Wie de naam Hitler hoort, zal daar weinig positiefs bij denken. Toch is er een tijd geweest dat Hitler niet alleen aanhangers had, maar ook vereerders. Het is na zoveel jaren moeilijk voor te stellen.
Maar als wij nu opgegroeid waren in het interbellum in Duitsland? Als wij de opkomst van Hitler meegemaakt hadden? Dan hadden we misschien wel op een dag de volgende tekst gelezen. Ik stel me er iemand bij voor die enthousiast, met krachtige stem, vertelt.
En? Is je luisterend hart getroffen? Ik was vooral verbaasd over het stuk tekst. Het is geen proza dat je dagelijks tegenkomt.
Uit het verlangen en de offers van tallooze geslachten van ons volk is het Groot-Duitsche Rijk gegroeid Met brandende harten maken wij jongeren dezen grootschen tijd mee, nu in het vuur van een geweldigen strijd een nieuwe eeuw aanbreekt - een eeuw, waarvoor wij geboren werden. En boven dit alles staat de Führer.
Hem is de kracht gegeven, om uit de onmetelijke offers een langdurigen bloeienden vrede te scheppen.
Nog nimmer in de geschiedenis viel een Duitsche leidersfiguur zulk een wonderbaarlijke zending ten deel: het heilige land van alle Duitschers uit zijn diepste knechtschap en gespletenheid tot zijn schoonste ontplooiing van kracht en macht te voeren.
Zijn voorbeeld verlicht voortdurend onze harten. Wij bewonderen den levensweg dien hij ging en wij houden van dezen grooten, goeden en verheven mensch. Wij zijn gegrepen door den ontzaglijken omvang van zijn genialen arbeid.
De vurigste wensch van een Duitschen jongen of een Duitsch meisje is, om eens den geliefden Führer te mogen zien, eens in zijn nabijheid te mogen vertoeven en ja - wie weet - door hem te worden aangesproken. En hoewel den meesten hunner dit geluk nooit ten deel viel, toch zijn er verschillende jongens en meisjes die dit voorrecht hebben gehad.
Als zij in ons midden stonden werden zij met vragen bestormd. En zoo zullen zij dan ook in de bladzijden die volgen aan allen in eenvoudige en sobere woorden van de grootste gebeurtenis in hun jonge leven, hun ontmoeting met den Führer, vertellen.
Zelfs onze gedichten zouden nauwelijks in woorden kunnen uitdrukken wat deze gebeurtenis voor hen heeft beteekend.
En daarom willen deze vertellingen van onze kameraden dan ook in geen enkel opzicht aanspraak maken op een preciese weergave van de ontmoeting met den Führer. Jeugdig en onopgesmukt willen zij aan ons luisterend hart van hun groote liefde getuigenis afleggen.
Het hierboven geciteerde is de inleiding van het boek Wij hebben den Führer gezien. Ik heb het een jaar of dertig geleden aangeschaft, vanwege de vertaler, Martien Beversluis. Ik kocht toen veel dingen die met hem te maken hebben. De oorspronkelijke tekst is van Wilhelm Dissmann.
Ooit bezocht ik de weduwe Beversluis en vroeg haar of haar man indertijd niet dat boek in het Nederlands vertaald had waarin jongeren vertelden over hun ontmoeting met Hitler. Verontwaardigd ontkende ze. Het boek zat in mijn tas, maar ik liet het er mooi zitten. Als ik het eruit haalde, zou ze misschien helemaal niets meer willen vertellen.
Het boek van Dissmann hebik nooit gelezen. Wel heb ik de foto's bekeken. Hitler is daarop uitermate gezellig. Onlangs kwam ik Wij hebben enz. weer tegen, toen ik mijn boekenkasten opnieuw aan het inrichten was. Ik moet het maar eens gaan lezen en me nog meer verbazen.