dinsdag 5 juni 2018

Podcast: Fokcast



Al jaren ben ik een liefhebber van cabaret, over de bijna volle breedte van het genre. Dat ging van Don Quishocking tot Toon Hermans en dat gaat van Katinka Polderman tot Wim Helsen en van Micha Wertheim tot Daniël Arends. En ik hou van het goede 'luisterlied'. Laten we zeggen van liederen als van Daniël Lohues, Kees Torn, Yentl en De Boer, Alex Roeka en de betreurde Maarten van Roozendaal.

Fokcast

Maar van stand-upcomedy wist ik bijna niets. Ik heb zelfs voor dit stukje moeten opzoeken hoe je het precies schrijft (los, aan elkaar, streepje?).  Een paar jaar geleden ontdekte ik echter de podcast Fokcast. Fokcast wordt gemaakt door Fokke van der Meulen, een Nederlander in Antwerpen, uitbater van comedy-café The Joker. Tweemaal per week zijn er optredens in dat café en ervoor of erna heeft Van der Meulen een gesprek met de artiest of de artiesten in de kelder van The Joker. Elke week plaatst hij de opname van het gesprek online. Alle afleveringen vind je hier.

Meestal zijn de geïnterviewden slechts in kleine kring bekend. Of misschien is het beter om te zeggen dat ik de meeste comedians nog niet kende. Michael van Peel, Jeroen Leenders, Xander de Rijcke, Alex Agnew, Soe Nsuki, Jens Dendoncker, Jeroen Maris, Steven Mahieu - in het circuit zijn het misschien bekende namen, maar ik heb ze nog nooit voorbij horen komen bij bijvoorbeeld het radioprogramma Andermans veren.

Het zal er ook wel mee te maken hebben dat het Vlamingen zijn en dier namen dringen niet altijd tot Nederland door. Van de Belgen kende ik wel de al eerder genoemde Wim Helsen, en verder: Philip Geubels, Nigel Williams (waarover straks meer) en Wouter Deprez.

Soms komt er een Nederlander langs in The Joker: Theo Maassen, Jan Jaap van der Wal, Kiki Schippers, Arie Koomen. Daar zitten grote namen tussen en ook die treden dus op in The Joker.

De gesprekken zijn bijzonder prettig. Fokke van der Meulen weet in een ontspannen setting gerichte vragen te stellen. Hij vraagt wanneer iemand begonnen is met comedy en samen reconstrueren ze de ontwikkelingsgang. Altijd vraagt hij door naar de werkwijze en naar de thematiek. Natuurlijk gaat het om de grappen, maar een stand-upper moet ook wat te zeggen hebben. Het moet persoonlijk zijn, zodat er wat op het spel staat.

Doordat we meeluisteren met de vragende Fokke, kijken we ook met hem mee naar comedy. Zijn geïnteresseerdheid slaat automatisch op de luisteraar over. De comedians voelen zich bij hem vrij om ook te praten over wat er niet goed ging. Van der Meulen zal niet iets goedpraten wat slecht is, maar hij hecht minder belang aan zijn eigen oordeel dan aan het onderzoeken hoe het nu komt dat iets goed is of minder goed, waarom sommige dingen werken en andere niet.

Intussen zijn er al meer dan honderd afleveringen van Fokcast verschenen en ik heb ze allemaal beluisterd. Sterker nog: ik ben ook af en toe stand-upcomedy gaan bekijken op Netflix: Bill Burr, Louis C.K., Iliza Shlesinger, Eddy Murphy, Doug Stamhope, Jerry Seinfeld, Jen Kirkman. Waarschijnlijk zou ik niet gekeken en geluisterd hebben naar deze mensen en naar bijvoorbeeld Jeroen Leenders en Bas Birker als ik Fokcast niet beluisterd had.

