maandag 22 oktober 2012
Een vrouw beminnen
Een vrouw beminnen van Henk van der Ent telt maar goed honderd bladzijden, maar ik vond het toch een hele opgave om het te lezen.
Ten eerste zit er wel erg weinig verhaal in het boek: er wordt veel overdacht, veel geredeneerd, veel gepraat, er zijn veel beschrijvingen, maar er gebeurt niet veel. En als er eens iets gebeurt, vond ik het niet waarschijnlijk.
Dat er meer dan zestig schilderijen op een nacht uit een huis geroofd worden, zonder dat de slapende bewoonster, Olivia, iets merkt, is al sterk, maar het zou nog kunnen. Dat in diezelfde nacht in haar slaapkamer een brandblusapparaat wordt leeggespoten zonder dat ze wakker wordt is me te onwaarschijnlijk. Dan wordt er ook nog gesuggereerd dat die twee dingen totaal niets met elkaar te maken hebben. Ja, ja, eerst de inbraak en als de deur toch openstaat of het raam kapot is, kunnen rotjochies met de brandblusser aan de gang. Dezelfde nacht, hetzelfde adres. Het zal wel.
Als Olivia wel wakker wordt, weet ze niet wat ze gehoord heeft: 'Ze beseft nu dat ze in de tuin voetstappen of op straat gesmoorde stemmen heeft gehoord.' Het geluid van stemmen en voetstappen lijkt ook wel erg veel op elkaar en de straat ligt weliswaar aan de voorkant van het huis en de tuin aan de achterkant, maar probeer je maar eens te oriënteren als je zo verward wakker wordt!
Olivia constateert dat er ingebroken is, maar het deed me niks. Dingen worden genoemd, maar de schrijver krijgt het niet voor elkaar om je mee te laten leven. Pas in het laatste deel gebeurt dat wel: een andere vrouw, Mirjam, heeft problemen met het riool, zodat een stinkende drab zich verspreidt over de vloeren van het huis. De man die ze te hulp denkt te kunnen roepen, laat het afweten. Mirjam is boos, paniekerig, maar ook daadkrachtig en dat weet Van der Ent ineens wel over te brengen. Er zit een vaart in deze bladzijden, die in de rest van het boek jammer genoeg ontbreekt.
Ook psychologisch is het boek niet zo sterk. Personages nemen beslissingen die ongemotiveerd lijken of die wel erg plotseling opkomen. Je hebt het idee dat je niet alleen als lezer de personen niet goed leert kennen, maar dat ook de schrijver niet goed tot ze doorgedrongen is. Het best komt Daniël uit de verf, iemand die moeite heeft met contacten met andere mensen. Zijn vriend Egbert is ongeneeslijk ziek en het lukt hem eigenlijk niet om zijn meeleven te laten merken.
Het lijkt erop dat Een vrouw beminnen vooral geschreven is vanwege de ideeën, die cirkelen rond vragen als. Kun/moet je de dood accepteren? In hoeverre is je leven van jezelf? In hoeverre kun je jezelf laten kennen? De ideeën daaromtrent komen allemaal wel uitgebreid aan de orde, maar ik had graag gezien dat Een vrouw beminnen ook nog een beetje een aardige roman was geworden, maar dat zat er blijkbaar niet in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten