(Openingswoord bij de expositie Verstild leven, De Kijkdoos Bennekom, zaterdag 12 maart 2016)
Deze expositie heet ‘Verstild leven’ en iedereen die even rondkijkt, zal zien waarom dat zo is. De mensen en dieren van
Eveline Kieskamp, om maar met haar te beginnen, missen elke vorm van uitbundigheid. Ze zijn in zichzelf gekeerd en lijken geen contact met je te maken. Een uitzondering is het dubbelportret, dat in ieder geval het hoofd opgericht heeft. Maar ook dat lijkt voor zich uit te staren.
Of al die werken uiting zijn van verstild
leven, is nog maar de vraag. Er lijkt veel dood in Kieskamps werk te vinden. De ‘Broken bird’ is er duidelijk geweest en ook de hazen lijken niet meer te leven. Vreemd genoeg gebruiken we de benaming ‘stilleven’ juist voor levenloze zaken.
Maar bij Eveline Kieskamp heeft de dood niet het laatste woord. Bij haar is de dood niet hard en koud. De hazen zijn van vilt en houden hun warmte. En uit de dode vogel groeit iets wat moeilijk te duiden is, maar het heeft een organische vorm. Alsof de vogel bron blijft voor een langzame beweging. De dood is niet het einde.
Dat lijkt me ook voor de hazen het geval. Ze zijn opgenomen in een compositie waarin ze een tweede leven krijgen. Hun dode ik is afgelegd en ze zijn opgegaan in een nieuwe esthetiek.
Voor mij zijn de dode dieren vanitassymbolen, zoals die ook op oude schilderijen voorkomen. Ze wijzen mij op het ogenblik dat ik ook zelf het haasje zal zijn. Maar Eveline Kieskamp verschaft troost: ook na onze dood zal er nog van alles uit ons groeien. We laten sporen na die bewegen, we hebben zaad uitgestrooid dat zal ontkiemen.
|
Humble |
De personen in het werk van Kieskamp hebben wel iets allenigs. Soms worstelen ze, zoals de belemmerde figuur in Cumbersome. Je hebt niet het idee dat ze van buitenaf geholpen zal worden. Ze staat er alleen voor. Ze is vergroeid met de stoel of misschien groeit ze wel uit de stoel. Maar ze oogt eerder sterk dan zwak. Ze heeft geen ledemaat los kunnen wringen, maar je hebt er vertrouwen in dat ze het wel redt. Ze heeft alleen tijd nodig.
Het meisje in Humble gaat schuil onder de groeisels die haar overdekken. Ik vroeg me af of wat haar overdekt van binnenuit komt of van buitenaf. Volgens de titel van het werk is ze nederig. Ze staat bescheiden achter in het vierkant dat haar platte voetstuk is, met een voet een beetje naar binnen. Haar hoofd is gebogen. Als ze een blik heeft, is die gericht op wat ze in haar handen heeft.
Eigenlijk denk ik dat alle personen van Eveline Kieskamp bescheiden zijn. Ze hechten niet aan hun ego. Het meisje wier hoofd gewikkeld is in een darmachtige vorm, zit toch rustig op haar sokkel. Misschien houden de beelden ons een spiegel voor, als wij met ons grote ego ervoor staan. Er zijn belangrijker zaken dan het ik.
|
Stilleven met kan |
Over één beeld wil ik nog wat zeggen en dat is het Stilleven met kan, met al die groene knopen. Het ziet eruit als een hoorn van overvloed: een stroom knopen, die weliswaar nu stilstaat, maar die in ieder geval niet op zal drogen. Ook zijn er al veel meer knopen uit de kan gegoten dan er ooit in gepast zullen hebben
Als je er lang naar kijkt, krijg je de indruk dat de stroom ook de andere kant op zou kunnen gaan: dat de knopen onder op het tafeltje hebben gelegen en dat ze nu omhoog klimmen de kan in.
Ik heb een tijdje voor de knopenkan gestaan en ik merkte dat ik er een beetje gelukkig van werd. Dat heeft met mijn jeugd te maken. Mijn moeder had een beschuitbus vol met knopen. Als een kledingstuk zo ver versleten was dat het alleen nog dienst kon doen als stofdoek, werden de knopen erafgeknipt en in de knopenpot gedaan. Als ma bij het herstellen van kleren een knoop nodig had, keek ze eerst in de Bolletjebus om te zien of er een knoop in zat die een beetje leek op de andere. Wij mochten als kinderen graag de inhoud van de bus op tafel uitstorten om de knopen te sorteren.