Podcasts over comedy

Ik ging ook op zoek naar andere podcasts over stand-upcomedy, maar het resultaat viel me niet mee. Een stuk of vijf afleveringen beluisterde ik van Mosselen om half twee van Xander de Rijcke. Je vindt de afleveringen hier. Deze podcast bestaat al een hele tijd (bijna driehonderd afleveringen), maar ik vond het beluisteren geen pretje. Het format is: je zet een stel mensen bij elkaar en ze moeten samen grappig doen. Dat betekent dat er veel grappen gemaakt worden die te voor de hand liggend zijn en te weinig grappig. Daarom vond ik indertijd de Lama's ook altijd zo vervelend. Bij de mosselpodcast raakte ik al gauw de aandacht kwijt.

Ook Nigel Williams heeft een eigen podcast: Downtime. Hij praat die vaak (bijna elke dag) vol op een losse manier. Dat is het pluspunt. Hij houdt ervan zich op te winden, maar mij krijgt hij meestal niet mee in zijn opwinding. In de podcast is vaak voelbaar dat het kwartier (of zo) gevuld moet worden, zonder dat er de noodzaak is om iets te zeggen. Ook hier ben ik afgehaakt, na een keer of zes, zeven. Williams als gast bij Fokcast is vele malen interessanter dan Williams als hoofdpersoon van zijn eigen podcast.

Fokcast draait niet om de grappen, maar is niettemin vaak ongemeen grappig. Niet omdat het moet, zoals bij de mosseljongens, maar omdat de gesprekspartners alert en ad rem zijn en zelf veel lol aan het gesprek beleven. Maar de grappigheid is een extraatje, dat je krijgt bij het boeiende gesprek.

En de meeste gesprekken zijn boeiend. Mij zegt Star Wars bijvoorbeeld he-le-maal niets! Ik heb geen referentiekader, geen achtergrondkennis, geen interesse. Maar ik heb toch geamuseerd zitten luisteren naar een groepje mensen in de kelder van The Joker, die samen de nieuwe Star-Warsfilm bespreken. Iets van die interesse pik je als luisteraar dan automatisch mee.

Verschillende gasten keren na verloop van tijd terug in de podcast, wat het kringetje misschien wat klein maakt, maar er zijn ook altijd weer nieuwe gasten. Bovendien bespreken ze ook af en toe de grote Amerikaanse en Engelse comedians, waarbij ze altijd goed uitleggen waarom ze een bepaalde show wel of niet goed vinden.

Een wereld in opbouw

Blijkbaar is de Vlaamse wereld van stand-upcomedy niet zo groot: iedereen kent iedereen. Het gevolg is dat er nogal eens voornamen worden genoemd, zonder dat duidelijk is naar wie er verwezen wordt. Zeker voor de beginnende luisteraar is dat een bezwaar.

In het begin was de verstaanbaarheid niet optimaal: het geluid was toen aan de zachte kant en de opname in een kelder, waar bovendien te pas en te onpas iemand komt binnenvallen zorgt soms voor bijgeluiden. Maar die losheid typeert ook de Fokcast en het heeft ook wel iets charmants. Storend is het zelden. En de kwaliteit van het geluid is intussen meestal in orde.

Natuurlijk is niet elk gesprek van hoog niveau, maar een podcast heeft het recht om beoordeeld te worden op het gemiddelde niveau en dat is best hoog. Halverwege de week komt de nieuwe aflevering bij mij binnen en het gebeurt maar zelden dat ik het beluisteren uitstel tot het weekend. En ik sla nooit een aflevering over.

Even proberen dus, deze podcast, ook als je (nog) niet van comedy houdt. Je komt terecht in een wereld in opbouw. Comedy neemt ook in Vlaanderen toe qua populariteit. Dat betekent dat er meer mogelijkheden zijn voor comedians om op te treden, dat er meer cursussen, masterclasses, gegeven worden. Dat heeft weer tot gevolg dat het niveau stijgt. Over een aantal jaren zal de comedywereld net zo uitgegroeid zijn als de cabaretwereld in Nederland. Het is boeiend om mee te maken hoe het zover zal komen.

2 opmerkingen:

  1. Hoi Teunis, je hebt een mooi stuk geschreven! Ik denk niet dat ik naar deze podcasts ga luisteren, maar ik vind het wel erg leuk dat jij mij er op deze manier over hebt geïnformeerd. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen