donderdag 12 december 2013
Door zonder familie
Een 'graphic memoir' noemde iemand laatst Door zonder familie van Gerrit de Jager. Het is een wat vreemde term, maar ik snap wel wat ermee bedoeld wordt: het zijn memoires in stripvorm. Waarschijnlijk is 'memoires' ook een wat betere term dan 'autobiogrie'. Een autobiografie veronderstelt degelijkheid, systematische aanpak; memoires mogen wat losser zijn.
Gerrit de Jager vertelt in Door zonder familie over de jaren tachtig, de beginperiode van de strip De familie Doorzon die hij toen nog samen met Wim Stevenhagen schreef en tekende. Het succes van de strip groeide snel, maar niet alles ging van een leien dakje. Het huwelijk van De Jager strandde bijvoorbeeld. De Jager woonde met vrouw en dochtertje in een doorzonwoning in Lelystad, een huis dat vergelijkbaar is met dat in de strip.
De Jager bleef er wonen en in de weekends kwam zijn dochtertje, dat toen nog erg klein was, op bezoek. Vooral in het begin vond hij het moeilijk om werk en vaderschap te combineren.
Later stopte ook nog de samenwerking met Wim Stevenhagen. De strips die ze samen maakten verdeelden ze: Doorzon en Roel en zijn beestenboel kwamen bij De Jager terecht, de andere drie bij Stevenhagen. Later kregen de twee tekenaars toch weer met elkaar te maken, toen bleek dat hun uitgever Fer Gevelflut (= Ger van Wulften) een wurgcontract had opgesteld en bovendien niet uitbetaalde. Uiteindelijk had het tweetal bijna twee ton van Gevelflut tegoed.
Door zonder familie geef een aardig inkijkje in het leven van De Jager, zowel wat zijn persoonlijke als zijn zakelijke besognes betreft. Daarnaast geeft het een beeld van de jaren tachtig. Zijdelings maken we een krakersrel mee, cocaïne is altijd beschikbaar, al gebruikt De Jager daar maar weinig van en door het beeld lopen enkele bekende Nederlanders (Herman Brood, Theo van Gogh).
Aardig, aardig. Maar meer ook niet. Het verhaal kabbelt voort, met zijn vrolijke en zijn pijnlijke momenten. Bij alle beschrijvingen is De Jager mild gebleven. Er ontstond een breuk tussen Stevenhagen en De Jager, maar dat betekent niet dat Stevenhagen een trap nakrijgt. In het boek is hij een principiële, wat stroeve man.
Zelf Fer Gevelflut, wiens wandaden niet verdoezeld worden, behoudt enige sympathie. De Jager kan eigenlijk niet boos op hem worden, al heeft hij er alle reden toe. Ook daar wordt het boek gelijkmatiger van. De Jager zal het zo gewild hebben, maar ik had het mooi gevonden als hij af en toe wat dieper gepeild had, net iets minder afstand gehouden had.
Toch zal bijna iedereen Door zonder familie met plezier lezen. Het verteltempo is in orde en het verhaal neemt je makkelijk mee. De plaatjes zijn met inkt getekend, met weinig arceringen. Dat kun je intussen wel aan De Jager overlaten. Hij is een ervaren tekenaar die in principe kan tekenen wat hij wil: lichaamshoudingen, gezichtsuitdrukkingen - De Jager heeft maar weinig nodig om de juiste suggestie te wekken. Het boek zal zijn publiek dan ook wel vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten