dinsdag 29 april 2014
De gierenclub
De tijd dat je in stripvorm alleen maar aardige verhaaltjes kon vertellen, is al lang voorbij. Er zijn reeksen getekende biografieën en autobiografische boeken, documentaires in stripvorm en combinaties van strip en journalistiek. Aan het begin van dit jaar richtte Joos Pollmann de site stripjournalistiek.nl op, waarop over dat laatste genre meer te lezen is. Onder aan deze bijdrage zal ik nog wat linkjes aanleggen naar strips in het non-fictiegebied.
In dat gebied past ook De gierenclub van Rudi Vranckx en Caryl Strzelecki. Het boek kwam vorig jaar al uit en het lag bij mij al een tijdje op de stapel met boeken die ik in ieder geval wilde lezen, maar het kwam er maar steeds niet van. Nu dus wel. En gelukkig maar, want De Gierenclub is een goed boek.
De gieren uit de titel zijn de journalisten, die elkaar ontmoeten op plekken waar de wereld brandt, waar doden vallen. Het is een wat ironische benaming. Het is niet de bedoeling van de makers van het boek om afstand te nemen van de lijkenpikkers en die benaming is dan ook niet terecht. Bij een lijkenpikker denk ik aan iemand die uit is op eigen voordeel en dat is hier niet het geval.
Rudi Vranckx rekent zichzelf tot de gierenclub. Hij is oorlogsverslaggever en ik heb begrepen dat televisiekijkers hem kennen. In dit boek wordt niet alleen verteld wat hij meegemaakt heeft in de verschillende brandhaarden, maar er worden ook gesprekken weergegeven tussen hem en de tekenaar, Carl Strzelecki. Aan hem moet Vranckx natuurlijk eerst het verhaal vertellen.
In het gesprek stelt Strzelecki vragen die wij als lezers ook hebben: Wat doet dat een mens? Begreep je wat er gebeurde? Went het niet, al die gruwel? Vranckx vertelt. En dan worden we ineens naar de plaats van handeling geplaatst, door de strip. We zijn erbij en maken de gruwel mee.
Directer dan de krantenberichten brengt de stripreportage de beklemming over, de angst, de ellende, het hopeloze. Daarnaast geeft De gierenclub het overzicht. We reizen langs de fronten: Tunesië, Egypte, Libië, Syrië. Elke situatie is anders, elke situatie is hetzelfde. 'Het stopt nooit', heet het laatste hoofdstuk, een waarheid waarmee we het zullen moeten doen, maar waarmee niet te leven valt.
De journalisten in de oorlogsgebieden lopen natuurlijk gevaar en er vallen ook doden. In De gierenclub worden sommige van die journalisten herdacht. Aan het eind van het boek is een lijst opgenomen van collega's van Vranckx die vermoord zijn. De lijst vult een hele pagina.
Strzelecki heeft een bijna ouderwetse manier van tekenen met veel arcerinkjes. De pentekeningen kleurt hij in met waterverf, zodat de kleuren zich niet opdringen. In alles zijn de tekeningen dienstbaar aan het verhaal.
Opvallend zijn de bladzijden waarop Strzelecki het YouTubefilmpje uitgetekend heeft waarop te zien is hoe Khaddafi gevangengenomen en gedood wordt. Het zijn gruwelijke beelden. De plaatjes zijn dan ook geplaatst op zwarte bladzijden. De tekenaar gebruikte alleen rood als steunkleur, waardoor goed te zien is hoe bloederig het eraantoe ging.
De gierenclub is een goed boek. Het geeft persoonlijk verslag van de oorlogen die er de laatste jaren gewoed hebben of nog woeden. Het is zowel informatief als betrokken, zowel zakelijk als subjectief. De kinderen van Joe Sacco worden groot.
Eerder schreef ik over Joe Sacco:
Reportages
Onder Palestijnen
Moslimenclave Gorazde
Gaza 1956
Een keuze uit andere non-fictiestrips
Margreet de Heer, Strips! 200 jaar Nederlands beeldverhaal
Lars Fiske, Herr Merz
Mauri Kunnas, The Beatles. De begindagen.
Margreet de Heer, Fijne vrienden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten