donderdag 17 november 2016
Uit het leven van Dik Trom (Knipoog 56)
Ach, de boeken van je jeugd! Arendsoog, Pietje Bell, Buffalo Bill, de reeks over Biggles, Paddeltje, enkele deeltjes over de Kameleon - ik kan de passages zo weer voor me halen. En Dik Trom?
Dik Trom heb ik wel gelezen, maar pas later, toen ik er eigenlijk al te groot voor was. De boeken over Dik Trom waren volgens mij niet bij ons in huis. Of zou mijn kleine broertje ze gehad hebben? Voor zover ik weet, leende ik een deel van een neefje.
De boeken van Dik Trom zijn legendarisch. Niet omdat ze zo goed zijn. Een echte verhaallijn is er bijvoorbeeld nauwelijks in te ontdekken, maar in de boeken over Pietje Bell en de Kameleon is hetzelfde het geval. Dik Trom was, zeker toen het boek verscheen, wel verfrissend: geen modelfiguur, maar een echt kind. Een jongen met een goed hart, een rijk gevoel voor humor en een onverschrokkenheid bij onverwachte situaties. Veel kinderen, jongens vooral, hebben gesmuld van zijn avonturen.
Vooral het beeld van Dik die achterstevoren op een ezel zit, zal iedereen bijstaan, ook als hij het boek niet gelezen heeft. Volgens mij heeft die afbeelding vaak of misschien wel altijd op de voorkant gestaan van Uit het leven van Dik Trom.
Er zijn ook verschillende sculpturen gemaakt van Dik Trom op de ezel. Een ervan staat in Hoofddorp. Een foto ervan vond ik bij het bericht over een Dik-Trom-app.
Naast het beeld van Dik op de ezel is er een zinnetje beroemd geworden: 'Het is een bijzonder kind, dat is-ie!' Een uitspraak van vader Trom, die maar niet echt boos kon worden op zijn kind. Wie dat wil nalezen, leze de originele tekst op DBNL.
Honderdvijfentwintig jaar na de eerste uitgave is Uit het leven van Dik Trom opnieuw uitgegeven door uitgeverij Kluitman. Het Reformatorisch Dagblad besteedt er aandacht aan. Janneke de Jong zet boven haar artikel: 'Een bijzonder boek, dat is het', waarmee ze duidelijk knipoogt naar de uitspraak van vader Trom.
Er blijken veel van dit soort knipogen te zijn. 'Iets is bijzonder, dat is het' of 'Iets is bijzonder en dat is het'. Die 'en' sluipt er gemakkelijk tussen, omdat die de zin soms wat ritmischer maakt.
Enkele voorbeelden: een bijzonder schooltje (het schoolgebouwtje van Etersheim), een bijzondere methode (EMDR); een bijzonder bouwwerk (nationaal paleis van Pena); een bijzonder fonds (het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten), een bijzondere jongen (naar aanleiding van Schooldagen van Coetzee); een bijzondere filmmaker (Henk van der Linden, de verfilmer van Pietje Bell, vreemd genoeg); een bijzonder wijkje (Heksenberg); een bijzonder hotel (Hotel Kunturwassi Colca en ook een hotel in Wolvega); een bijzonder merk (Saab); een bijzonder mens (Fred Rutten); een bijzonder bos (in Kolham); een bijzonder dorp (Westkapelle); een bijzondere bridger (Bob Drijver); een bijzondere zitzak. De lijst kan met gemak langer gemaakt worden.
Het lijkt me te bewijzen dat Dik Trom, of in ieder geval het zinnetje uit het boek, nog springlevend is. En dat na honderdvijfentwintig jaar! Terecht dus dat Janneke de Jong schrijft: 'Een bijzonder boek, dat is het'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten