donderdag 7 augustus 2014
Het orakel van Parijs
Rudy Kousbroek knipte ooit gravures uit oude Franse tijdschriften. Hij schikte die plaatjes (die bij verschillende verhalen hoorden) zo, dat hij er een verhaal bij kon vertellen. Het werd een wonderlijk, hilarisch verhaal: Vincent en het geheim van zijn vaders lichaam.
Iets soortgelijks heeft Job Degenaar gedaan. De kunstenares Monica Maat had een serie plaatjes gemaakt op haar computer. Ze zien er als collages uit, waarbij steeds dezelfde figuren terugkomen, onder wie iemand met een cowboyhoed, een Elvisachtige figuur, een man op de rug gezien, een jongen met een een kleine dino (triceratops). Op veel tekeningen is een boog afgebeeld en de naam 'le Miracle' komt ook steeds terug. Door de terugkerende elementen ontstaat er min of meer een eenheid. De tekeningen zijn opgenomen in het zakboekje Het orakel van Parijs.
Degenaar heeft in deze uitgave geprobeerd om bij de verschillende afbeeldingen een verhaal te schrijven en dat viel duidelijk niet mee. Centrale figuur is Sophie Nathalie Lippens, een fotomodel. Nadat zij geïntroduceerd is, moeten de andere personages een plaats krijgen. Degenaar heeft ervoor gekozen om in de eerste hoofdstukken steeds een ander figuur op te voeren. Omdat hij de personages nogal uitgebreid inleidt, komt het verhaal nauwelijks vooruit.
Het grootste deel van het verhaal speelt zich af in het jaar 1989. We gaan door dat hele jaar heen, vanaf het voorjaar tot aan het eind van het jaar, maar de auteur krijgt het niet voor elkaar om de lezer mee te nemen in de beleving van de tijd. Voor mijn gevoel had het zich ook in een week af kunnen spelen.
Plaats van handeling: 'de ondergrondse gangen van Parijs', waar Sophie, vaak vergezeld van haar vriendin Sjaan, de wonderlijke figuren tegenkomt. Sommige mensen stammen uit haar verleden, zoals haar pianoleraar. Je hebt al gauw het idee dat veel van wat er gebeurt symbolisch bedoeld is.
Mij deed Het orakel van Parijs denken aan De kelner en de levenden van Vestdijk, maar Vestdijk levert je een stevig verhaal en dat krijgt Degenaar niet voor elkaar. Ik heb het idee dat hij vooral bezig geweest is om de details kloppend te houden. Sophie is fotomodel, dus af en toe moet er verteld worden dat ze naar een fotoshoot of modeshow moet. Dat wordt altijd terloops meegedeeld, alsof het voor Sophie niet belangrijk is. We vernemen ook nauwelijks wat er dan gebeurt. Haar vriendin Sjaan, heeft werk, maar daar hoeft ze maar twee dagen naar toe in het beschreven jaar.
De stijl van het boekje helpt ook al niet mee. Die heeft iets gewilds. Soms schurkt Degenaar aan tegen de stijl van een oud kinderboek, soms strooit hij met clichés (zweetparels, zweet 'gutst' van het lijf, 'ragfijn' geweven stoffen), spelt hij woorden op een afwijkende manier (exceem, embonpointe) en gebruikt hij samentrekkingen die net niet lijken te kloppen. Misschien zijn deze afwijkingen ontregelend bedoeld.
Dat geldt waarschijnlijk ook voor zinsneden als 'de oude, maar goedlachse gouvernante' en 'Haar silhouet, geflankeerd door een flatteuze hoed' (waarbij Degenaar duidelijk afwijkt van het plaatje, waarbij de vrouw de hoed gewoon op haar hoofd heeft en niet naast haar).
Je zou kunnen zeggen dat het hele verhaal de aanloop is naar het laatste hoofdstuk, waarin Sophie een plotseling inzicht krijgt. Van elk personage wordt verteld wat het verbeeldt en dat wordt samengevat in de onhandige zin 'Allen zijn het deeltjes van 'de ander' die me gevormd hebben en 'ik' werden.
Als de schrijver uit moet leggen wat hij bedoeld heeft, deugt het al niet, lijkt me. Als daar dan ook nog een plotseling inzicht voor nodig is, lijkt dat wel heel erg op een uiting van onmacht. Dat deed Vestdijk een stuk handiger en beter.
Het orakel van Parijs is een curieus boekje. Het is een aardig idee om de tekeningen met elkaar te verbinden tot een verhaal, maar de poging is niet geslaagd.
Titel: Het orakel van Parijs
Tekst: Job Degenaar
Beeld: Monica Maat
Uitgeverij Liverse, Dordrecht 2014.
148 blz. € 12,50
Geen opmerkingen:
Een reactie posten