Het moet ons zoveel plezier gegeven hebben, dat ik het nog kan voelen als ik voor het stilleven van Eveline Kieskamp sta. Een kunstwerk dat je meer dan vijftig jaar kan doen overbruggen,
moet wel een grote kracht hebben.
Ook de foto’s van
Elizabeth Koning zijn verstild: er is geen enkele beweging op te zien. De afgebeelde personen zijn in rust. Ze hebben een pose die ze voor je gevoel nog tijden vast kunnen houden.
Zelfs de meisjes die verstoppertje spelen, zijn bevroren. Ze zijn vastgezet in hun houding, alsof ze betoverd zijn. Ze zullen nooit meer bewegen.
De decors zijn sober, met vaak een lage lijn, die als een soort horizon kan dienen. Daardoor worden de personen nog meer naar de voorgrond geplaatst. Ze kijken je strak aan, zodat je niet aan ze kunt ontkomen.
Ze zien er zwijgzaam en een beetje in zichzelf gekeerd uit. Misschien hebben ze een rijk gedachteleven, maar je weet dat ze er hun mond over zullen houden. Daardoor zijn ook de foto’s zwijgzaam: ze geven zich niet helemaal prijs. Elke foto van Elizabeth Koning heeft een geheim.
Soms wordt daar, misschien een beetje pesterig, net genoeg van onthuld om je met nog meer vragen te laten zitten: wat doet het girafje op de foto van het meisje met het rode haar? En waarom ligt er een sleutel op de foto ‘Hide and seek’ terwijl alle deuren verwijderd zijn? Je vraagt het je af en de foto blijft spannend, juist doordat die het antwoord niet geeft.
Wie naar kunst kijkt, kijkt altijd ook naar zichzelf. Je ontkomt immers niet aan je eigen associaties. Het lam bij Antoine Bodar roept natuurlijk gedachten op aan Agnus Dei, het Lam Gods. Het lam is een symbool van onschuld en ik kon er niets aan doen, maar ik moest ook denken aan een gedicht van Ramsey Nasr, ‘Broeders van liefde’, dat gaat over kindermisbruik in de Rooms Katholieke kerk. Het begint met:
Probeer het eens. Je neemt een kind op schoot
zo'n ding dat nog doorschijnend is en broos
liefst blind of doof. Geslachtloos bijna.
Het zit daar maar, een zuiglam voor het oog.
Het heeft niets met Bodar te maken, het zal niet bedoeld zijn door de kunstenares, maar ik ontkom er niet aan. Misschien ook doordat ik de roman Het hout van Jeroen Brouwers heb gelezen, die over hetzelfde onderwerp gaat. Het zijn gruwelijke associaties en toch blijft de foto vredig, bezonken. Misschien omdat je weet dat er niets kan gebeuren, omdat er niet meer bewogen zal worden. De tijd is buiten de foto gesloten.
|
Lux |
Ook de foto ‘Lux’ bracht van alles in beweging. De titel verwijst naar de lichtbaan die het meisje vangt in het centrum van de foto. Links van zichzelf staat ze nog een keer, wat donkerder. Door een toeval, zag ik nog verder naar links de weerspiegeling van de foto aan de overkant, het portret van Isis. Alsof een jonger ik van het meisje nog schemerde in het donker.
Natuurlijk ken ik het meisje op ‘Lux’ niet, maar toch had de afbeelding iets bekends. Ik keek een tijdje naar het groen om haar heen en ineens leek ze op Ophelia van Millais. Maar dit meisje ligt niet in het water, ze staat in het groen. En ze leeft. Ze zal in werkelijkheid volwassen worden en later oud worden en verschrompelen en ooit zal het leven uit haar wegzuchten. Maar op deze foto is ze een meisje en zal ze een meisje blijven. Voor eeuwig levend.
Misschien zijn daarom de foto’s van Elizabeth Koning zo indringend: de personen kijken je aan, je kijkt terug en je weet dat ze superieur aan je zijn. Jij bent degene die voorbijgaat, die sterfelijk is. Zij blijven. Alles om ons heen wervelt maar door en ook wij zoeven door de tijd. Maar als we naar de foto’s kijken, is alles een moment stil en maken we geen deel meer uit van de tijd. Dat troost, ook al is dat maar voor een moment.
De expositie Verstild leven brengt ons twee intrigerende kunstenaars, Eveline Kieskamp en Elizabeth Koning. Twee kunstenaars wier werken van alles in ons los zullen woelen, maar die ons ook stil zullen maken. We moeten maar snel naar dat werk gaan kijken. De expositie is geopend.