zaterdag 14 februari 2015
Hotel Particulier (Guillaume Sorel)
Een kat heeft negen levens, een mens heeft er maar eentje. Op de eerste bladzijde van de beeldroman Hotel Particulier is Emilie bijna aan het eind van dat ene leven. Ze leest Rimbaud, laat het bad vol water lopen, richt zich door het raam tot een kat op het dak en laat zich in het water zakken. Dagen later wordt ze, als een Ophelia, dood gevonden.
Haar lichaam is dood, maar haar geest leeft verder. Die spookt door het hotel en ziet daar vreemde dingen. De tekenaar/scenarist Guillaume Sorel heeft een wonderlijk stelletje mensen bij elkaar gebracht in het hotel. Een man bij wie de personages uit zijn boeken tot leven komen; een kind dat opgesloten zit en alleen bevrijd kan worden als iemand anders haar plaats inneemt; een kunstenaar die door een magische spiegel kan stappen.
Emilie bezoekt ze, hoort hun verhalen aan. Ze praat met een kat, wat ze tijdens haar eerste leven natuurlijk niet kon. Met die kat loopt het overigens niet best af, want Sorel houdt van tragiek. Zo is Emilie ook niet de enige in het boek die zelfmoord pleegt.
Het leven is niet fraai. Mensen houden zich staande, eten, gaan met elkaar naar bed, maar ze komen pas wat dichter bij hun dromen als ze ontglippen aan deze werkelijkheid. In het dagelijkse leven lijkt echt geluk niet voor ze weggelegd. Er zijn misverstanden, mensen zitten elkaar dwars, mensen begrijpen elkaar niet. Het is een miezerige werkelijkheid. Maar soms kan iemand door de spiegel heen stappen en in een andere werkelijkheid terechtkomen.
Ook die wereld is trouwens niet volmaakt. Emilie verzucht dat ze graag af en toe zichtbaar zou willen zijn in het werkelijke leven, al was het maar in het maanlicht. Maar nee, 'dat gebeurt alleen in sprookjes'.
Het verhaal heeft een dramatische ontknoping. Uiteindelijk blijft alleen een kat over, die (verlangend?) kijkt naar de zwaluwen die boven hem door de lucht scheren. De winter is voorbij.
Sorel heeft met Hotel Particulier een fraai boek aan zijn oeuvre toegevoegd. De tekeningen zijn technisch zoals we van hem gewend zijn: prima in orde. Sorel houdt van het tekenen van mensen, van het volume en de bewegingen van het menselijk lichaam. In deze roman heeft hij zich helemaal uit kunnen leven.
De tekeningen zijn ingekleurd met verdunde inkt, waardoor een grijsbruine kleur ontstaan, die goed past bij het verhaal. Er zit genoeg drama in het verhaal; uitbundig kleurgebruik moet daar niet van afleiden.
Het verhaal wordt op een kalme toon verteld, alsof de gebeurtenissen logisch zijn. Ook de dingen die erg afwijken van wat we gewend zijn, lijken daardoor aannemelijk en zelfs vanzelfsprekend. Door het boek heen zijn er citaten gestrooid uit de wereldliteratuur: naast Rimbaud, komen we bijvoorbeeld Poejkin en Baudelaire tegen en op afbeeldingen ook Kafka (in spiegelbeeld) en Anaïs Nin. Ook dat gebeurt op een natuurlijke manier.
De kunstenaar in het hotel zegt: 'Voor wie de de magie van de wereld niet ziet, is een spiegelbeeld slechts een matte weergave van de werkelijkheid.' Maar, net als Alice, stappen we door de spiegel, waarna we pas echt in de wereld van Sorel terechtkomen. Daarin rondlopen is een belevenis.
Titel: Hotel Particulier
Tekst en Tekeningen: Guillaume Sorel
Uitgeverij: Casterman
hardcover, 104 blz., € 25,-
Geen opmerkingen:
Een reactie posten