder is er een dossiertje met schetsen en coverontwerpen. 

Verder is er nog een cadeautje aan de binnenkant van de stofomslag: een grote tekening, waarin de lijnvoering en de inkleuring tot in detail te zien zijn. 

Scenario

Het scenario is van Philippe Pelaez, die best een klus had. Hij vertelt het verhaal van de mysterieuze aanslagen, maar intussen moet hij ook duidelijk maken hoe de situatie in Parijs is aan het begin van de twintigste eeuw en wat het verband is met de Commune van 1871. Dat is wel gelukt. Ik was in ieder geval zo geïntrigeerd, dat ik het niet kon nalaten wat oude Nederlandse kranten door te vlooien om te zien in hoeverre de toestand in Parijs nieuws was in Nederland. Een van die berichten, uit de Limburger Koerier van 4 maart 1904, plaats ik hieronder. 

Het eerste deel van Wraak in de Hel is veelbelovend: een intrigerend verhaal in fraaie tekeningen. Het wachten is op het volgende deel, Bloedrood Parijs. Het zal geen lieflijk vertelsel worden, vermoed ik. 


Titel: Wraak in de Hel
Deel 1: Parijse Apaches
Scenario: Philippe Pelaez
Tekningen en inkleuring: Tiburce Ocer
Vertaling: P. Moretti
Uitgever: Silvester Strips
2023, 72 blz. € 25,95 (hardcover, stofomslag)



2 opmerkingen: