donderdag 6 juni 2024

Vissen redden (Annelies Verbeke)


 

'Een nieuwe dag in het nu', zong Monique Champagne tijdens het baden. In de stad waar zij woonde, bloeide het culturele leven, werd het zwerfvuil succesvol ingedijkt en stemde de hoeveelheid neerslag tot droefenis. Nu en dan verhing een feestvarken zich aan een steunbalk of hapte een onberekenbaar huisdier een oog uit een kind. Toch gebeurde dat zelden. Het geluk verdween er doorgaans minder bruusk.

Zo begint de roman Vissen redden (2009) van Annelies Verbeke. De hoofdpersoon, Monique Champagne, is vol goede moed. Wel wordt in de eerste alinea al genoemd dat iemand zich verhangt en dat er een oog uitgebeten wordt, maar de toon blijft monter. Monique gaat meteen 'een verkwikkende fietstocht' maken, waarbij ze de trappers 'zonder hapering' in het rond laat draaien. 

Ze maakt zich wel wel zorgen over het visbestand, dat door de grootschalige visserij dramatisch afneemt en daarover heeft ze een artikel geschreven dat de aandacht heeft getrokken van de wetenschapper Sven Nootjes. Hij neemt contact met haar op en stelt voor dat zij op verschillende internationale viscongressen een bijdrage zal leveren. Volgende week is het eerste congres al, in Tallinn. 

Monique besluit haar leven in dienst te stellen van het redden van vissen. Ze is schrijfster, maar vanaf nu is het gedaan met de literatuur. De vis heeft prioriteit. 

Op het eerste congres maakt ze kennis met Oskar Wanker, die een roman heeft geschreven waarvan ze later het manuscript zal lezen, en met Michaela, die haar aanziet voor ene Stefanie. Monique laat het zo en zegt dat Monique Champagne haar artiestennaam is. Deze twee mensen zal ze ook op de volgende congressen ontmoeten. 

Verbroken relatie

Tussen het verhaal van Monique schemert wat er daarvoor gebeurd is. De relatie tussen Monique en Thomas is voorbij. Daar probeert ze zo min mogelijk aan te denken. Ze stort zich op haar nieuwe leven, wat ook zo zijn lastigheden heeft. Ze is niet altijd even succesvol met haar bijdragen op de congressen en ze kan zich wel uitgeven voor Stefanie, maar vroeg of laat zal ze door de mand vallen. 

Voorlopig stort Monique zich nog volop op de vis. Ergens zit de vis in ieder van ons, want we stammen van vissen af en er is ook een relatie tussen Jezus en de vis (Ichtus = Jezus Christus, Gods zoon, redder). De missie van Monique neemt af en toe religieuze dimensies aan. Zij moet de redder van de vissen zijn en daarbij zijn Oskar en Michaela haar eerste volgelingen. 

Hoe hard Monique ook haar best doet, ze kan niet vergeten wat er gebeurd is. En als ze bij enkele congressen niet op hoeft te treden en uiteindelijk haar bedrog uitkomt, valt zo'n beetje alles weg waarmee ze zich beschermd heeft tegen het verdriet. Uiteindelijk moet ze haar toestand onder ogen zien.

Dat ze niet geslaagd is, weet Monique Champagne, dat het project dat ze haar leven noemde, is mislukt. Hoewel ze harder dan de meesten heeft geprobeerd om er iets bijzonders van te maken, om er te zijn. Mogelijk is dat de moraal, of de grap; dat ze het te hard probeerde. 

Annelies Verbeke lukt het om je een groot deel van het boek met kromme tenen te laten zitten. Je ziet hoe een personage zich in een avontuur stort dat wel verkeerd moet aflopen en je vraagt je af hoe lang het duurt dat ze het zelf ook ziet. Het is een leeservaring zoals ik me die ook herinner bij bijvoorbeeld De sterfzonde, of De ingebeelde dode (1991) van Maria Stahlie. 

Voluit leef je mee met Monique, terwijl je haar tegelijkertijd van een afstandje beziet. Je hebt te doen met die dapper voortploeterende vrouw, die zichzelf helemaal voorbijloopt en die dat waarschijnlijk ook ergens wel weet, maar het is veiliger voor haar om daar niet aan te denken. 

Metaforen

Vissen redden zit goed in elkaar. De aanwijzingen voor het verleden van Monique zijn subtiel. Pas in hoofdstuk vijf is te lezen hoe de relatie tussen haar en Thomas verlopen is. Monique richt zich op andere zaken, maar de beelden die ze ziet, worden soms metaforisch voor haar eigen leven. Dat kan ze niet vermijden. 

Bij klimaatverandering past het beeld van een ijsbeer op een ijsschots. Ook dat wordt een spiegel voor Monique:

Monique had dit beeld al vaker gezien, maar meer dan ooit identificeerde zij zich met de eenzame witte reus, zijn afwachtende houding, voortgestuwd door het stijgende water onder zijn krimpende houvast. 

Dat verlamt haar overigens niet. Ze denkt: 'Het is nog niet te laat.'

Het is nog niet te laat, toen de laatste vier jaar van haar leven verhardden tot een metershoge ijsberg, die vervolgens versneld verkleinde en in zee verdween.

Ook in haar dromen valt haar verdediging weg. En als ze het manuscript van Oskar leest, over een jongetje dat verliefd wordt op een skilerares en daarbij tot het uiterste gaat, heeft dat betekenis voor haar eigen leven. 

De religieuze gedrevenheid van Monique heeft natuurlijk wel iets te maken met haar opvattingen, maar haar persoonlijke omstandigheden zijn een katalysator. Ze heeft het nodig om zich te verliezen in haar missie om vissen te redden. Ook Michaela, die activistischer is, heeft nog het een en ander uit haar verleden te verwerken. 

Neergang

Monique kan zich niet staande houden en je vraagt je af hoe haar neergang zal zijn. Zo duikt ze in bed met een Russische schipper, die een stoornis bij de kieuwboog in de hals heeft, zodat hij voor Monique iets visachtigs heeft. Maar hij behoort ook tot het andere kamp, de mensen die verdienen aan de vis. 

Nadat ze alles is kwijtgeraakt waaraan ze zich nog vast kon houden, kan Monique niet anders dan haar gemis onder ogen zien. Voor op het stofomslag staat de vraag 'Kun je de wereld redden als je jezelf niet kunt redden?' Monique moet onder ogen zien dat ze nu eerst zelf gered moet worden en het is de vraag of ze dat kan. En of ze dat wil. En wat redding eigenlijk is. 

Over het slot ga ik verder niets zeggen, maar het is prachtig. Niet alleen komen daar Monique en de vissen samen, maar het is bovendien niet eenduidig. Moet je als lezer blij zijn met waar Monique uitkomt?

In de eerste plaats heeft Annelies Verbeke een goed verhaal verteld. Je laat je graag door dat verhaal meeslepen, want je wilt weten hoe het Monique zal vergaan. Tegelijkertijd zet het je aan het denken over hoe dingen werken in het leven, hoe mensen motieven kunnen hebben die zelf niet onder ogen willen zien, hoe gemis zich in een leven kan vreten, hoe idealisme niet alleen maar belangeloos is. 

In een kamertje waar ook mijn strijkplank staat, heb ik stapels boeken die ik nog wil lezen. Meestal heb ik die boeken in kringlopen gekocht. Blijkbaar had ik de afgelopen tijd veel zin in Vissen redden, want ik bleek er twee exemplaren van aangeschaft te hebben. Ik had dus al verschillende keren de voorpret van het lezen. Maar het echte lezen is natuurlijk pas de echte pret en van deze roman heb ik zeer genoten. 

Er staat intussen een exemplaar van Vissen redden in mijn minibieb. Het andere hou ik mooi zelf. 


Eerder schreef ik over Dertig dagen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten